Hoe ontstaat kanker?

Waar vandaan: Gezond Leven > Omgaan met kanker > Over kanker > Hoe ontstaat kanker?

Hoe ontstaat kanker?

De mechanismen die de transformatie van een normale cel tot een kankercel veroorzaken, vormen samen de zogenaamde ‘carcinogenese’.

Het fenomeen bestaat uit verschillende etappes die meestal over verschillende jaren lopen.
Die etappes worden schematisch onderverdeeld in vier grote fases tijdens dewelke de afwijkingen zich opstapelen:

  • Contact met een exogene (van buiten het lichaam) of endogene (voortvloeiend uit de transformatie van een lichaamseigen stof) kankerverwekkende stof. Deze etappe heet de blootstelling (fase 1 in het schema hieronder).
  • Wijziging van een welbepaald gen (proto-oncogeen of anti-oncogeen; zie fase 2). In deze fase spreekt men van initiatie.
  • Stimulering van de opgestarte celwildgroei door nieuwe mutaties te bevorderen in de DNA-structuur. Dit heet de promotiefase (fase 3).

Vorming van een gezwel en uitzaaiingen. In medische termen heet dat progressie (fase 4).

Fase 1: de blootstelling aan kankerverwekkende stoffen


Talloze stoffen zijn kankerverwekkend en vormen factoren die het kankerproces in gang kunnen zetten. We maken een onderscheid tussen:

  • chemische stoffen. Vooral tabak, alcohol, bepaalde chemische stoffen thuis of in de werkomgeving en stoffen aanwezig in voeding zoals dierlijke vetten of verbrandingsproducten (vlees gebakken op de barbecue bijvoorbeeld).
  • stralingen. Vooral intensieve en herhaalde blootstelling aan UV-stralen (die huidkanker kunnen veroorzaken) maar ook aan ioniserende stralen (radioactiviteit).
  • virussen. Bepaalde virussen spelen een rol bij het ontstaan van bepaalde kankers. We hebben het dan vooral over het Epstein-Barr virus dat verantwoordelijk kan zijn voor lymfomen, over hepatitis B en C die het ontstaan van leverkanker kunnen bevorderen of over de familie van de papillomavirussen die gelinkt zijn aan baarmoederhalskanker.

Fase 2 : de initiatie
Als de kankerverwekkende stof een mutatie veroorzaakt in het erfelijk materiaal  en bepaalde genen treft zonder dat de schade wordt hersteld, is er sprake van initiatie. Vanaf dat moment kan de geïnitieerde cel evolueren naar de tweede fase van het proces.

De mutaties die betrokken zijn bij de initiatiefase kunnen twee soorten genen aantasten:

  • proto-oncogenen: normale genen die aanwezig zijn in de cellen. Wanneer ze een verandering ondergaan (mutaties bijvoorbeeld), worden ze geactiveerd en krijgen ze hun kankerverwekkende eigenschappen. Dan noemt men ze oncogenen.
  • Anti-oncogenen of tumorsuppressiegenen. Het zijn genen waarvan de afwezigheid of de slechte werking het ontstaan van kanker bevorderen.

Fase 3 : de promotie
Om van de geïnitieerde cel een kankercel te maken, moeten verschillende genen tegelijk en definitief worden aangepast. De promotiefase bereid het letsel van deze complementaire genen voor.

Elke factor die de wildgroei van de geïnitieerde cel stimuleert zal optreden als promotor door spontane vergissingen (mutaties) of geïnduceerde vergissingen in de DNA-structuur te vergemakkelijken. Als het toeval wil dat deze mutatie andere proto-oncogenen of complementaire anti-oncogenen treft dan deze die aanvankelijk waren veranderd, wordt het kankerproces in gang gezet.

Fase 4 : de progressie
De schade neemt toe en de kankercellen evolueren tot een kwaadaardig gezwel. Naargelang de vorm van kanker zullen de kankercellen vroeger of later naar andere organen migreren (via het bloed of de lymfe) om er nieuwe gezwellen te vormen (uitzaaiingen).

De kankercellen zijn ook in staat om de aanmaak van nieuwe bloedvaten te veroorzaken die het gezwel gaan irrigeren en het voeden met zuurstof en andere stoffen die noodzakelijk zijn voor de wildgroei van cellen. Ze dienen daarnaast ook als uitlaatklep voor uitzaaiingen.

Bron: Stichting tegen Kanker