Afdwalen kolder (deel II)

Literaire pareltjes van maatschappelijke gebeurtenissen.
Gast

08 jun 2004, 22:05

Ze zeggen dat je na de geboorte van een kind heel erg kwetsbaar bent als vrouw. Dat ze je van alles en nog wat kunnen verlappen en zeker de verzekeringsagenten die kennen er wat van. Je wordt letterlijk en figuurlijk gebombardeerd door opdringerige verkopers en lui die je goede raad willen geven over duizend dingen en nog wat. Ik heb al niet veel op met onbekende mensen die zomaar op een ochtend, als ik net druk bezig ben, aanbellen en plots staat dan aan de voordeur een man die lichtjes voorover leunt met een aktetas onder zijn oksel. Komen ze met een collectebus, voor het Rode Kruis bijvoorbeeld, daar heb ik alle begrip voor, maar meestal willen ze je iets aansmeren wat je nu niet echt nodig hebt. Het ergste is dat ze soms net doen dat je er absoluut niet zonder kunt. Of ze kijken zo zielig dat je de neiging krijgt om voor deze keer te zwichten, maar dan staan ze de volgende week weer op de stoep. Zo is er hier al een hele schare leger aan mijn deur voorbij getrokken. Je kan het zo gek niet bedenken of ze hebben er al voor aan de deur gehangen. Iemand die door middel van het verkopen van kunstwerken geld wil verdienen om zijn opleiding aan de kunstacademie te kunnen betalen, een vent die voor de doven en hardhorigen langskomt en zonder te verpinken zijn kaart laat zien in de hoop dat hij toch nog iemand kan vangen in zijn spinnennetwerk. Twee jehova's getuigen, die zo ongelukkig kijken, dat ik de neiging kreeg om de rollen om te draaien en hen juist van hun geloof af te brengen. Maar swa, in die week kwamen er verscheidene mensen langs om mij een spaarboekje voor de kinderen aan te smeren, want nu gespaard is later geld vergaard! Na ettelijke weigeringen van mijnentwege aan hun adres zou ik het deze keer eens beter oplossen. Och ja die man aan mijn deur…. ik zou hem geen tijd geven om ook maar één woord gezegd te krijgen. “Mevrouw” zo begon die man… “Nu is het genoeg geweest repliekte ik, wat denken jullie wel, ga verdorie iemand anders lastig vallen met jullie prul. We hoeven hier geen spaarboekjes en geen verzekeringen voor de kinderen, eerst wordt er hier gewerkt voor de kost en dan zakgeld, punt uit”. Dan zegt de man helemaal overdonderd door mijn kabaal in de open deur:” maar mevrouw, het kan wel zijn dat je dat al wel allemaal hebt voor de kinderen en voor het huishouden maar”…. “Moet ik er nog een tekeningetje bij maken jandorie, ik kom juist uit het ziekenhuis met mijn babytje en dan word ik hier al overmeesterd door allerlei personen die mij nog geen seconde rust hebben gegeven om te bekomen van de ene bel op de andere?” Boem, deed ik de deur toe voor zijn neus en dat leek mij de beste oplossing voor het moment. Nieuwsgierig gluurde ik achter de gordijnen om te zien als die man weg was toen ik plots een rode geit zag staan. Dat is een deux chavoutje plat gezegd en ik herinnerde mij in eens dat wij een nieuwe pastoor hadden gekregen in de parochie die met zulk een lelijk ding door de straten reed. Wat ik giste bleek waarheid te zijn achteraf. Ik had meneer pastoor met zijn klikken en klakken buiten de deur gezet en ocharme hij kwam maar de datum bespreken met ons wanneer de kleine het beste kon gedoopt worden. Achteraf hebben we er eens goed mee kunnen lachen maar ik stond toch maar voor aap op de doopdag van onze jongste.
Gast

09 jun 2004, 08:32

Werken zonder een pc op het bureau is bijna niet meer voor te stellen. Maar achter het e-mailen, invoeren van gegevens en het opstellen van documenten zit een wereld verborgen van leed en frustratie.Veel gebruikers zien een computer als een levend wezen met een ziel. Hij krijgt liefkozende aaitjes en er wordt tegen gepraat. Maar als de computer plots kuren vertoont, kan hij ook het slechtste in de mens naar boven halen. Schelden, vuistslagen tegen het beeldscherm en mishandelde muizen zijn het resultaat. Hoe komt het toch dat een haperende pc een normaal mens plots kan veranderen in een heuse computervandaal? De mensen geven vaak aan dat ze een soort persoonlijke relatie hebben met hun pc. Als die dan niet doet wat zij willen, komen er wraakgevoelens naar boven. Ze zien de computer als een wezen met een eigen wil. Of het zin heeft de degens te kruisen over de vraag of de computer nog gemist kan worden weet ik niet. Wat betreft de computer kan ik alleen bij mezelf te rade gaan waarom ik er mee werk. Ik ben een nieuwsgierig mens. In de eerste plaats wekte het ding, dat zich hier al een tijdje in huis bevond, mijn belangstelling op. Een stukje schrijven en zomaar zonder type-ex fouten verbeteren, dat leek me wel wat. En het uitprinten van een tekst, zo echt! Daarna vond ik het knippen en plakken uit. Een soort 'ontdekking van de hemel op aarde'. Ik zou hem niet meer willen missen. Hij scheelt me bergen papier en de chaos zou niet meer te overzien zijn. Als ik het tussentijds opslaan wat eerder ontdekt zou hebben en het knopje 'ongedaan maken' had ik me destijds al in het paradijs gewaand en was er bij de eerste crash, waarbij het ding alles inslikte, vermaalde en daarna in stilte kwam te overlijden, niet zoveel verloren gegaan. Gelukkig was het bestaan van de diskette mij ook niet ontgaan. Ik weet nog goed mijn eerste pc-les in de avondschool. Heel fier zat ik achter dat klavier dat ze toetsenbord noemden. Onze juffrouw An wees ons het knopje delete aan: zien jullie dat knopje vroeg ze ons? En iedereen natuurlijk vlug naar dat bewuste knopte met het vingerke. Wel riep ze toen heel hard: AFBLIJVEN met de vingers als je niet weet waarvoor die toets dient. Ondertussen weet ik al hoe je randen, kaders en tabellen moet maken, de verfpot kwistig over de tekst uitsmeert zodat het een schilderij van Picasso evenaart en gretig de kopieerstaaf te gebruiken, van het ene naar het andere programma moet switschen, opslaan op die of die locatie. Mijn oudbakken typemachine kan nu voorgoed de zolder op worden verbannen. Dat geratel van de wagen, zo noemde ze dat vroeger,je moest dan tegelijkertijd met je linkerhand de hendel duwen en dan ging de regel verder. Je kon dan gewoon van links naar rechts je gedachten terug op papier zetten. Voor een dubbel was carbonpapier aangewezen dat je eerst in de houding klapte tussen twee blanco A-viertjes in. Van gemakzucht gesproken tegenwoordig. Maar dat installeren na een totale crach, dat neemt nog uren in beslag en dan maar jamfoeteren op jan en alleman en de schuldige ergens zoeken die er wellicht niks mee te maken heeft. Goddank woont hier nog een zoon die nog harder kan roepen en tieren als ik voor de zoveelste keer in zijn ogen weer alles om zeep heb geholpen. Vooral niet te vergeten, ook de redder in nood ondanks alle commentaar.
Gast

11 jun 2004, 13:10

De regen stroomt neer en trommelt tegen de ruiten, ik zie haast de dunne sparren niet meer tenzij een rukwind vanuit de straat ze doet bewegen. Het is snikheet hier in de kamer maar een venster openzetten mag niet, dan stort het water dadelijk binnen over de geboende vloer en ik ben voor de laminaat verantwoordelijk. Dan maar weer een krant ergens kopen dacht ik om de verveling te verdrijven. Gazetten lezen dat deed ik allang niet meer tenzij die boulevard- of tabloidsbladen die meer belang hechten aan lustmoorden, aardbevingen en raciale relletjes dan aan wereldconflicten en aan de palabers van de Verenigde Volken. Tenslotte kan men de grote koppen van de dagbladen niet vermijden, zulke koeienletters kan men gewoon niet over het hoofd zien. De grote angst van Madrid was pas een paar weken voorbij of de dagbladen kokhalzen over een of andere bananenrepubliek. In Madrid hebben we zelfs het station bezocht een paar weken na de bloedige aanslag. De grote tuin drie verdiepingen lager lag een beetje verstoken en verlaten erbij tussen de vele trappen en souvenirswinkelkes in. Aan de buitenkant prijkten vele memoriekaartjes en duizenden kaarsen brandden er om iedereen die er voorbijkwam te laten weten van: dat mag hier nooit meer gebeuren.
Zo nam ik eens de bus omdat mijn auto hier nogal eens in het bezit is van zoonlief die dan de airco op maximum zet om zijn lief ermee te verwennen. Staat de auto toch ergens in de garage verstoppertjes te spelen is het meestal dat rampenplan fase 2 is afgekondigd. Duwen of tanken! Ik bekeek soms het subway-publiek op het spitsuur en zag hoe deze vermoeide mensen, die er op het einde van de dagtaak uitzagen als verslenste vetplanten, geen aandacht schonken aan de internationale donderwolken maar zich pijnlijk concentreerden op hun kruiswoordenraadsels of op de eindeloze sportberichten. Hoe is het mogelijk, dacht ik, dat deze man, die door haemorroïden geplaagd, geen seconde stil zitten kan, zich absorbeert in de lectuur van de heldendaden van de voetbal. En dat ondervoede meisje, ze zal het wel zelf zo willen om de lijn, leest met aandacht de necrologische berichten. Er was ook een Chinees die de Openbaring van Johannes las en een student met het gezicht vol puisten(masturbatie wordt soms tegen dit fenomeen aangeprezen door zekere ‘opvoeders’)las, hangend aan een lus, hoe Achilles driemaal Hektor rond de muren van Troja joeg voordat hij hem de dodende speer door het edele lichaam dreef. Ik vond er een pervers vermaak in na te gaan hoe men in verschillende talen de mensen noemde, of men in de terminologie de nadruk legde op het feit dat ze leefden of dat ze sterven zouden. In het Grieks heten ze ‘de stervers’, die wiens beroep het is dood te gaan. Die oude Grieken waren verdomde pessimisten. Met de Romeinen zag het er al niet beter uit want we weten allen wat de gladiatoren in de meest nobele en mannelijke woorden tegen de Keizer zeiden: ‘Moritur, te salutant’.( Zij die gaan sterven groeten je). De Fransen spreken van mortels en de Engelsen van mortals. In de Germaanse talen wisselt men wijselijk af tussen Levenden en Stervelingen. Blijkt het optimisme of de neerslachtigheid van een volk uit zijn taalgebruik?
Het was me niet ontgaan dat het experimenteel terrein, uitsluitend gewijd aan de seksuele moraal tussen de jongeren op de bus tenslotte beperkt was maar wat er op het gebied van zaken en politiek besproken werd me vertrouwd in de oren klonk. Indien ik me een tijd lang zou kunnen voegen bij die vrijgevochten onbeduidende figuranten van de maatschappij zou ik de haaien aan het werk zien in het onderwereldje der public relations. Maar ja mijn magnum opus zal wellicht nooit verschijnen, de beschaafde wereld zal nooit weten dat Petrus Christus als een leeuw schilderde die leek op een grote poedel en dat Dürer in Gent een leeuw met enkele korte trekjes voor de eeuwen vastlegde. Wie interesseert zich nu voor Clarence of voor Lippy de Leeuw?

zandmannetje
Lid geworden op: 02 feb 2003, 23:15
Locatie: Het land met meer ministers dan inwoners

11 jun 2004, 19:20

Kwezel hadt het enkele afleveringen hiervoor al eens over de computer, hier wou ik graag nog even op inpikken.
Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar mijn PC is mijn beste vriend!
Spreekt me nooit tegen, is altijd direct akkoord als ik iets voorstel, voert meestal zonder mopperen uit wat ik hem opdraag.
Dat is hem geraden ook, want hij zal zelf wel weten, aangezien computers steeds met mekaar in verbinding staan, wat zijn voorganger is overkomen. Die heeft het driemaal aangedurfd mijn orders niet op te volgen, en de derde keer was er één teveel aan!
Een mens in opgewonden toestand maakt fouten, een mens in razernij ontstoken maakt er nog meer. Maar ik besefte pas nadat ik met mijn vuist reeds in het scherm stak, dat niet de monitor de schuldige was. Dat maakte mijn verbittering nog groter, en nadat ik ook nog een beentje in mijn voet brak met tegen de kast van de PC te stampen, kwam het schuim op mijn lippen. Mijn woede kende als het ware geen grenzen meer, ik ging door het lint, ik sloeg op tilt!
Ik had zelfs niet meer het besef eerst het raam te openen, hopla dwars door de ruit, weg met dat vermaledijde ding!
Vanuit de derde verdieping, de toevallige voorbijganger dankt nog steeds zijn engelbewaarder dat de zware kast slechts het topje van zijn neus meenam en zijn tenen verpletterde.
(En niet erbij, zoals hij later voor de rechtbank beweerde, dat hij ontmand werd, dat is pure nonsens, een poging om de verzekering op te lichten. Zijn vrouw verzekerde mij, dat hij voordien er ook al niet veel van bakte)
Zal ik ineens beginnen over het proces dat hij mij aanspande?
Om 11u. moest ik op de rechtbank zijn. Ietwat nerveus toch, was ik al om 10u. ter plekke.
Ruim tijd genoeg dus, om eerst een pintje te gaan drinken, kwestie van de zenuwen wat tot bedaren te brengen. Zo vroeg nog, hing er toch reeds een vroege klant aan de toog.
We raakten in gesprek, ik vertel wat mij boven het hoofd hangt, en ik trakteer de kerel op enkele pintjes. Jos heette de man, op zijn beurt verteld hij mij over zijn problemen met zijn vrouw, die thuis met ijzeren hand de plak zwaaide… (is dit wel de juiste uitdrukking?)
Vol mededogen leg ik hem uit, dat hij nooit ofte nooit zijn angst mag tonen, dat het anders nog erger wordt. Een hond ruikt ook de angst bij een man nietwaar, wel een vrouw kan dat ook! Af en toe eens op de tafel slaan mag wel eens helpen, en anders sla je maar ergens anders op, je weet wel op wat!
Tien minuten op voorhand pak ik mijn biezen, en spoed me naar de raadszaal.
Ruim op tijd, ik moet nog even wachten op de rechter. Toen die eindelijk binnenkwam, moest ik even naar adem snakken en slikken. ’t Was de Jos verdomme!!!
Het proces heb ik glansrijk gewonnen. De voorbijganger probeerde Jos te overtuigen, dat wanneer hij slechts een halve seconde eerder gepasseerd was, hij nu dood was geweest.
Ik kon dat gemakkelijk weerleggen door te zeggen, dat als hij 2 seconden later of vroeger was geweest, er helemaal niets gebeurd zou zijn. Waarin Jos mij volledig bijtrad…
Ik heb er maar vanaf gezien nog schadevergoeding te eisen van die voorbijganger, met de redenatie dat indien hij de computer hadt opgevangen, er geen perte totale was geweest, maar daar heb ik maar van afgezien. Ik ben altijd een redelijk mens geweest, en wou de zaak niet op de spits drijven.
Over de nieuwe computer ben ik dik tevreden. Wat niet wilt zeggen dat hij soms geen kuren heeft, maar die heb ik ook. Zolang we ze niet samen hebben, is er geen vuiltje aan de lucht, en dienen voorbijgangers niet ongerust te zijn. Ook die signalisatiepaal hebben de gemeentearbeiders terug verwijderd, die de eerste voorbijganger op zijn eigen kosten had laten plaatsen “ Opgepast, vallende computers”…
Die kuren zijn dan nog te wijten aan het besturingssysteem, Win.ME.
Er staat hier wel een andere PC met daarop Win.XP, maar daar heb ik zo geen interesse in.
Veel te secuur, veel te traag… Vooraleer die is opgestart, is een mens met aanleg tot de ziekte van Parkinson al vergeten wat hij eigenlijk wou doen.
En nog zoiets, als ik hem iets opdraag, vraagt hij telkens “Ben je zeker dat je dat wilt doen?” Zo precies of ik ben een onnozelaar, als ik dat niet wou zou ik het hem toch niet opdragen zeker?
Nee geef mij maar Win.ME, veel sneller en vooral veel onderdaniger.
En als hij wat veel kuren verkoopt sluit ik onverbiddelijk de stroom af, daar heeft hij niet van terug!
En als volgende werkje ga ik eens terug de spraaktechnologie installeren zie, voor de tweede keer reeds. Indertijd op een computerbeurs gekocht, aan halve prijs, na het failliet van L&H.
Het speciale hieraan is, dat je niet alleen teksten kunt inspreken in een prog zoals WORD, maar ook heuse commando’s kunt geven zoals “Ga slapen” als je hem wilt uitschakelen, of “Word wakker” als hij in standby staat.
Tiens, dat herinnert mij ineens aan de oorzaak waarom ik die vorige uit het raam gekieperd heb. Die wou niet ontwaken op mijn commando
“ Word wakker” .
Pas nadien, met de brokstukken bijeen te keren, zag ik dat de stroomschakelaar op UIT stond…
Zo, dat was het dan.
Heb nog een goed leven en we zien mekaar misschien weer in de hel.
Tot zolang dan zal zandmannetje jou wel in slaap lullen !
Gast

13 jun 2004, 14:45

Iedereen houdt van een grote salarisopslag en in de afgelopen vijftig jaar zijn mensen veel rijker geworden. Toch schijnen mensen nu niet gelukkiger te zijn. Hoe komt het toch dat rijken zo moeizaam de echte vreugde ervaren en dat eenvoudigen de vreugde als een geschenk ervaren? De mensen zijn niet minder tevreden met hun leven dan in de jaren vijftig, neen hoor het is gewoon een generatieverplaatsing. Het is opmerkelijk omdat rijkere mensen altijd zeggen dat ze gelukkiger zijn dan armere mensen. Een veel belangrijker verklaring waarom meer rijkdom niet automatisch iedereen gelukkiger maakt, is onze neiging om ons lot te vergelijken met dat van anderen. Om het nog erger te maken, meer werken om meer te kunnen kopen, kan mensen zelfs ongelukkiger maken omdat ze niet genoeg vrije tijd meer overhebben. Wie wil er nu niet kunnen dromen van een villa in Toscanië of op een strand aan de Middellandse Zee zonder schroom te liggen? Van verleidelijke denkbeelden gesproken.
We weten allen wat het betekent zich eens ‘zalig’ te mogen voelen, zich gelukkig te weten omdat we ondervinden dat het leven meevalt, dat we goed in ons vel zitten. Is geluk iets wat je overvalt, iets wat je hebt of niet hebt? Er zijn veel belangrijker dingen dan geld, maar die kosten ook geld. Je geraakt eigenlijk in een straatje zonder einde. Maar één ding is zeker, geld maakt het verschil tussen wél en niet eten hebben op tafel. Geluk wordt dus niet bepaald door kennis, doorzettingsvermogen en een wil om een beter leven te verkrijgen! Nee geluk wordt voornamelijk bepaald door geografie.. Daar waar je geboren wordt!! Iedereen wordt geboren met een stempel op het voorhoofd waarop staat: jij en jij mag het geluk ervaren rijk te zijn en jij en jij mag het rijk-zijn ervaren door gewoon gelukkig te zijn.
Ook de persoonlijkheid van het individu speelt een rol bij de geluksbeleving. Mensen die over het algemeen tevreden zijn met hun leven, zijn ook meer tevreden met hun inkomen, ongeacht de hoogte daarvan. Dus is alles maar een illusie?
Als je het Koninkrijk zoekt, krijg je ‘al de rest’ zei evangelist Matheüs. Maar als je eerst al de rest zoekt, rijke weekend-diners en fuiven en de mooiste kleding, is er dan nog een vooruitzicht voor ons?Zie je dan nog vriendelijke mensen om je heen? Je kunt immers niet alles tegelijk in het perspectief houden. Een mens is beperkt,niet waar beste mensen? Als je te veel boekhouding moet doen van al je bezittingen, lees je geen andere boeken meer. Als je de ganse dag je bezit moet bewaken, kun je niet meer de wereld intrekken om mensen te ontmoeten. Als je je schatten in je handen verbergt, heb je het gebruik van je handen verloren tenzij als je ze opbergt in je hart. Voor een rijke is het moeilijk het Rijk der hemelen binnen te gaan zei diezelfde evangelist, eerder nog wringt een struise kameel zich door het oog van een naald. De dingen worden een ijzeren muur, een muur van schaamte, ze vormen een diepe kloof tussen de mensen. Huizen kunnen mensen scheiden. Soms is er méér ruimte voor mensen in een krotwoning ergens in Zuid-Amerika, waar buren en vrienden altijd welkom zijn dan in een West-Europees landhuis aan de zee waar misschien eigen ouders niet meer welkom zijn. De grootste vreugde in iemand’s leven is toch dat de kinderen gezond zijn en kunnen of mogen studeren. Dat de kleinkinderen ons alle dagen die ons nog resten vreugde brengen al is het maar om over het voetbal te praten? Maar ja, geld maakt recht wat krom is getrokken.
Gast

14 jun 2004, 16:18

Het gevaar van de dingen niet direct op te schrijven is dat je een heleboel vergeet, zelfs al na een week. Als ik echter door het raam naar buiten kijk of ik slalom tussen de zandheuvels op straat door naar ons huis staat me het beeld van zandkastelen maken aan zee nog levendig voor de geest. Het ganse dorp is hier herschapen tot één reuze zandbak. De schepjes zijn nu vervangen door immense bulldozers en krabbers die de ganse dag hun muziek uitspreiden voor ieders’ huis. Als alles af is en terug in de plooi gelegd is dan hebben we natuurlijk een nieuwe riolering en dat kan tellen in deze moderne tijd. Hopelijk hebben we nu meer water in de riolering dan op de straat staan anders wordt het weer met botten door die vuile poelen waden. We lijken wel de familie flodder allemaal alleen de sigaar ontbreekt er aan.
Ik weet nog goed telkens als het mooie weer er aan kwam werden de tuinartikelen uitgehaald en tentoongesteld op het prille gras. Aan ene kant kon dan de zand erin en aan de andere kant het water. Wat de kinderen echter niet konden vatten was dat het gescheiden moest blijven zoals tegenwoordig het hemelwater, dat niet bij elkaar mag komen.
Er kan geen twijfel bestaan over het belang van zandbakken voor opgroeiende kinderen (emotioneel, contact met bodem, vormen, knoeien, fantasie enzovoort). In de zandbak spelen is heerlijk als je nog klein bent en de fantasie is eindeloos. Maar klein én groot kunnen ook plezier beleven met het zand van het strand. Wie houdt er nu niet van het strand? Iedereen toch! Op het strand kun je heel veel doen, zoals: zandkastelen bouwen of vliegeren, beachvolleybal spelen,verloren lopen en zomeer.
Iedereen maakt wel eens een zandkasteel op het strand, maar als het dan vloed wordt neemt het water stukje voor stukje je hele zandkasteel mee. Het blijkt dus dat je kasteel niet stevig genoeg is of schatten we eb en vloed verkeerd in tijdens onze noeste bezigheid om dat kasteel van onze dromen te realiseren?
We vertrokken dus naar Bredene, geladen met vormpjes, emmertjes, harkjes, zeefjes, gietertjes, noem maar op. Het kan niet gek genoeg zijn of we haalden het uit onze tassen. Eerst zochten we een plek waar het zand nog ongeript was om onze architectonische kunsten tentoon te spreiden. Met man en macht werden karrenvrachten emmers gevuld met dikke zand en op elkaar gestapeld. Het leek wel een versterkt fort van Ivanhoe te worden. Handig werden de vormen gebruikt om het slot een sprookjesachtige tint te geven. Op alle hoeken en dat waren er veel, kwam een toren te staan met op de kantelen de wapenschilden van de gildenbroeders van de schutterij. Onze eigen vlaggetjes die we gebruikten voor als hoog bezoek langskwam om mee te wapperen, staken we bovenop de minaretten. Een zot gezicht maar pret dat we hadden met de kinderen. De slotgracht mocht uiteindelijk niet vergeten worden, heel voornaam! Tenslotte moesten we de boze ridders buiten proberen te houden die het kasteel zouden aanvallen in onze kinderlijke fantasie. Ondertussen had de vloed zich al aangekondigd en stukjes en beetjes slokte het water alles binnen. Wat een uurtje geleden nog leek op het slot van Doornroosje had nu meer weg van een kapot geschoten kazerne van onder de oorlog. Dan maar zelf ten aanval getrokken dachten de zonen. Met een aanloop renden ze onder de luidkeels bekende kreet van: Geronimo, here we come, en sprongen zo het mooie kasteel tot op de laatste kruimel zand naar de eeuwigheid. Maar het waren wel fantastische heerlijke uren voor het gezin om nooit meer te vergeten.

zandmannetje
Lid geworden op: 02 feb 2003, 23:15
Locatie: Het land met meer ministers dan inwoners

15 jun 2004, 12:29

Het computergestuurde programma zorgde ervoor, dat ik gewekt werd. Het duurde geruime tijd eer mijn bloedsomloop terug op gang was gebracht, en mijn hersens normaal begonnen te functioneren.
De interstellaire aandrijving van ons ruimteschip was reeds door de computer uitgeschakeld, nu suisden we aan tiende lichtsnelheid verder naar ons geprogrammeerde doel, een kleine planeet aan de rand van een jong zonnestelsel. Volgens computergegevens was er echter een gerede kans op leven.
« Laat de grote god ervoor zorgen dat het deze maal verdergevorderd intelligent leven is, en niet die dinosaurustoestanden van onze laatste landingen » ging door mijn hoofd.
Toen ik de controle over mijn ledematen terughad, klom ik uit de tank gevuld met mahali, die maakte dat verouderingsverschijnselen zogoed als uitgeschakeld werden.
Tot mijn verrassing stond Kebi al voor het het grote holoscherm, waarschijnlijk seconden voor mij ontwaakt.
« Bingo » zei ze zacht, en wees naar de blauwe planeet die de helft van het scherm vulde. Uit onze naderingshoek zagen we ook het reusachtige ruimtestation dat rond de planeet draaide. « Ze hebben de technologie… »
Voorzichtigheid was dus geboden, ik schakelde direct het schild aan dat ons schip in de 4e. dimensie verplaatste, waardoor we voor detectiesystemen onzichtbaar werden.
De computer berekende een koers om ons aan de grond te zetten in een dunbevolkt gebied, want volgens nauwkeurige metingen bleek dat de planeet behoorlijk overbevolkt was.
Na de landing schuifelden we naar buiten, benieuwd naar deze beschaving…
Tijdseenheden later bereikten we een plaats waar enkele autochtonen zich ophielden, en hadden wij een eerste ontmoeting met deze vreemde intelligentie. Zowel Kebi als ikzelf hadden moeite om onze lachspieren in bedwang te houden bij de eerste aanblik. Tijdens onze vorige expedities waren we al met tientallen levensvormen in aanraking gekomen, er waren er hilarische bijgeweest , maar deze sloeg echt alles !
« Mijn god, wat zijn ze lelijk » fluisterde Kebi « wat een afstotelijke vorm ! Hoe kunnen ze rechtop blijven met dat wankelbaar evenwicht, zo’n onfunctionele bouw heb ik nog nooit gezien ! »
Deze planeet had inderdaad een levensvorm voortgebracht, die met niets anders vergelijkbaar was. En er waren vele duizenden varianten in het heelal te vinden. Sinds we wisten dat voor het ontstaan van leven niets anders nodig was dan een koolstofhydraat, in combinatie met een vorm van water, keken we daarvan ook niet meer op.
Kebi bestierf het bijna van het lachen. Blijkbaar hadt zij iets teveel gerucht gemaakt, want enkelen van hen hadden ons opgemerkt. En stelden zich dadelijk zeer aggressief op, zodat we genoodzaakt waren onze verdovingswapens te gebruiken.
« Laten we er één meenemen » stelde Kebi voor « anders gaan ze ons nooit geloven thuis »
Ze koos er het mooiste exemplaar uit, in ons ruimteschip deponeerden we het voorzichtig in een mahalitank.
Vervolgens volgden wijzelf de geijkte ontsmettingsprocedure, om ons van eventuele vreemde bacteriën en schimmels te ontdoen. Onder de warmteblazers begonnen mijn schubben weer glans te vertonen.
Het opstarten van onze UFO is reeds routine geworden, terwijl ik met mijn voorpoten een nieuwe koers op de computer instel, bedien ik met mijn middelpoten de knoppen om de deur te sluiten en de anti-zwaartekracht in te stellen. De angel op mijn hoofd verbind ik met de zender, om contact op te nemen met onze thuisbasis op Alpha Centauri.
Luttele seconden later verlaten we de derde planeet van een onooglijk zonnestelsel, door zijn bewoners Aarde genoemd, en schakelen over op interstellaire aandrijving.
Kebi staat voor de doorschijnende bewaartank, nog steeds het rare gedrocht te bekijken « Hoe noemden ze zichzelf ook al weer, mensen ? »
Zo, dat was het dan.
Heb nog een goed leven en we zien mekaar misschien weer in de hel.
Tot zolang dan zal zandmannetje jou wel in slaap lullen !
Gast

15 jun 2004, 20:25

Ach Zandmannetje, je bent op de SF toerbus gesprongen. Ik blijf liever met beide voeten op de grond. :wink:

Wie denkt dat het najaar terug in het land is, denkt verkeerd want we verkeren nog altijd in het voorjaar tot over enkele dagen. Wat lente moet heten en ons aangenaam zou moeten stellen is totaal misgelopen hier in het natte België. Hoe komt het toch dat de seizoenen niet zijn zoals ze geweest waren ooit in ver vervlogen tijden? Heeft de weerman zich voor de zoveelste keer weeral vergist of is het de Schepper hierboven die dement geworden is? In alle geval de mensen die de zon hadden verwacht en in hun zomerse plunje buiten zitten kunnen hun winterkleren terug boven water halen. De wind rukt je de kleren van het lijf en je loopt voorover gebogen alsof je een gat in de lucht wilt boren. Het lijkt wel of de maartse buien wedergekeerd zijn en de regen wordt door de wind wel tien meters ver uiteen geslagen. Het regenwater dat hier op aarde neervalt doet de planten té goed groeien en dat niet alleen, ook het gras en het onkruid steekt welig zijn kop boven het groene tapijt uit. Ik zie mijn buurman achter zijn kleine glazen serre, die probeert om een vuurtje aan te leggen in zijn stookton. Wie steekt er nu in de regen een vuurtje aan, zeker koud gekregen binnen of om de mazout uit te sparen in deze dure tijd? Hoe kan je nu water en vuur verzoenen met elkaar? Maar hij krijgt het aan het branden , slimme buurman hebben wij want eventjes later stijgt er een dikke zwarte rookpluim op die boven ons gazon blijft hangen. Probeer maar eens het gras af te rijden in natte toestand, gegarandeerd dat het mislukt. Die vieze groene brij plakt onder tegen het grasmachine en met geen paard is het eraf te krijgen , je moet wachten tot het droog is. Iedere keer stel ik het karweitje dan ook uit tot het gras me tot aan de knieën reikt en dan is het ploeteren om erdoor te geraken. Telkens denk ik: morgen doe ik het wel af maar ’s anderendaags herhaal ik in gedachten diezelfde zin. Wie zong ook alweer: laat het gras maar groeien?
De molshopen lijken deze week op bergen en de buurman lacht dan in zijn vuistje, hij heeft die blinde tunnelgravers de weg naar hier gewezen met een houten plankje en een dikke vette rode pijl erop. Jongens toch, vooraleer het snormachientje te starten moet ik nog eerst die hopen uit elkaar duwen, geen sinecure mijn gedacht. Dan toch maar aan dat vervelende karwei beginnen want anders kan ik niet meer door mijn eigen wei met de honden lopen. Grasmaaiers starten dat is niet zo mijn ding. Dat trekken aan dat touw is er teveel aan. Mijn armen zijn ocharme korter dan de kabel maar ik zou hem wel aan de praat krijgen. Noppes, hij weigerde categoriek te starten. Wat moest ik nu toch alweer doen, zou mijn man het opgeschreven hebben? Van voor aan het toestel is een rubber knoppeke en daar moest ik eerst mee pompen en de starter onderaan zetten vooral niet naar boven duwen. Dan aan dat ellenlange snoer je te pleuris trekken maar dat deed ik toch allemaal. Verder lees ik dan: als dat niet werkt, kijk in het reservoir om de benzine bij te vullen. Wat benzine dacht ik, rijdt die dan niet op mazout? En waar staat dat spul dan weeral? Daar stonden dan twee kruiken eenzaam en verlaten in het stalleke. Op het ene stond ‘voor gras’ en ‘B.’ stond er op het andere. Wat bedoelde hij nu daarmee? De groene kruik voor het grasmachine en de B. stond die dan voor bosmaaier? In mijn ogen leken ze sterk op elkaar. Het ene is groen en het ander kaki maar mijn ventje zweert erbij dat het duidelijk is uitgelegd. Maar of het nu groen of zwart was geweest maakt niet uit want ze stonden allebei leeg. In de kelder stond nog ergens verborgen tussen de rommel een rood kruikje met een vreemde inhoud. Mijn eega gebruikt altijd mazout om de fietskettingen in te leggen en mazout is brandstof, niet waar? Met behulp van een trechter kieperde ik dan dat onbekende spul dat raar rook in de lege tank. Niets is voor eeuwig, toen ik aan het snoer trok hoorde ik ineens een ‘knal’. Ontploft dat ding toch zeker zo plots als ik het gestart kreeg. Een luide knal om een Duitser van heimwee de tranen in de ogen te doen krijgen. Zoals het zo mooi in de bijbel stond beschreven: ‘Het brandende Braambos’. Gelukkig zonder vuur maar wel met veel rook. Oei en ik wilde hem nog voor vaderdag verrassen. Dus het gras toch maar laten groeien?
Gast

17 jun 2004, 20:30

Het gebeurde in maart dit jaar dat ik me afvroeg waar het vakmanschap naartoe was? Vakmanschap is meesterschap, wie zei dat ook alweer? Vroeger had je de Schepper van hemel en aarde die de hele administratie zelf bijhield. Die zette de machines ook zelf aan de gang op het juiste moment. De slagregens kwamen in november, de bladeren vielen in oktober en midden maart liet hij de knoppen van het voorjaar openspringen. De man had het jaren en jaren geleden allemaal zelf ontworpen en gemaakt. Een mens maakt niet kapot wat hij zelf in elkaar heeft geknutseld. Als ik iets in deze tijd triestig vind, dan is het de teloorgang van het vakmanschap. Als je vandaag de dag een loodgieter laat komen omdat er op de verdieping een kraan lekt, het preventieve ingrijpen van de goede huisvader, nietwaar, dan kun je er donder op zeggen dat een halfuur na zijn vertrek de benedenverdieping geheel onder water staat. Ze komen gewoonlijk de vrijdagavond omdat ze de hele week elders hebben moeten werken, wààr dan? Je hebt dan het hele weekend om je zwemvliezen uit te testen.
De vakman is dood, hij bestaat niet meer en dat is hierboven precies hetzelfde. De schepper van hemel en aarde heeft duidelijk vlak na het concilie zijn pensioen genomen. Beter geïnformeerde katholieken dan ik beweren dat ze hem zelfs met brugpensioen hebben gestuurd en ze hebben daarboven in de plaats een computer geïnstalleerd met al de gevolgen vandien. Nadat de mezen al begonnen waren met hun nest te bouwen en in Lummen al een merel met twee eieren was gesignaleerd , begint het in maart ondermeer ineens te sneeuwen Sneeuwen nadat je al acht dagen lang met je neus vooruit het voorjaar hebt kunnen ruiken. Van op verre afstand weliswaar maar toch het onbetwistbare voorjaar.
De weermannen (behalve onze dierbare Armand Pien)die ook niet beter vragen dan de boel in de war te sturen doch die in feite ook maar de vaststellers zijn van wat ze hierboven zitten te knoeien, die kwamen bijna juichend mededelen dat er na het weekend vermoedelijk sneeuwvlagen zouden komen, natte sneeuw en mogelijk zelfs ijzel. Ook zij maken zich belachelijk en hebben niet eens meer een overzicht van wat hierboven door een stel amateurs van de afdeling goddelijke informatica geknoeid en gefoetseld wordt. De een of de andere heilige die misschien niet eens het verschil kent tussen software en hardware, een die bij het concilie misschien zelfs werd geschrapt en die ze nu toch weer een interimaatje van zeven keren niks hebben gegeven omdat de verantwoordelijken weeral eens niet op hun post waren. Die had allicht een verkeerde diskette genomen en de verkeerde toetsen ingedrukt, die had de printer voor de terminal aangezien, weet ik veel en ineens begont het hier beneden in maart te sneeuwen. Ze wachtten niet eens tot na het weekend zoals gezegd was, nee op zaterdagmorgen lag de boel wit alsof het Ardennen Offensief opnieuw ging beginnen. In de Ardennen schrikten ze zich rot. Twintig centimeter sneeuw terwijl hier de forsythia klaarstond om open te springen.
Pensioengerechtigde opa’s en oma’s uit Sankt-Vith en uit De Panne keken huiverig door het venster en ze bleven wel vijf minuten lang naar de rand van het dennenbos turen om zeker te zijn dat daar niet ineens de Duitse tanks uit te voorschijn kwamen rollen. Altijd uitkijken met Pruisen, wat erin zit komt er altijd weer uit. In ’40 kwamen ze ook niet maar toen op 10 mei mijn vader wakker werd en naar de badkamer ging, stond zich daar al een feldwebel te scheren. Alle Vögel sind schon da. Leer ze mij niet kennen. De sneeuw alsof het december is, bah de boel in de war sturen. Het krakkend foorwagentje van Felix Timmermans dat op de vooravond van Kerstmis door de sneeuw dokkerde, dat moest nu ineens zonder verwittiging opnieuw uit de schuur worden gehaald en de oude knokige merrie, ocharme het beest, diende opnieuw en volstrekt onaangekondigd te worden voorgespannen.
In Maasmechelen hadden ze naar het schijnt opnieuw een nachtmis gehouden, je zou de tel wel kwijtraken. Als daar ineens de arme timmerman en Maria, de nederige maagd, opnieuw door de sneeuw naar een stal zochten in maart, in het voorjaar, enkel en alleen omdat ze hierboven de boel op computers hebben gezet. Overgeleverd zijn we aan de willekeur van de elektronica. Ik heb toch zelf een computer en ik weet toch zelf zeker best hoe vaak die met zijn eigen in de clinch ligt. Ook nog zoiets, vroeger werkte iets niet meer, nu ligt het met zichzelf in de clinch. Laat me lachen, wat zeg ik, laat me huilen. Ik was naar de merel gaan kijken, dat derde ei is nooit gekomen, je zou voor minder je poepje wel toetrekken. Die vogel zat daar met opengesperde zwarte ogen te wachten en in paniek bekeek die mij. De schepper van hemel en aarde. De derde dag of was het de vierde schiep hij de vogels. Ja, maar nu liet hij ze in paniek in maart met hun gat van ellende dicht, in een wit besneeuwd nest zitten. Ik hoop dat Hij niet vergeten is te formateren!

zandmannetje
Lid geworden op: 02 feb 2003, 23:15
Locatie: Het land met meer ministers dan inwoners

18 jun 2004, 11:19

Omdat niemand pap schijnt te lusten van mijn SF verhaal, wordt die proefneming met onmiddelijke ingang stopgezet. Dan kieper ik zonder enige rancune 27 verhaaltjes in de prullenmand. Waarvan er toch hele goeie bijwaren, al zeg ik het zelf.
Zoals die waar Beki en ik op de planeet komen waar alleen maar mannen wonen, die nog nooit een vrouw hebben gezien. En in het naburige zonnestelsel was het precies andersom, alleen maar vrouwen.
En omdat wij tweeslachtige wezens zijn van Alpha Centauri, kwamen we op alletwee lekker aan de bak...
Dat zien jullie, stomme aardbewoners, allemaal aan je neus voorbijgaan!
Ook die van de planeet die zo dichtbevolkt was, dat bij onze landing 5.000 man verpletterd werden. Dat hebben we toch maar mooi opgelost door hen te barbecuen, dan was het voedseltekort ook tijdelijk van de baan.
Zijn we nog gauwgauw moeten vertrekken, want ze begonnen mekaar uit te moorden, zo lekker vonden ze het!
Ze staat nu vermeld als de kannibalenplaneet.
Je zult dus ook nooit te weten komen wat we met jullie soortgenoot hebben uitgericht, maar je moet het zelf maar weten.
Dat hoofdstuk is afgesloten!

Daarom lul ik maar verder over mijn beste vriend, de computer.
"Tegen wie ben jij aan het spreken?" eega komt mijn heiligdom binnen, in het gedacht dat ik gezelschap heb. (Sinds ik de spraaktechnologie opnieuw geïnstalleerd heb, spreek ik tegen de PC ipv. te typen.)
"Tegen de computer natuurlijk!" Ze beziet me medelijdend, en dat kan ik nu juist niet hebben zie, dat ze mij medelijdend bezien!
"Ja, die doet tenminste wat ik zeg zonder tegenpruttelen, en die weet het niet altijd beter!"
Dat laatste is misschien niet juist, maar als dat zo is laat hij het tenminste niet blijken...
In het verleden heb ik reeds vele computerbeurzen bezocht. Zijn er massa's verschillende PC's, wat het inwendige betreft, ook het uitwendige, de kast dus, probeert men een extravagant tintje te geven.
Door glazen panelen te gebruiken, zodat er binnenin TL-buisjes kunnen gemonteerd worden, waardoor de PC het uitzicht krijgt van een JukeBox uit de vorige eeuw. Dat heeft mij toch maar op het idee gebracht, mijn computer een menselijk uitzicht te geven. Er een mooi stel ogen op geschilderd, en waar de CD-schuif zich bevindt een zinnelijke mond met dikke rode lippen, het ziet er echt goed uit!
En hij vindt CD-Roms heel lekker, want soms weigert hij pertinent om ze terug te geven, moet ik hem weer een trap verkopen...
Nu sta ik alleen nog in twijfel of ik hem een broek of een rok zal aantrekken, is een computer mannelijk (we zeggen altijd hem) of vrouwelijk? Of misschien geslachtloos?
Och, ik zal hem een broek aantrekken en daarover heen een rok, dan is dat ook opgelost.
Zo, dat was het dan.
Heb nog een goed leven en we zien mekaar misschien weer in de hel.
Tot zolang dan zal zandmannetje jou wel in slaap lullen !

meme-rietje
Lid geworden op: 13 okt 2003, 19:51
Locatie: Zuid-West-Vl.

18 jun 2004, 14:31

zandmanneke ik lust pap van je sf verhalen :lol:
Groetjes van meme-rietje,
het is gemakkelijker op te geven dan door te gaan

Tilly
Moderator SeniorenNet
Lid geworden op: 24 dec 2002, 15:35
Locatie: aan het bos van den baron

18 jun 2004, 16:14

Tja :? , en ik maar snuffelen in de prullenbak naar die 27 andere verhaaltjes :wink:
Gast

20 jun 2004, 12:52

Als het nog lang duurt overal met dat rotweer zien we ons verplicht om naar Scherpenheuvel te fietsen, het stond toch al op ons programma, niet voor ons boekje te laten afstempelen maar voor een mirakel af te smeken. Je kan geen daguitstap meer doen of plets, je wordt nat. Je zou voor minder chagrijnig worden op de duur. Maar daar aangekomen met de auto was het nog erger gesteld dan bij ons. Het regende niet stilletjes in Scherpenheuvel maar pijpenstelen en dat was dan ook eerder een teleurstelling want dit was tegen alle tradities in. In mijn herinnering liep je in de straten van Scherpenheuvel naar vrije lucht te happen want in een bedevaartsoord moet het bloedheet zijn en je moet over de koppen kunnen lopen. Als je ook geplet wordt, dan is dat niet zo erg, want je zit ter plaatse van het mirakel zelf. Je wordt doodgedrukt, het volk gaat in en wijde kring om je heen staan en zie, daar sta je monter overeind en wandelt verder. Vroeger stond dat zelfs in de boeken: ‘Hij nam zijn bed op en wandelde.’ In mijn geval zou dat een sterk staaltje van rooms-katholiek geloof zijn, want ik weet maar al te goed wat er technisch allemaal bij komt kijken om zo’n bed op te nemen.
Het regende dus in Scherpenheuvel en het was de bittere vaststelling dat het tegenwoordig regende op alle plaatsen die in mijn herinnering in de volle zon liggen. Er gaat dus iets fout, dat staat zonder meer vast. De processie van Echternach lieten we al links liggen omdat daar de melding kwam van: ‘hier regent het één stap vooruit en twéé achteruit’.
De kraampjes die er nog allemaal op een rij stonden, lagen er nat en verlaten bij.Het snoepgoed en godvruchtige artikelen, allemaal door elkaar in een prachtige mengeling van kleuren die nergens anders zo dicht bij elkaar te vinden zijn, behalve in Lourdes, daar leek het dan weer meer op eventjes een uitstapje maken tussen de diverse handelszaken,bleef onaangeroerd door de pelgrims. Het zachtroze van de lange spekken die je zelfs nog kon uitleuren tot je het dubbele had voor dezelfde prijs, het vuurrood van de mierzoete suikeren puntneuzen en het blauw van de Lievevrouwen van Scherpenheuvel, sommige nog in matte gips, maar de meeste al in glanzend plastiek. Ook de dikke lekkere sponsjes in kokosnoot waren er nog en Sint-Antoniussen waarvan wie niet tot de Kerk behoorde, dacht dat ze om op te eten waren doch de ingewijden wisten dat franciscanen destijds in de kleur van chocola door het leven gingen. Moppen van Scherpenheuvel die lust ik niet, bwééékes. De geuren waren nog precies dezelfde van vroeger. Je had weliswaar de hitte niet, hitte verhevigde indertijd de geuren tot iets dat bijna bedwelmend was. Dat had je nu in deze stille regen niet meer, alleen wie nog bewust het verleden wilde ruiken, herkende het nog. Aan de overkant van de weg leefde de horeca op goede hoop. De cafetaria’s,de tearooms en de frituren stonden allemaal wijdopen, je kon zien dat je niet hoefde te twijfelen, er was plaats genoeg aan de tafeltjes. Maria zou hier genoeg plaats vinden in de herbergen. Vroeger bij de grote hitte, was dat nooit het geval. Eén van de mirakelen van Scherpenheuvel was dat je in één van die zaken een plaatsje vrij vond. Dan had Onze-Lieve-Vrouw je gebed verhoord en je at uit dankbaarheid een enorme wafel met bloemsuiker met aardbeien en daar zelfs nog slagroom bovenop. Van cholesterol sprak niemand, je kende het niet en je had er dus ook geen last van, je leefde tot je doodging. Eet vandaag eens een wafel, gegarandeerd krijg je het hemelwater gratis erbij. De grote deur stond open en vanuit de basiliek kon je horen dat een priester sprak. Dàt deed hij nog wel zoals vroeger, je wist niet waar ze allemaal die toon vandaan gehaald hadden maar buiten henzelf en toon Hermans sprak niemand zo. Zijzelf ook niet zodra ze maar weer naar buiten kwamen. Politici en voorzitters van Vlaamse verenigingen hadden ook zo’n bijzonder toon verworven waar je niet meer omheen kon. Bij betogingen hoorde je die en bij grote meetings en openluchtfeesten. Het is de toon waarmee je uiting geeft aan je verontwaardiging, waarmee je je grieven opsomde en dat het nu spoedig eens allemaal gedaan moest zijn daarmee. Stel je voor dat het plots écht gedaan was, hoe moest je dan gaan praten? De priester zong nu en iedereen die met hem in de basiliek was,waarachtig nog in het prachtige gregoriaans. Wat een geluk dat dit nog niet verboden is door Rome. Iemand had kaarsen uitgeblazen en dat rook heerlijk. Channel maakt dat nog eens ooit vloeibaar, let op mijn woorden. In een zijkapel hingen plaasteren armen en benen en ingewikkelde beugels waaruit men zich had losgebeden, het geloof dat bergen verzette, alhoewel nu uitgerekend Scherpenheuvel boven op een sterke helling ligt die niet plat te krijgen is, leg het maar uit.
Een oude man stond bij zijn zo goed als lege horecazaak en hij riep:”lekkere wafels en pistolees met hesp en kaas en krab. En rijsttaart die ge nergens vindt met volledige menu’s en niet duur,kom maar, er is plaats”.
Er was zoveel plaats dat niemand wist waar hij eigenlijk moest binnengaan. Het regende zo zachtjes dat het niemand hinderde, maar een zomerdag was het niet . Het zal wel een mirakel zijn als er nog zo eens een komt. Nu maar hopen dat de kaarsen die we hebben aangestoken deels om onze handen te verwarmen deels voor ‘o mooie dagen’, dat ze die niet hebben uitgeblazen want dan zal het in het vervolg Heppeneert worden.
Gast

22 jun 2004, 16:04

De zeldzame keren dat we dit jaar op ons terras mogen zitten te genieten zijn welgekomen voor mij. Ons terras ziet uit op een grote tuin met veel planten en uiteraard ook op nog meer onkruid. Ik had liever eentje gehad met zeezicht maar dat is nog niet voor deze tijd,wellicht als we op pensioen zijn later.
Het prachtige van een tuin is dat er altijd wel iets is waar je op moet letten. Je ziet erop toe hoe ineens, terwijl je je rug draait, de blauwe bloemetjes in de lobeliastruikjes zitten. Nochtans waren het gisterenavond nog groene botjes maar door het onweer vannacht en de zware regen staan de blauwe bloemetjes daar ineens. Vanochtend scheen er een waterzon en een ochtend doet altijd alsof zijn neus bloedt, die weet schijnbaar nooit wat er in de voorbije nacht gebeurd is. Ik moest ineens denken aan onze vuurdoorn, de maaltijd voor de merels als er rode bessen opzitten. Zo is het is nu al de vierde keer dat we die vuurdoornstruiken hebben bijgeplant ,het moet in het najaar, zeggen ze,vanaf oktober. Je zal dan zien dat het lukt, dan krijgen die struiken nog de tijd om sterke wortels te schieten, wortels die tegen de winter kunnen,het zou tijd worden. Ja ja, dat hebben we dan wel gezien, twee keer na elkaar komt er een winter zoals die alleen nog maar beschreven werd in de ouderwetse romans. Alleen de arreslee ontbrak nog, de arreslee die door het dorp reed met de burgemeestersvrouw erin. Een arreslee kon je nog huren, dat is geen probleem, maar de dorpen zijn niet meer wat ze waren en waar haal je die burgemeestersvrouw nog vandaan die zich daartoe leent? Sedert de fusies is toch alles stad geworden, madammen in bontjassen in open luxe voitures, dat wel, maar geen arreslee.
Maar de vuurdoorns, want daar ging het over, we waren afgeweken, de vuurdoorns bevroren twee winters na elkaar in de grond. We hadden er een hele rij geplant en nu is dat lelijk met zo vier open gaten daarin. De moderne tijden hebben zodoende toch eindelijk eens gelijk gekregen, containerplanten zei de man, die kun je zelfs in juli en in augustus inplanten. Het lijkt verdacht, want wat tegen de natuur ingaat, dat wreekt zich. Maar deze keer kregen ze gelijk, de vuurdoorns staan gezond en wel te groeien, ze zullen de andere struiken nog inhalen, let daar maar eens op.Op een avond zaten we op het terras en het was zo windstil dat de bomen welhaast getekend stonden. Het leek wel alsof de berk afgebeeld stond zoals in de boeken. Als er geen duiven tussendoor vlogen, zou je denken dat het een projectie is tegen een donkerblauw doek. Drie beige Turkse tortels achter elkaar, driemaal vliegen ze tussen de berk en de populier door. Zouden die een radar hebben onder elkaar of een GPS, of zou dat zijn zoals in de vliegtuigen, dat de leader vooraan vliegt en de andere straaljagers slechts zijn bevelen uitvoeren?
De Turkse tortels zaten nu naast elkaar op de betonnen plaat. De haan keek nog eens naar hen alvorens zich te bukken en het hok binnen te gaan. Hij kraaide zelfs al niet meer, zijn ceremonieel was al afgelopen, hij leek ondertussen wel hees geworden want ik hoorde alleen nog gereutel. De merels deden nog verder, zij wachtten beleefd op elkaar want zodra de ene het zijne gezegd had, antwoordde de ander. Het is geweldig hoe de geur van de kamperfoelie naar boven steeg, tot op het terras. Alleen ’s avonds ruik je die, of ligt dat aan onze neus?
Een bloem is iets vreemds, in de terrasbakken en in de aarden kruiken staat de witte alyssyum, die wacht uitdrukkelijk tot de zon schijnt, bij voorkeur op het heetst van de middag, en dan bedwelmt hij je plots. Van dankbaarheid gesproken!
Plots is er toch nog een haan die kraait in de buurt, een minihaantje, een moderne Engelse vechtkriel op hoge ijle poten dat zichzelf haast de nek breekt om de anderen die al zwijgen nog eens gauw te overtuigen van zijn lef. Lef, dat heeft ie en zijn vrouwtje heeft er nog meer, het is bij de krielen soms niet anders dan bij de mensen.
Het is half tien, een kwestie van de laatste momenten te beleven op ons terrasje. Wie het laatste woord heeft, heb ik nog niet kunnen achterhalen maar om kwart voor tien vielen de merels stil. Je hoort dat al aan de voorlaatste roep, het is dan nog slechts een verwarde discussie met zichzelf, nog gauw iets willen zeggen aan de anderen maar het blijft uiteindelijk bij een verward gegrommel dat geen zang meer is.
Een kwestie van minuten is het, want om tien voor tien komen de vleermuizen, je denkt verkeerdelijk: tiens, nog een zwaluw, maar dat is niet zo, de voorlopers van de nacht zijn daar, de vleermuizen met hun hoekige onvoorspelbare gebaren.
Het is doodstil op een kip na , een kip die de pikorde niet gerespecteerd heeft in het hoenderhok en die terechtgewezen wordt. Wat gestommel tussen het hout en dan is het voorgoed stil. Thuis moet ik het doen met vleermuizen, daar zit ik elke avond naar te turen. In het buitenland ergens langs een rivier daar hoorde ik de nachtegaal zingen. Dat was pas pure romantiek Misschien doorgrond ik de vleermuizen nog eens, maar voorlopig nog niet. Het zijn geen nachtegalen, het is zomaar iets dat waanzinnig en geruisloos in het donker beweegt. Het zal allemaal wel een bedoeling hebben maar ik ken die nog niet. De zomer is nog niet voorbij, hij begint pas en voor ik het vergeet, mijn oudste zoon is vandaag jarig, die gaat vandaag voor vleermuizen beluisteren.

zandmannetje
Lid geworden op: 02 feb 2003, 23:15
Locatie: Het land met meer ministers dan inwoners

23 jun 2004, 10:24

Over wat zal ik het vandaag eens hebben? Hoewel het hier de afdeling “Kolder” is, wordt toch heel veel de waarheid verteld, heb ik al ondervonden. Ook ik bezondig mij daaraan.
Een mens is een raar beest, gewoonlijk liegt hij/zij er lustig op los, en als het dan eens een keertje echt mag, begint hij de waarheid te vertellen…
Een onuitputtelijke bron van verhalen is mijn dagboek.
Groot voordeel daarvan is, dat ik niet chronologisch te werk moet gaan, niet volgens datum dus. Als ik vandaag iets beschrijf dat verleden week plaatsvond, en morgen iets van twintig jaar geleden, dan moet niemand daar graten in vinden. Graten vind je trouwens alleen in vis…
Maar ik kan het niet laten, soms ga ik hedendaagse commentaar leveren (voordat één of andere plezante dat doet, alhoewel dat altijd mag hoor!, maar dan ben ik toch eerst) bij dingen die lang geleden hebben plaatsgegrepen.
Dan zal ik die commentaar schuin zetten anders kan ik er zelf niet meer aan uit misschien. En een ander bijkomend voordeel is dat de verhaaltjes soms heel kort zijn, want behoorlijk wat lezers schijnen zich te ergeren aan de lengte van mijn epistels!
Nu sla ik dus mijn dagboek open, en neem maar meteen een andere bladzijde. Want er zijn in een mensenleven heel wat dagen, waarin er eigenlijk niets gebeurd. Toch niets dat de moeite is om op te schrijven. Een moeite die ik altijd had moeten doen, was overal de datum bijzetten. Wat ik meestendeels verzuimd heb. Dan zet ik maar xxx, en raden jullie er maar naar…
Het eerste epistel is héél kort, korter kan haast niet(houden zo?)

Juli, 19xx
Vandaag gaan zwemmen naar het Noordkasteel. Mijn broek vergeten in de omkleedcabine, in mijn natte zwembroek op de fiets terug huiswaarts. Moeder was boos over die broek.

Voilà, dat was het. Roept het Noordkasteel nostalgie op bij sommigen, mensen van in en rond Antwerpen?
Zo, dat was het dan.
Heb nog een goed leven en we zien mekaar misschien weer in de hel.
Tot zolang dan zal zandmannetje jou wel in slaap lullen !