Restschenking

Een restschenking: iets voor u?

Meer over nalatenschapsplanning:

osteo6 Schenken van aandelen op naam
osteo6 Een restschenking: iets voor u?
osteo6 Vrijstelling van successierechten op de gezinswoning voor de langstlevende partner
osteo6 Erfrecht wettelijk samenwonen
osteo6
Een perfect huwelijkscontract
osteo6
De gezinswoning binnen een nieuw samengesteld gezin
osteo6
Wijziging van huwelijkscontract: procedure vereenvoudigd
osteo6 Huwen: tien weetjes omtrent contracten
osteo6 De gesplitste aankoop: Een meerwaarde bij uw successieplanning?
osteo6 Een deel van uw erfenis belastingvrij naar uw kleinkinderen
osteo6 Beding van aanwas voor roerende goederen
osteo6 Vlaamse vrijstelling van successierechten voor familiebedrijven gewijzigd
osteo6 De optimalisatie van de overdracht van onroerende vermogen naar de kinderen

Begripsomschrijving
Om successierechten te vermijden kan u ook een restschenking overwegen. Een restschenking bevat een doorgeefbeding. De schenker bedeelt vermogen toe aan een eerste begiftigde en bedingt dat hetgeen daarvan overblijft (= de “rest”) bij het overlijden van de eerste begiftigde zal toekomen aan een tweede begiftigde. Het betreft dus een dubbele schenking.

De eerste begiftigde heeft in principe geen bewaarplicht, hij kan de geschonken goederen vrij verteren of vervreemden. Tenzij anders bepaald kan de eerste begiftigde de goederen echter niet wegschenken of bij testament nalaten zonder toestemming van de schenker. Bij gebrek aan een bewaarplicht is het dan ook onzeker of de tweede begiftigde nog iets zal ontvangen bij het overlijden van de eerste begiftigde. Om die onzekerheid te verminderen kan men bijvoorbeeld voorzien in zaakvervanging zodat het doorgeefbeding ook betrekking heeft op de goederen die in de plaats gekomen zijn van deze die initieel werden geschonken.

Het gebrek aan bewaarplicht voor de begiftigde heeft als voordeel dat er geen beletsel is voor een actief beheer m.b.t. de geschonken aandelen of effectenportefeuille in hoofde van de eerste begiftigde.

Geldigheid – Notariële akte
In de recente rechtsleer wordt de geldigheid van deze techniek algemeen aanvaard. De Dienst voor voorafgaandelijke beslissingen (DVB) in fiscale zaken acht een restschenking blijkbaar ook geldig. De DVB lichtte immers onlangs de fiscale aspecten toe van een restschenking.

Een restschenking is niet mogelijk middels hand- of bankgift. Een hand- en bankgift zijn immers maar geldig mits onmiddellijke overdracht van hetgeen geschonken wordt. Bij een restschenking is dit niet mogelijk ten aanzien van de tweede begunstigde. Men opteert dan ook best voor een notariële akte indien men een restschenking wil doen.

Fiscale aspecten
Bij het overlijden van de eerste begiftigde wordt de tweede begiftigde geacht dit vermogen (de “rest”) rechtstreeks te hebben verkregen van de schenker. Indien de schenking aan de eerste begiftigde onderworpen werd aan schenkingsrechten, zullen er bij het overlijden van de eerste begiftigde opnieuw schenkingsrechten (geen successierechten) verschuldigd zijn.

Deze schenkingsrechten worden berekend krachtens het tarief dat van toepassing was op het moment van de eerste schenking. Wanneer de schenking niet geregistreerd werd, zijn zowel de eerste als tweede overdracht onbelast, mits de schenker nog minstens drie jaar leeft na de schenking. Voor geregistreerde schenkingen in de rechte lijn van roerend vermogen geldt een vlak tarief van 3 %. Indien het tarief bijvoorbeeld zou opgetrokken worden naar 10 % tussen de eerste en de tweede schenking zal op de tweede schenking nog steeds het tarief van 3 % van toepassing zijn. De grondslag voor de heffing is de waarde van het residu bij het overlijden van de eerste begiftigde.

Voorbeelden van mogelijke toepassingen

  1. Kinderloos kind
    Een restschenking kan in het kader van een familiale regeling bijvoorbeeld door ouders worden aangewend ten aanzien van een kinderloos kind. De ouders kunnen aldus bijvoorbeeld bepalen dat de geschonken goederen, of beter hetgeen ervan overblijft, na het overlijden van dit kind zullen toekomen aan de broers en zussen of hun kinderen van de overledene. Indien de broers en zussen of hun kinderen die goederen zouden krijgen via het erfrecht zouden hoge successierechten verschuldigd zijn. In de drie gewesten geldt vanaf een bepaald bedrag een successietarief van 65% voor broers en zussen. Door een restschenking kan men de fiscale kost beperken (3 % voor het roerend vermogen).

  2. Grootouders – ouders - kleinkinderen
    Ook grootouders kunnen een schenking doen aan hun kinderen en bepalen dat het saldo moet toekomen aan hun kleinkinderen. De tweede schenking is dan eveneens een schenking in de rechte lijn. Ook hier kan een schenking aan de kleinkinderen fiscaal interessanter zijn dan de geschonken goederen aan de kleinkinderen te laten vererven bij het overlijden van de kinderen. De successietarieven zijn in de rechte lijn weliswaar minder hoog dan voor broers en zussen maar bedragen toch nog 27 % vanaf € 250.000 in Vlaanderen en 30 % in Brussel en Wallonië vanaf € 500.000. Door een restschenking van roerend vermogen aan 3 % kan men dus nog 24 % (in Vlaanderen) of 27 % (in Brussel en Wallonië) besparen.

Conclusie
In bepaalde omstandigheden kan een restschenking een fiscaal interessante mogelijkheid zijn in het kader van een successieplanning. Bespreek met een financiële planner of dit in uw situatie de beste oplossing is.

<<< Vorige pagina

Bron: Optima Financial Planners
(update oktober 2008)