Fundamenteel translationeel klinisch onderzoek Stichting tegen Kanker

Waar vandaan: Gezond Leven > Omgaan met kanker > Stichting tegen Kanker > Acties > Steun aan het onderzoek > Fundamenteel, translationeel en klinisch onderzoek

Publireportage

Fundamenteel, translationeel en klinisch onderzoek

De Stichting tegen Kanker financiert het fundamenteel, translationeel en klinisch onderzoek.

Wat betekenen deze termen?

Fundamenteel onderzoek
Fundamenteel (of basiswetenschappelijk) kankeronderzoek is erop gericht de mechanismen te begrijpen die tot kanker leiden.

Kennis verwerven over de werking van gezonde cellen en kankercellen is onmisbaar om nieuwe behandelingen te ontwikkelingen of bestaande behandelingen te verbeteren.

In tegenstelling tot het translationeel en klinisch onderzoek is het fundamenteel onderzoek meestal onvoorspelbaar in termen van resultaat. Maar dit soort onderzoek ligt wel aan de basis van vooruitgang op lange termijn in de strijd tegen de ziekte.

Translationeel onderzoek
Translationeel onderzoek is de schakel tussen het fundamenteel onderzoek, dat van kapitaal belang is voor elke vooruitgang, en het klinisch onderzoek, dat zich op patiënten richt. Doel ervan is het vinden van praktische toepassingen voor de meest recente ontdekkingen in het fundamenteel onderzoek.

Dit soort onderzoek zorgt voor de overdracht en snelle vertaling van kennis en vernieuwende technologie naar diagnoses en behandelingen ten voordele van de patiënt. Multidisciplinaire teams, bestaande uit onderzoekers en clinici, werken samen aan de ontwikkeling en staan in voor tweerichtingsverkeer van de kennis: van de patiënt naar het fundamenteel onderzoek en van het fundamenteel onderzoek naar de patiënt.

Klinisch academisch onderzoek
Het klinisch academisch onderzoek heeft als doelstelling om de beste strategie voor diagnose en behandeling voor kankeraandoeningen te bepalen en te bekrachtigen.
Dit is een cruciale stap in het ontwikkelen van een behandeling, want de evaluatie gebeurt hier bij mensen en gebeurt pas wanneer de resultaten van de uitgevoerde preklinische onderzoeken in het labo bevredigend zijn.

Het kan hier gaan om onderzoek naar nieuwe indicaties, nieuwe technieken voor chirurgische ingrepen, radiotherapie, medische beeldvorming of cel- en gentherapie, nieuwe technologieën om de reactie op behandelingen (genoomtherapie, proteoomtherapie) te voorspellen. Wanneer het draait rond geneesmiddelen gaat het om nieuwe doseringen, nieuwe manieren van toediening of nieuwe behandelingscombinaties.

Onderzoek in vier fases
Deze klinische evaluaties of klinische proeven dienen om na te gaan of een nieuwe behandeling geen schadelijke neveneffecten heeft en om ze te vergelijken met reeds bestaande behandelingen. Het onderzoek verloopt in vier opeenvolgende fases, die we als volgt kunnen samenvatten:

  • fase I: evaluatie van de tolerantie (het goed verdragen) van een nieuw geneesmiddel om de aanbevolen dosis ervan te bepalen (bij deze fase zijn 10 tot 40 mensen betrokken).

  • fase II: evaluatie van de doeltreffendheid van een behandeling (met gemiddeld 40 tot 80 patiënten).

  • fase III: vergelijking van de nieuwe behandeling met de meest gangbare behandeling (die wordt dan “referentiebehandeling” of “standaardbehandeling” genoemd) (honderden of duizenden patiënten kunnen in deze fase betrokken zijn).

  • fase IV: nauwgezette opvolging (farmacologische bewaking of “pharmacovigilance”) van het nieuwe geneesmiddel van zodra het op de markt komt.

 

Bron: