Waar vandaan: Juridisch advies > Afschaffen van een conventionele erfdienstbaarheid

Afschaffen van een conventionele erfdienstbaarheid

Juridisch advies

< Vorige Archief Volgende >
     

Wij zijn eigenaar van een perceel grond dat ingesloten is. Om dit perceel te bereiken gebruikten wij vele jaren een weg welke in het leven werd geroepen in een schriftelijke overeenkomst. Deze overeenkomst werd opgesteld in 1961 en staat ook in de aankoopakte van dit perceel.  De laatste tijd gebruiken wij deze uitweg niet veel meer. Nu dreigt onze buurman, die ons deze uitweg geeft, ermee de afschaffing te vragen van deze uitweg. Wij vragen ons af of hij kans op slagen heeft? Kan de rechter hier op ingaan?

Het staat uw buurman vrij de afschaffing van deze uitweg te vorderen. Of de rechter hem zal gelijk geven is natuurlijk een ander paar mouwen!

Eénieder heeft namelijk recht op een uitweg voor een ingesloten perceel. Dit wordt duidelijk aangehaald in artikel 682 van ons Burgerlijk Wetboek.

Wij kunnen ons niet uitspreken over de kans die uw buurman heeft om een dergelijke zaak te winnen. Alles hangt af van de precieze feiten en omstandigheden.

Wij hebben echter wel kennis van een gelijkaardig geval waarover de vrederechter te Zelzate zich heeft uitgesproken op 16 oktober 2003. Wij geven hieronder een overzicht van de feiten en de uiteindelijke beoordeling van de rechter.

De feiten

A wil de afschaffing van een conventionele erfdienstbaarheid van uitweg.

Hij meent dat omwille van het feit dat eiser B geen landbouwbedrijf meer uitbaat, de door A toegestane uitweg geen enkel nut meer heeft. Er was nochtans een clausule opgenomen in de verkoopakte waaruit bleek dat er een "eeuwigdurend en onvergeld recht van uitweg van 5m breed" moet verleend worden aan het ingesloten erf.

Uit een plaatsbezoek door de vrederechter bleek dat de uitweg ontoegankelijk werd gemaakt door een afsluiting met prikkeldraad aangebracht door verweerder A (A is hier eigenaar van het lijdend erf, en dus diegene die de uitweg verleent).

Eiser B (eigenaar van het heersend erf, dit is het ingesloten erf) kan hier niet mee akkoord gaan en stelt dat deze toestand in strijd is met de conventionele erfdienstbaarheid die duidelijk was opgenomen in zijn aankoopakte en die ook reeds daarvoor vele jaren bestond. Hij heeft, door het aanbrengen van de afsluiting, geen uitweg meer!

Verweerder A vindt dat B een mogelijkheid had om een andere weg aan te leggen en te gebruiken. B stapt naar de vrederechter om de afbraak te vragen van de afsluiting en het behoud van zijn uitweg.

Beoordeling door de vrederechter

Het bewuste perceel werd inderdaad niet meer gebruikt voor landbouwdoeleinden. Het was reeds sedert verschillende jaren bebost. Het argument van A (verweerder), al zou het recht van overgang daarom niet meer toepasselijk zijn, wordt door de vrederechter niet aanvaard.

Hij stelt dat een erfdienstbaarheid een zakelijk recht is dat vastkleeft aan een onroerend goed. Zelfs indien het perceel niet meer voor landbouwdoeleinden gebruikt wordt, dan nog behoudt het zijn karakter van landbouwgrond. Het desbetreffende perceel ligt nog steeds in een landbouwzone.

Bovendien meent de vrederechter dat het blijven bestaan van deze erfdienstbaarheid van uitweg, ook de bedoeling was van de partijen vermits er in de akte duidelijk melding werd gemaakt van een "eeuwigdurend en onvergeld recht op uitweg!"

A moet dan ook de geplaatste afsluiting verwijderen. Het recht op uitweg op het bewuste perceel moet blijven bestaan en dit over een breedte van 5m.

Besluit

Gezien de feiten en omstandigheden in deze zaak, krijgt hier de eigenaar van het lijdend erf ongelijk. Het is de eigenaar van het heersend erf (of ingesloten erf) die over de ganse lijn gelijk krijgt van de vrederechter.

Het is echter niet uitgesloten dat in een andere zaak de eigenaar van het ingesloten perceel wel ongelijk krijgt. Dit zal steeds afhangen van de juiste feiten, de voorhanden zijnde overeenkomsten, en eventueel ander bewijsmateriaal.

Alleen indien deze precieze omstandigheden gekend zijn zal de vrederechter op een soevereine manier kunnen oordelen.

In uw geval raden wij aan gewoon af te wachten. Onderneemt uw buurman toch juridische stappen, dan zal u moeten aantonen dat uw uitweg in het leven werd geroepen in een overeenkomst.

Ons inziens zal uw buurman wellicht aan het kortste eind trekken, maar het is uiteindelijk alleen de vrederechter die moet oordelen.

Vrijdag 14 December 2007

 

 

rss