Diagnoseonderzoeken longkanker

Waar vandaan: Gezond Leven > Omgaan met kanker > Over kanker > Soorten kanker > Longkanker > Diagnoseonderzoeken

Longkanker: Diagnoseonderzoeken

Wanneer een arts longkanker vermoedt bij zijn patiënt, helpen onderstaande onderzoeken hem bij het stellen van een correcte diagnose:

  • Cytologie
    Microscopisch onderzoek van de slijmen waarbij men soms kankercellen ontdekt.
  • Radiografie van de borstkas
    Een onregelmatige vlek, een "sluier" veroorzaakt door een slechte verluchting van een long, of vloeistof in het borstvlies (pleuravocht) bevestigen de noodzaak van diepgaander onderzoek.
  • Scanner
    Onderzoek dat veel preciezer is dan een eenvoudige radiografie en dat toelaat om kleinere letsels te observeren en gebieden als het bovenste gedeelte van de longen of het mediastinum (de ruimte tussen de longen) te onderzoeken. Een radiografie geeft daarover niet genoeg informatie.
  • Fibroscopie
    Door langs natuurlijke weg en onder lokale verdoving een fijn buisje in de longpijptakken te brengen (bronchoscopie), kan men het letsel in beeld brengen en er een klein stukje van wegnemen met behulp van een minuscuul tangetje. Men bekijkt vervolgens het staal onder de microscoop (biopsie) om na te gaan of het verdachte weefsel kankervormend is en over welke vorm van kanker het gaat.
  • Transthoracaalpunctie
    Wanneer het letsel zich aan de buitenkant van de long bevindt, op een takje dat te klein is om met een fibroscopie te bereiken, kan men overgaan tot een punctie met een naald, dwars door de wand van de borstholte. Het aldus verkregen materiaal wordt eveneens onder de microscoop onderzocht.
               
    Als het diagnoseonderzoek positief blijkt, zullen de dokters andere onderzoeken laten uitvoeren om de graad van uitzaaiing van het gezwel vast te stellen.
  • Mediastinoscopie
    Onder totale verdoving brengt de chirurg een kleine insnijding aan boven het borstbeen, waardoor hij een buisje invoert tot aan het mediastinum, om er de lymfeklieren te onderzoeken en een biopsie af te nemen.
  • Echografie of scan van de lever
    Om eventuele uitzaaiingen in de lever op te sporen.
  • MNR (magnetisch-nucleaire resonantie) of MRI scan van de hersenen
    Om eventuele uitzaaiingen in de hersenen op te sporen.
  • Scintigrafie van het skelet
    Injectie van een zwak radioactieve stof die zich op het bot vastzet, om eventuele uitzaaiingen in het skelet op te sporen.
  • Functionele ademhalingsproef
    Meet de werking van de longen, om te bepalen in welke mate een operatie, waarbij een long geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd, een voldoende grote ademhalingscapaciteit toelaat.
De resultaten van deze onderzoeken zullen toelaten te bepalen welke behandeling(en) de patiënt best krijgt.

 

Bron: Stichting tegen Kanker