Wie heeft vaak een tekort aan mineralen en sporenelementen en welke risico’s zijn hieraan verbonden?

Waar vandaan: Gezond Leven > Dossier Het krachtigste uit de natuur > Energie > Risico's bij tekort aan mineralen

Wie heeft vaak een tekort aan mineralen en sporenelementen en welke risico’s zijn hieraan verbonden?

Uit epidemiologische studies blijken tekorten te bestaan bij de gemiddelde persoon, laat staan de risicogroepen. Voor deze kunnen extra mineralen en sporenelementen, naast een normale gezonde voeding, zinvol zijn. Een dergelijke marginale mineralenstatus is veelal alleen via bloedonderzoek aan te tonen.

Dossier Vitaliteit

 

 

 

Calcium (Ca)

Is bij senioren, vooral vrouwen, van belang om botmassa te behouden (aanbeveling: 1200 mg/dag).

Magnesium (Mg)

Een te weinig aan magnesium komt bij een gezond individu zelden voor. Alleen bij extreme ondervoeding, langdurige diarree, nierziekten en chronisch alcoholisme kan een tekort optreden. Een tekort veroorzaakt stoornissen van het hartritme, verwardheid, beven en maagkrampen.

Chroom (Cr)

Tekorten komen meer voor dan gedacht wegens sterke raffinering van allerlei producten. Mogelijke gevolgen zijn: suikerziekte, atherosclerose, vermoeidheid, zwaarlijvigheid, verhoogd cholesterolgehalte, hogere kans op niet-fatale hartaanval bij mannen.

Ijzer (Fe)

De belangrijkste risicogroepen voor een ijzertekort zijn: zuigelingen, adolescenten en vooral jonge meisjes die snel groeien en al menstrueren, vrouwen in het algemeen en zwangere vrouwen in het bijzonder alsook senioren die zich slecht voeden.

Van het ijzer in onze voeding wordt maar 10 % opgenomen. De opname hangt sterk af van de vorm waarin het ijzer in het voedsel voorkomt alsook de aanwezigheid van andere stoffen in het dieet. Plantaardig ijzer (bv. spinazie) wordt meestal slechter opgenomen dan dierlijk ijzer (bv. bloed, vlees). Sommige stoffen, zoals vitamine C, bevorderen de opname van ijzer.

Alhoewel veel vrouwen zich er niet van bewust zijn, heeft de menstruele cyclus een sterke invloed op de voedingsbehoeften. In eerste instantie dient het aanzienlijke ijzerverlies tijdens de maandstonden gecompenseerd te worden.

Een ijzertekort kan zich uiten in anemie, met als gevolg: verlaagd lichamelijk uithoudingsvermogen bij volwassenen, aantasting van de psychomotorische ontwikkeling van kinderen, invloed op de zwangerschap en op het vermogen om weerstand te bieden aan besmettingen.

Tekorten aan ijzer komen voor bij mensen die veel ijzer verliezen uit wonden en als de darm het ijzer niet goed opneemt. Te geringe opname van ijzer verhoogt het risico op het ontstaan van de ziekte van Parkinson.

Jodium (I)

De jodiumvoorziening in België behoort tot de laagste van Europa. In België bedraagt de gemiddelde opname van volwassenen slechts 50 tot 60 microgram, dus nauwelijks de helft van de aanbevolen hoeveelheid. Om voor de hele bevolking een voldoende opname te garanderen, zou het zinvol zijn dat de voedings- en ook de veevoederindustrie systematisch gejodeerd zout zou gebruiken. In de meeste andere Europese landen is dit het geval en de Belgische regering zou dit nu ook overwegen.

Een ernstig tekort aan jodium veroorzaakt hypothyroïdie, wat zich uit in een algemene vertraging van het weefselmetabolisme. Een lichte hypothyroïdie geeft ook aanleiding tot een vertraagde celwerking, wat dan weer allerlei klachten kan veroorzaken zoals lusteloosheid, sloomheid, kouwelijkheid, een verminderde libido, een tragere hartslag, droge haren of haaruitval, depressiviteit, slechthorendheid, een abnormale gewichtstoename, enz.
Gelukkig zijn de gevolgen van een matige hypothyroïdie omkeerbaar: de klachten verdwijnen meestal enkele weken nadat het jodiumgehalte terug op peil is gebracht.

Indien het tekort zich voordoet tijdens het foetaal leven en/of tijdens de eerste drie levensjaren kan een groeivertraging van de hersenen optreden met een onomkeerbare mentale achterstand (cretinisme).

Koper (Cu)

Kopertekort veroorzaakt bloedarmoede, stoornissen in huid, haar, nagels en tanden en op termijn eveneens in de beenvorming (osteoporose).

Mangaan (Mn)

Een tekort komt weinig voor. De tekorten uiten zich in allergische aandoeningen, gewrichtsaandoeningen, hartkloppingen, prikkelbaarheid en onrustig gevoel,
slecht suikermetabolisme (overgewicht).

Molybdeen (Mo)

Eventuele tekorten verstoren vetstofwisseling alsook koper- en vooral ijzermetabolisme.

Selenium (Se)

Een ernstig tekort aan selenium kan een afwijking van de hartspier of vorm van artritis verklaren. Een mild tekort daarentegen kan leiden tot virulente virussen, spontane abortussen, verminderde beweeglijkheid van sperma, verhoogd risico op hart- en vaatziekten, vroegtijdige veroudering.

Zink (Zn)

Zinktekort kan leiden tot groeivertraging, het achterblijven van de geslachtelijke ontwikkeling. Ook huidaandoeningen, verminderde immuniteit, nachtblindheid en anorexie zijn gevolgen. Er treedt ook verlies van reuk en smaak op bij senioren. Verder merkt men vaak een slechte wondgenezing, aderverkalking, prostaatvergroting op.

Een tekort kan ontstaan tijdens ziekte of operatie.

 

Bron: Vitanza HQ

Auteur: Dr. ir. Eric De Maerteleire