Waar vandaan: Geld & Werk > Pensioen > Het pensioen voor mijnwerkers
De lonen
1. De lonen voor de perioden van tewerkstelling
- De jaren voor 1955
Voor de bovengrondse mijnwerkers houden we rekening met de forfaitaire lonen voor gewone werknemers. Voor ondergrondse mijnwerkers worden hogere forfaitaire lonen (zie bijlage I) in aanmerking genomen. - De jaren vanaf 1955 tot en met 1967
Voor die jaren zijn forfaitaire daglonen voorzien. Voor elke dag van minstens vier uur wordt dit loon in aanmerking genomen en dit voor maximaal 260 dagen. De forfaitaire daglonen voor bovengrondse en ondergrondse mijnwerkers vindt u terug in bijlage I. - De jaren vanaf 1968
We houden rekening met de werkelijk verdiende lonen (eventueel begrensd vanaf 1981).
2. De lonen voor de gelijkgestelde perioden
Voor jaren vóór 1968 zijn dit de forfaitaire lonen die hierboven onder 1. zijn vermeld.
Vanaf 1968 gelden de algemene regels.
Bron: Rijksdienst voor pensioenen