Behandelingen longkanker

Waar vandaan: Gezond Leven > Omgaan met kanker > Over kanker > Soorten kanker > Longkanker > Behandelingen

Longkanker: Behandelingen

Voor longkanker bestaan er momenteel drie behandelingsvormen: chirurgie, radiotherapie (stralen) en chemotherapie (geneesmiddelen). Patiënten krijgen vaak een combinatie van deze behandelingen.

De keuze van de behandeling(en) bij kanker hangt af van:

  • de celaard
  • de plaats
  • de graad van uitzaaiing
  • de algemene toestand van de patiënt, met andere woorden de manier waarop de voornaamste vitale organen werken

Voor longkanker zijn er twee grote behandelingscategorieën: de behandeling van kanker met "niet-kleine cellen" en met "kleine cellen".

Behandeling van kanker met niet-kleine cellen
Bij een klein gezwel dat goed te lokaliseren is, valt de keuze bij voorkeur op chirurgie, voor zover de gezondheidstoestand van de patiënt dat toelaat. Afhankelijk van de plaats van het gezwel neemt men hetzij een longlob weg (lobectomie), hetzij de hele long (pneumonectomie).

Er is onderzoek aan de gang om te bepalen of een aanvullende behandeling (radiotherapie of chemotherapie) de genezingskansen op lange termijn verbetert. Als de algemene gezondheidstoestand van de patiënt een chirurgische oplossing in de weg staat, kan hij met het oog op genezing altijd nog een beroep doen op curatieve radiotherapie.

Bij grotere gezwellen kunnen enkele chemotherapie- of radiotherapiesessies voorafgaan aan de chirurgische ingreep. Doel van de operatie: tegelijk het gehele gezwel en de naburige aangetaste weefsels wegnemen. Na de operatie kan de arts ter aanvulling ook radiotherapie of chemotherapie voorschrijven.

Wanneer artsen menen dat ze het gezwel niet operatief kunnen verwijderen, bestaat de behandeling uit een combinatie van chemotherapie met radiotherapie.

Blijkt de patiënt ook op andere plaatsen kanker te hebben (uitzaaiingen), maar verkeert hij verder in goede gezondheid, dan zullen de artsen eerder een chemotherapie voorstellen.
Bij een fel verzwakte patiënt zal de behandeling eerder symptomatisch zijn: men bestrijdt enkel de ongemakken van de patiënt, om de levenskwaliteit zo hoog mogelijk te houden. Het kan gaan om de ontstopping van een luchtpijptak met laserstralen, de inplanting van een prothese in de luchtpijp of een luchtpijptak, of de bestraling van een pijnlijke botuitzaaiing.

Behandeling van kanker met kleine cellen
De normale behandeling van longkanker met kleine cellen bestaat uit chemotherapie.

Die bestaat uit een combinatie van verschillende geneesmiddelen die de kankercellen op verscheidene vlakken tegelijk aanvallen om zo doeltreffend mogelijk te zijn. Om de drie à vier weken dienen artsen via intraveneuze injecties verschillende kuren toe gedurende een, twee of drie dagen na elkaar.

In sommige gevallen volgt er na de medicijnkuur nog een radiotherapie om het resultaat te versterken. Men kan ook overgaan tot preventieve bestraling van de hersenen om de kans op uitzaaiingen, die zich in dit orgaan vaak voordoen, te verkleinen.

In tegenstelling tot kanker met "niet-kleine cellen" is een chirurgische ingreep eerder zeldzaam. Als men al een operatie uitvoert, volgt er altijd een chemotherapie en eventueel ook een radiotherapie.

 

Bron: Stichting tegen Kanker