Sneeuw in het hartje van de zomer
Om één of andere reden, kreeg mijn kamergenoot Emile (Miel), de opdracht van zijn chef (5 strepen) “een pak” te gaan halen bij de chef van de keuken.
Wat was er concreet aan de hand ?
De chef van de 1e Cie had de chef van de keuken een plezier gedaan, en … werd daar voor beloond met “iets” uit de voorraad van de keuken.
Als Miel daar aankwam, en zich na een saluut, kenbaar maakte, en het pak overhandigd kreeg, bleek het te gaan om 9 kilo klontjes suiker.
Dat wij, gewone miliciens daar door tijdelijk zonder suiker zouden zitten …. Wie zou zich daar zorgen om maken
Omdat de verpakking (suiker Tienen) te zichtbaar op het pak stond zei de chef van de keuken, met een vette knipoog :
“Hier sé, steek het maar in deze zak, anders valt dat te fel op”
En die zak, was een lege plastieken zak van “strooizout”.
Dus Miel, met 9 kg suiker, in een zak van strooizout onder zijn arm, vertrok terug naar de 1e Cie, dwars over het grote oefenplein.
Bijkomend : het was hartje zomer, een dikke 20 graden warm.
Komt hij daar toch wel één of andere sergeant tegen, en daar hij het pak onder de rechterarm droeg, deed hij de verplichte groet met een opgeheven hoofd, en een stijf uitgevoerde draai met zijn nek, richting sergeant.
Maar … dit was niet naar de zin van de “franstalige“ sergeant, die Miel aanriep.
Al snel bleek dat Miel geen woord Frans kende. Miel die "wel" Frans kende, maar het verdomde, en zelfs een heel mooi Nederlands praatte, praatte in zulke omstandigheden in zijn eigen dialect, een beetje bijgeschaafd.
De conversatie verliep als volgt :
Sergeant : “ ’t Is waarom kij mij niet groet”
Miel : “Sergeant ik heb gegroet, maar kon niet salueren, met dit pak onder mijn rechterarm. Mijn linkerarm is ik namelijk gekwetst aan de bovenarm, wat mij verplicht, om dit zware pak met mijn rechterhand vast te houden”
---- Bleek onmiddellijk dat de franstalige sergeant maar de helft van zijn veel te lange uitleg had begrepen.
Sergeant : “ ’t Is van waar kij kom ? ” “Enne … ’t is waar kij naar gaat ?”
Miel : “ Sergeant ik kom van de keuken al waar ik een pak moest gaan halen in opdracht van mijn chef. Ik moet dit pak naar de chef van de 1e Cie brengen. Ik voer alleen maar een opdracht uit van mijn meerdere”
---- De sergeant begreep er nauwelijks de helft van.
Sergeant “ Enne watte zit in die pak ? “
Miel die voelde dat hij de situatie in de hand had, en niet de sergeant : “ Strooizout, sergeant, strooizout tegen de “sniejf” - - (sneeuw).
Sergeant : “Watte, … zout tegen watte”
Miel : “ Tegen de sniejf, sergeant”
Sergeant : “Tegen watte ?”
Miel “ Tegen de sniejf, de snie.ie.ie.j.j.j.f.f , sergeant”
Sergeant het hopeloze van zijn interventie inziende : “ Allez, ’t is koet, ga maar”
Miel nogmaals groetend, maar niet saluerend : “ Dank u wel sergeant”
Het strooizout
is goed aangekomen in de 1e Cie.
(En ik heb de volgende dagen, suikerklontjes van op de bureau van de Staf Cie mee naar de refter genomen, want ik drink geen zwarte koffie zonder suiker
-