Historie van Kerken.

Dit is de plaats voor cultuur en historie. Ook voor nostalgie en geschiedenis van steden, dorpen, kerken, rivieren, enz. kan je hier terecht.

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

25 mar 2006, 15:58

Barcelona.
***
Barcelona is het culturele hart van Spanje. In de vorige eeuw ontstond hier La Renaixença, de beweging die kunst, literatuur en maatschappelijk leven in heel spanje beïnvloedde. Daaruit is onder meer het modernisme ontstaan.
De meeste bezienswaardigheden zijn geconcentreerd in de Ciutat Vella, de oude stad. Deze wijk wordt doorsneden door de Ramblas, de drukke flaneerstraat die van de Plaça Catalunya naar de haven loopt.
Op de voorkant van het plattegrondkaartje dat het centre d'informatico van Barcelona gratis verstrekt, staat de Temple de la Sagrada Familia, de kathedraal die door de beroemde architect Gaudi werd gebouwd. Het bouwwerk is een beetje het visitekaartje van Barcelona geworden.
Op sommige plekken in de stad zie je de spitsen van de Sagrada uittoornen boven de gebouwen. Een fenomenaal gezicht, het bezorgd je bijna kippevel dat iemand zo'n mooi gebouw kan bedenken, laat staan in werkelijkheid maken. Eenmaal op het pleintje voor de kathedraal aangekomen, sta je best wel even met de mond vol tanden als je de kathedraal, misschien wel het mooiste gebouw van Barcelona, in levende lijve ziet.
*******
la Sagrada Familia.
***
Afbeelding
De bouw van de la Sagrada Familia startte in 1883. Gaudí werd gevraagd als architect, maar hij slaagde er niet in zijn meesterwerk te klaren. Toen Gaudí in 1926 stierf, was de Oostgevel op één toren na voltooid. Na zijn dood vielen de werkzaamheden stil, pas in 1952 werd er verder gebouwd. Nog steeds wordt er hard gewerkt aan de voltooiing van de kathedraal. [Foto: Emiel Martens.
****
De bouw van de la Sagrada Familia startte in 1883. Achterliggend idee van de Rooms-Katholieke kerk was, dat de bouw van een indrukwekkende kathedraal de ontkerkelijking, die door de industrialisatie in gang was gezet, een halt toe te roepen. De kerk moest de binding tussen de gelovigen versterken. Gaudi werd als architect gevraagd en hij maakte al snel indruk met zijn ambitieuze plannen, want de financiers stonden in de rij. Daardoor kreeg hij ruimte om de kathedraal nog mooier, immenser en grilliger te maken.
De kathedraal is opgebouwd uit drie gevels: de glorie van Christus, de passie en de dood, de dood en geboorte. Op elke gevel staan vier torens, die de apostelen voorstellen. In 1926 werden de eerste vier torens voltooid, Gaudi stak al zijn geld in dit kunstwerk, maar slaagde er niet in zijn levenswerk te klaren. Na zijn dood vielen de werkzaamheden stil, pas in 1952 werd er verder gebouwd. Nog steeds wordt er hard gewerkt aan de voltooiing van de kathedraal, zo moet de gevel 'de glorie van Christus' nog gebouwd worden en ook de nog hogere, centrale toren, die het symbool is van God.
Je kunt de Sagrada Familia van binnen bekijken, en zelfs de torens beklimmen (tegen betaling uiteraard). In de bijgelegen parken kun je genieten van het uitzicht van het meest aansprekende bouwwerk van Gaudi.
********
http://www.reisomdewereld.nl/zuideuropa/barcelona.html
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

27 mar 2006, 14:01

De adventskerk te Alphen aan den Rijn (1920-1983)
******
Afbeelding
De Adventskerk in Alphen aan den Rijn werd gebouwd in de jaren 1920-1922. De kerk staat op de plaats van het in 1916 afgebrande kerkgebouw dat uit 1622 dateerde. Het exterieur van de kerk bleef sindsdien vrijwel ongewijzigd. Het interieur onderging in de jaren zeventig een grote verandering en ook de omgeving van het gebouw veranderde drastisch.
****
Na de brand van 7 april 1916 werd de afbraak van de restanten van de kerk nog in 1916 voltooid, de stenen werden zorgvuldig afgebikt en opgetast. In 1917 lag het terrein van het Godshuis -wellicht voor het eerst na 1000 jaar- woest en ledig.
Toen dat in 1919 nog zo was en de oorlogsjaren van 1914-1918 waarnaar de kerkvoogdij veelvuldig verwees, toch voorbij waren, werd de kerkelijke gemeente ongeduldig. Het Orgelfondscomité fungeerde als katalysator en in 1920 werd gekozen voor het ontwerp van architect Kuijper naar het voorbeeld van de Nieuwe Badkapel te Scheveningen; het voorbeeld van de kerk van Apeldoorn was afgevallen. Voor een toren was geen geld, maar na hartstochtelijke pleidooien van J. Spreij kozen de lidmaten zelf voor de bouw en het betalen van de toren.
Op 21 juni 1920 begon de firma J. Vonk & S. de Jeu met het werk voor de fundering. In februari 1921 startte de aannemerscombinatie J. Gesman, H. Turkenburg en H. Oudenes met de bovenbouw van kerk en toren. De aanneemsom bedroeg 249.000,- gulden. De bouw verliep voorspoedig en in mei 1922 werd de kerk opgeleverd.
Het is een monumentaal bakstenen gebouw met de grondvorm van een Grieks kruis, een zware toren met veel baksteenornamenten, grote roosvensters van kleurig glas-in-lood. Het interieur is sober en statig degelijk, tegeltjeslint als ornament en een houten gewelf van vuren groefdeeltjes met enig sjabloonwerk. Op donderdag 13 juli 1922 werd de kerk officieel in gebruik genomen. Het actieve Orgelfondscomité had in nimmer aflatende ijver gezorgd voor kwalitatieve interieurstukken: er hangen grote koperen kronen en het pijporgel van 1923 met een fraai eikenhouten front is een pneumatisch instrument van G.F. Steinmeijer. De eikenhouten kansel heeft zes symbolisch-religieus ogende figuren in de sfeer van Toorop. In april 1924 galmden voor het eerst de twee bronzen luidklokken van 1294 kg. en 982 kg. over Alphen aan den Rijn. In 1949 kwamen er nieuwe exemplaren van 1162 kg. en 864 kg. Sinds 1962 is de toren een carillon van 45 klokken rijk. In 1964 kreeg de kerk de naam van Adventskerk.
Maar de wereld verandert en een kerk die in de samenleving staat, moet het gebouw aanpassen. In 1974 had een ingrijpende renovatie van het interieur plaats: de gaanderijen aan de zuidelijke en noordelijke kant werden verwijderd, de houten banken maakten plaats voor stoelen in halfcirkelvormige opstelling. In 1983 werd ook het orgel gerestaureerd. De afmetingen van de kerk zijn: diepte (van voor- tot achtergevel) 36,81 meter; breedte 29,43 meter; hoogte 22,20 meter, hoogte van de toren 40 meter.
(H.J. Habermehl)
http://www.groenehartarchieven.nl/encyc ... ocnaam=a48
Afbeelding
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

28 mar 2006, 23:41

Sint Nicolaas of Nederlands Hervormde kerk
*****
De Sint Nicolaas of Nederlands Hervormde kerk staat op de zuidoosthoek van de Brug-es. Deze bakstenen, gotische, zaalkerk is gebouwd omstreeks 1410 op de plaats van een ouder kerkje uit de 12e eeuw. Het schip is éénbeukig en geeft aan de noordzijde toegang tot een aanbouw, de zogenaamde Sint Maartenskapel. Vanaf 1410 tot de reformatie (1598) stond hier het altaar van het Sint Maartenvicarie. De collator was de bezitter van het huis Entinge. Tussen 1640 en 1669 en van 1725 tot ca. 1777 was de kapel in eigendom van de heren van Batinge. Sindsdien behoort het toe aan de erfgenamen van de havezate Oldengaerde. Zij hebben er tevens een eigen herengestoelte, de z.g. “van Oldengaord’ns baank”. Omdat de kapel enige malen behoorde aan de heren van Batinge wordt hij in de volksmond ook wel genoemd naar deze havezate. Drie andere vicariealtaren in de kerk waren gewijd aan Onze-Lieve-Vrouwe (1382), Het Heilig Kruis en Sint Catharina, waarvan de laatste verbonden was aan de kosterij. De koster van Dwingeloo was tevens schoolmeester en vanaf 1665 ook organist.
Het versmalde overwelfde koor eindigt met een driezijde apsis. In het muurwerk aan de noordelijke buitenzijde bevinden zich nog restanten van een sacristie. De profiellijsten van de dichtgemetselde toegang waren nog tot 1924 nog aanwezig. Tegenwoordig verraadt alleen de kleur van de nieuwe bakstenen de plaats van de verdwenen deur. In het koor bevindt zich de grafkelder van het huis Batinge. Onder het gestoelte in de kapel ligt de begraafplaats van de familie Van Westerholt tot Entinge.
Afbeelding
In 1923 trof een grote brand de kerk, alleen de muren bleven overeind. De bekende en markante ui-vormige torenspits uit 1631 ging hierbij ook verloren. Een iets minder ranke kopie kwam ervoor in de plaats en is tegenwoordig het baken van Dwingeloo. Het interieur bevat o.a. de preekstoel, vervaardigd door R. Marissen en J. Bakker, een grafzerk uit 1600 van Elisabeth van Echten, wapenstenen en portretten van het echtpaar Rutger van de Boetzelaer en Batina van Lohn. Oorspronkelijk waren de portretten gevat in de luiken van een orgel dat door dit echtpaar aan de kerk in 1665 werd geschonken.
Het tongewelf is beschilderd in art-deco stijl door de schilder J.K. Homan uit Smilde naar een ontwerp van L.A. Kortenhorst, tekenleraar te Assen. De binnenmuren zijn tijdens de restauratie 1923-’25 ontdaan van de witte bepleistering, waardoor het interieur nogal een sober karakter heeft gekregen. Het collatierecht van de kerk behoorde aan de eigenaar van Batinge. Nog in 1915 is door de erfgename ervan Ds. De Boer tot predikant benoemd.
****

- Smit, R. ‘Fragmenten uit de geschiedenis van Dwingelo’, 1982
- Leeuw, E. de. De Sint Maartenskapel en de datering van de Sint Nicolaaskerk, ‘Dwingels Eigen’, 2002-nr. 2.
****
http://www.dwingelseigen.nl/bezienswaardigheden.htm
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

30 mar 2006, 19:52

Oud-Katholieke kerk.
***
Bagijnhof 21
Oud-Katholieke schuilkerk met zeer rijk, barok interieur. Gebouwd in 1743.
***

Afbeelding
***
Begijnen
Het Delftse begijnhof (thans gespeld Bagijnhof) is in de 13e eeuw ontstaan. In het ommuurde hof woonde een groep vrouwen (begijnen), die zonder in een klooster te treden in armoede een kuis en vroom leven wilde leiden. In de 14e eeuw omvatte het voortdurend uitgebreide hof een aantal huizen, een kapel en enige dienstgebouwen. Bij de stadsbrand van 1536 werd het begijnhof grotendeels in de as gelegd. De herbouw van de kapel, begonnen rond 1550, werd vermoedelijk nooit voltooid.
**
Afbeelding
Tot in de details is het interieur verzorgd.
**
Rooms- en Oud-Katholieken
Kort na de reformatie werd de kapel van het Bagijnhof, of wat daar nog van over was, gesloopt. Het eromheenliggende hof zelf kon echter blijven bestaan omdat de bewoners, begijnen, geen echte kloosterlingen waren. Daardoor bleef op het Bagijnhof een rooms-katholieke gemeenschap in stand, die hier in de loop van de 17e eeuw twee kleine schuilkerken stichtte.
In de 18e eeuw groeiden er spanningen binnen de katholieke geestelijkheid, die zich uitten in verdachtmakingen en felle ruzies. Door de paus van Rome werd een aantal Nederlandse rooms-katholieken in de ban gedaan, die zich aan de oud-kerkelijke opvattingen wilden houden, waarbij behalve aan ´Rome´ook aan de lokale kerk bestuurlijke macht werd toegekend. Zij richten in 1723 een eigen kerkgenootschap op: de Oud-Katholieke Kerk. Een aantal Delftse rooms-katholieken ging over naar de Oud-Katholieke Kerk.
***
Afbeelding
Detail altaarstuk. Een 18e-eeuws schilderij, niet in het museum, maar op de plaats waar het altijd aanwezig is geweest: boven het altaar.
***
Verborgen schoonheid
In Delft werd in 1743, uiteraard als schuilkerk, een geheel nieuwe oud-katholieke kerk gebouwd. Aan het exterieur mocht geen aandacht worden besteed. Het interieur kreeg echter een zeer weelderige versiering in barokke, hier en daar naar de rococo neigende vormen. Het is vrijwel geheel uitgevoerd in stucwerk met door pilasters gelede wanden, een rondom lopende, sterk gecorniste (met de pilasters mee uitspringende) kroonlijst en een gedrukt tongewelf.
Men komt binnen onder het orgel waarvan het front nog uit 1722 dateert en dat uit een van beide vroegere schuilkerken aan het Bagijnhof afkomstig is. Recht ertegenover bevindt zich de absis met het altaar, waarboven in 1747 het grote, door Jacob de Wit geschilderde, altaarstuk (de Opdracht in de Tempel) werd aangebracht. De beelden in de nissen aan weerszijden van het altaar en van de ingang werden in 1744 door de Haagse beeldhouwer Franciscus Maes vervaardigd. De originele preekstoel en het tabernakel op het altaar werden in de loop der tijd door andere, overigens antieke, exemplaren vervangen.
Het gebouw werd in 1930 en rond 1960 gerestaureerd. Het was mogelijk om de oude kleuren weer in ere te herstellen, omdat deze onbeschadigd onder de laag witkalk te voorschijn kwamen.
In 1993 werd de kerk voor het laatst gerestaureerd, waarbij onder andere de kap werd hersteld.
**
Afbeelding
**************
http://www.monument.delft.nl/sobowon/dm ... k/toer.htm
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

01 apr 2006, 20:53

Antonius Abtkapel:
***
Afbeelding
***
Redengevende omschrijving Rijksdienst voor de Monumentenzorg
**
St. Antoniuskapel. Eenbeukig gebouw met driezijdige sluiting, steunberen en spitsboogvensters, XVII. Op het dak bekroond met een achtzijdig met leien bekleed torentje. Tot de inventaris behoren o.a.: altaar met barokke retabel waarin een geschilderde calvarie en beeld van de H. Antonius Abt, XVII. Biechtstoel, XVII. Preekstoel, XVII. Houten beelden: Calvariegroepje, 1663; crucifix, XVII; H.H. Maria en Joannes, XVII A, afkomstig van een calvarie; madonna XVII; drie beelden van de H. Antonius Abt, circa 1600, XVII en circa 1700; H. Petrus XVIII A. Twee kerkbanken, XVIII. Klokkenstoel met klok van Johannes en Henricus van Trier, 1648, diam. 70,2 cm. Mechanisch torenuurwerk, H.A. Borman, later voorzien van elektrische opwinding. (Datum: 21-01-1970).
***
Geschiedenis
**
Tot de parochie Bergen behoort de kapel die als patroon heeft Sint Antonius Abt. De kapel bestaat uit een éénbeukige, rechthoekige aan het koor op vijfachtste grondslag afgesloten ruimte met segmentboog-deur in de westmuur. De kapel is in gotische stijl gebouwd. De gebruikte stenen zijn van groot formaat en van slechte kwaliteit, wat ertoe heeft geleid, dat de kapel in 1935 werd wit gemaakt. De bouwmeester en de stichter van de kapel zijn onbekend… er is wel eens geopperd, dat de kapel onderdeel zou zijn geweest van een klooster van reguliere Kannuniken, de afbeelding op het schilderstuk boven het altaar met de afbeelding van een kannunik zou daarop kunnen wijzen… het berust meer op aanname, dan op feiten. Aangenomen kan worden dat de kapel stamt uit de zestiende eeuw, maar het kan ook zijn, dat zij stamt uit de zeventiende eeuw en ‘archaïstisch’ is gebouwd. Blijkens de tussen de vensters gevonden sporen van welving op kolonetten schijnt de kapel met een stenen of houten verwelving overdekt te zijn geweest. Deze is later verdwenen en vervangen door een houten plafond. In de loop der jaren is de kapel vaak en ingrijpend gerestaureerd. Het interieur bevat een grote rijkdom aan beelden, kerkmeubilair uit de zestiende eeuw. De door de Duitsers in 1942 geroofde klok, werd in de buurt van Hamburg teruggevonden en in 1946 in januari werd de klok weer geluid. De kapel van Sint Antonius en het Gilde van Sint Antonius hebben altijd een nauwe band gehad. Met de kapel is een oude traditie verbonden: de ‘Köpkesmert’ stammend uit de zeventiende eeuw, werden er op het feest van Antonius op 17 januari varkenskoppen geveild bij opbod en de koppen werden weer teruggeschonken en opnieuw aangeboden… de opbrengst was voor het onderhoud van de kapel en de koppen werden aan de armen geschonken… thans worden zij aan de zusters in Tegelen gegeven. Sinds 19 januari 2002 is er een bronzen beeld bij de kapel geplaatst, voorstellend een varkenskop, verwijzend naar de ‘Köpkesmert’, het beeld is gemaakt door Clemens Driessen en in brons gegoten door Rob van de Broek. De Aijense kapel is een geliefde plek voor bruidsparen om hun huwelijk te laten inzegenen…
***
Tekst en foto: Justin Hekkens
*****
Afbeelding .

****
Type

Driezijdig gesloten kapel met een zeszijdige dakruiter en sacristie.

Bouwgeschiedenis

De kapel werd in het begin van de 17e eeuw in laat-gotische vormen gebouwd. In de huidige, vermoedelijk vroeg-19e-eeuwse, dakruiter hangt een klok, gegoten in 1648 door Johannes en Hendricus van Trier. De kapel is in 1926 en 1949 gerestaureerd.

Interieur

Tot de rijke inventaris behoren preekstoel, biechtstoel, altaar en enkele beelden, waaronder een calvariegroep. Twee kerkbanken stammen uit de 18e eeuw.

Bron: Monumenten in Nederland: Limburg, Waanders Uitgevers, Zwolle en Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist
Bijzondere voorwerpen en afbeeldingen
Varkenskop, Clemens Driessen
Sinds 19 januari 2002 is er een bronzen beeld bij de kapel geplaatst, voorstellend een varkenskop, verwijzend naar de ‘Köpkesmert’, het beeld is gemaakt door Clemens Driessen en in brons gegoten door Rob van de Broek

Afbeelding.
*****
http://www.kerkgebouwen-in-limburg.nl/v ... ntent=3654
Laatst gewijzigd door majke op 11 apr 2006, 21:40, 1 keer totaal gewijzigd.
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

04 apr 2006, 00:31

De St. Matthias te Warmond.
****
De Sint Matthiaskerk ligt stil en afgewend van de Herenweg. Geen open gebaar met een kerkdeur die openstaat naar de voorbijganger. Ik loop naar de pastorie om een gesprek te hebben over een van de eerste officiële kerkgebouwen na de reformatie. Het is een grauwe dag en het geheel komt nogal zwaar over. Maar als de deur opengaat verdwijnt al dat sombere in een hartelijk welkom. Zo is de St. Matthias, van buiten gesloten maar voor hen die de moeite nemen om deze kerk nader te bezoeken opent zich een wereld van een diepe gelovigheid. Een verhaal uitgedrukt in beelden en illustraties en voor een ieder die er goed naar kijkt een ontdekking. Als leidraad bij deze ontdekkingstocht putte ik veel uit het boek “ Matthias te kijk”, dat werd geschreven ter gelegenheid van het tweehonderdjarig bestaan van de parochie (1797 – 1997).

Warmond is een zeer oude christelijke gemeenschap. Toen in de Reformatie de katholieken hun kerkje werd afgenomen wisten zij toch hun samenkomsten te houden op van buiten onherkenbare plaatsen, zoals in de kapel van het “Huys te Warmond” en later na het overlijden van de laatste bewoonster van het “Huys” in een schuilkerk te Sassenheim. Door de veranderde politieke situatie (de inval van de Franse troepen rond 1790) was er vrijheid van godsdienst. Er werd een niet meer gebruikt Remonstrants kerkje aan de Kerkdam aangekocht. Voor de nieuwe pastoor J.Groen werd een pastorie gebouwd die nu nog bekend is als “De Burcht”. Maar het kerkje was te klein en er werd op grond aan de andere zijde van de Herenweg besloten een grote kerk te bouwen. In 1857 wordt door de bisschop van Haarlem Mgr. F. de Vree de machtiging daarvoor afgegeven. De architect hiervoor werd Th. Molkenboer, bekend van o.a.kerken in Leiden, de Hartebrugkerk, de Petruskerk aan de Langegracht en de Mon Pèrekerk in de Haarlemmerstraat. In tegenstelling tot deze kerken met hun klassiek uiterlijk werd in Warmond gekozen voor de neo-romaanse stijl. Romaans was de stijl van de kerken uit de vroege middeleeuwen met rondbogen en beslotenheid.
Pastoor Nicolaas Frink koos voor de authentieke richting van het kerkgebouw: met het koor naar het oosten, naar het H. Land. Dat is de reden dat de kerkgangers om de kerk heen moeten lopen om door het portaal naar binnen te gaan. De Romaanse bouw kent geen toren, wel een dakruiter en een voorportaal. Het heeft een duidelijke kruisvorm. De grootste lengte is ongeveer 37 meter en de grootste breedte ( die bij het dwarsschip) 17 meter. De rondboog is overal herkenbaar: het 12 ½ meter hoge tongewelf, de overspanningen tussen de zuilen, de ramen en op de muren als een doorlopende sierband. De ramen zijn toch beïnvloed door latere stijlen. Door de vraag naar meer licht kregen de ramen een langgerekt gotisch uiterlijk en zeker in het priesterkoor krijgt de opkomende ochtendzon alle kans om het gekleurde glas te laten oplichten.
De bouw heeft nogal onregelmatigheden gekend. De eerste aannemer ging falliet en de bouw moest worden overgenomen door een ander wat niet zonder kleerscheuren verliep. Toch kwam het werk in twee jaar klaar en in december 1859 werd de kerk ingewijd door bisschop mgr. F. de Vree.

Afbeelding
Het interieur is nog authentiek: de wanden zijn in 1884 geschilderd door de Bossche kunstenaar Eugène de Frenelemont. In de meeste kerken zijn dergelijke schilderingen verdwenen onder witte verf. Het altaar werd ontworpen door architect H.J.Brink uit Den Haag die nadrukkelijk voorgeschreven kreeg dat het in de romaanse stijl moest zijn. En zo ontstond een veelkleurig marmeren geheel dat alle stijlkenmerken van het Romaanse heeft: rondbogen en een zekere gedrongenheid. De communiebank is een pronkstuk. Hij lijkt heel veel op die van de H. Willibrordkerk in Oegstgeest. Daarvan weten we dat die gemaakt is in Antwerpen en afkomstig is uit de St. Walburgiskerk aldaar. Op deze communiebank staat dat hij gemaakt is door de beeldhouwers Josef Gilles en Antoine Assiau. Beide, zeer vakkundig gehouwen in wit marmer, hebben dezelfde afbeeldingen, symbolen en opbouw: in de panelen, onderbroken door pilasters met engelen, zien we de pelikaan die zijn jongen voedt met zijn eigen bloed en het Lam Gods liggend op een opengeslagen boek met zeven zegels. De makers van de Warmondse versie zijn ongetwijfeld dezelfden.
De preekstoel heeft voorgangers gehad. Voor de kerk aan de Kerkdam werd een nogal wrak gestoelte aangeschaft dat al spoedig aan vervanging toe was. De tweede werd besteld en ondanks alle goede belofte van de beeldhouwer werd deze slechts kaal afgeleverd. De panelen zouden eerst later aangeleverd worden. De derde heeft het niet zolang volgehouden en nu doen we het met een antieke preekstoel uit Delfshaven!

Pastoor Nico Frink was een kunstliefhebber en kocht op veilingen o.a. het schilderij met de “Aanbidding van de driekoningen” ( toegeschreven aan Joris van Schooten) en “Nathan bij David” (Nicolaas Roosendael ?) voor resp. 12,50 en 54,50 gulden. Hij stimuleerde veel moois in te brengen. Ook zijn opvolger pastoor Nicolaas Smeulders liet zich niet onbetuigd en schonk uit eigen portemonnee een aantal ramen in het priesterkoor. Helaas voor deze pastoor zijn een aantal daarvan bij de laatste uitbreiding in 1954 met de aanbouw van de twee kapellen gedeeltelijk verdwenen.
De kerk is vol herinneringen aan parochianen die ooit een beeld of raam cadeau deden ter gelegenheid van een persoonlijk feest, zoals in 1895 J. de Vette en C. Verdegaal. Men schonk een raam of een beeld. Geen kleinigheden! Want deze extra’s konden niet zo gemakkelijk aangeschaft worden uit de kerkenkas. Loop eens rond en zie het beeld van de H. Matthias, de patroonheilige met zijn boek en bijl. Zijn prediking werd afgestraft met een onthoofding met een bijl. Voor het gilde van de slagers een aanleiding om hem dan maar als patroonheilige te nemen! Het is een interessante studie waard om de relatie tussen Warmond en Matthias te vinden. Nicolaas staat er ook. Wellicht neergezet als favoriet van de twee cultuurpastoors met deze naam.
De verbouwing of uitbreiding van de kerk met twee zijkapellen en een doopkapel zijn de aandacht waard. Het ontwerp is van de architecten Schrama en van Oerle, die we al eerden zijn tegengekomen bij de bespreking van de Maria Middelares. Zij weten ook hier weer de sfeer te brengen die ooit ook architect T. Molkenboer had bedoeld: terug naar het sobere maar ook waardevolle van een gewijde ruimte.
Afbeelding
De kerk te Warmond die zo bescheiden aan de Herenweg staat is zeker een bezoek waard. Vergeet niet het Maria altaar met de fraaie tegelpaneeltjes. Neem de tijd voor de verhalen van de glas in loodramen die twee stijlen vertonen. De eerste serie uit het atelier van de firma F. Nicolas uit Roermond van rond 1890 en de tweede moderner serie van de Warmondse kunstenaar Pieter Geraerdts. De eerste met een veelheid aan details, de tweede sober en beperkt tot de hoofdfiguur. De Matthias is een bijzonder gebouw, waar je trots op kan zijn.
********
Met dank aan mevrouw N. Kieviet en de heer H. v.d. Geest voor hun informaties.
************
http://www.dekenaat-leiduinen.nl/kp-bollen.html
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

05 apr 2006, 23:18

De Petruskerk.
***
Afbeelding
De Petruskerk is gebouwd op de plaats waar eerder een houten kerk heeft gestaan, die in 1202 is verbrand tijdens een plundertocht van Hollanders die het Sticht binnenvielen. Over de vroege kerkgeschiedenis van Woerden is echter bijna niets bekend. In de dertiende eeuw verrees een stenen kerk, die in de loop der tijd steeds verder is uitgebouwd en verfraaid. Omstreeks 1372 werd begonnen met de bouw van de westtoren. Overigens zou hier later de stadswacht nog worden ondergebracht. Het koor en het middenschip kwam driekwart eeuw later gereed. Zo was omstreeks 1450 de H. Kruiskapel aan de noordzijde klaar en aan de duidzijde een lage ingangskapel, die daarna werd voorzien van een verdieping met stenen gewelf. In de stenen ruimte die hier ontstond werd in 1543 een schatkamer (syter) gevestigd, die niet alleen voor de kerk fungeerde maar ook voor de stad, het gasthuis en het Groot Waterschap van Woerden. Tussen 1492 en 1509 werd de kerk uitgebreid met een kooromgang en een nieuwe sacristie (nu consistoriekamer).

In het begin van de 16e eeuw werd de parochie bediend door één pastoor, bijgestaan door een kapelaan. Al gauw kende Woerden ook gildenpriesters. Iedere gilde kreeg in de parochiekerk zijn eigen altaar voor het lezen van de zielmissen. Dat veranderde met de Reformatie. In 1566 liet de toen Luthers-gezinde stadsregering de beelden en kerksieraden uit het gebouw wegnemen en ontzegde de priester zijn dienst. Later zijn die weer teruggeplaatst, maar in 1572 werden alle beelden en altaren definitief uit de kerk verwijderd. De muren in de oorspronkelijk rijk gedecoreerde kerk werden witgepleisterd. Voortaan was het gebouw bestemd voor de protestantse eredienst.

Tijdens de Franse bezetting in 1672 raakte de toren en het dak van de kerk in brand toen de Fransen aan hun troepen in Utrecht een signaal door middel van een vuur op de torentrans wilde afgeven voor hulp bij de bezetting van Woerden. Met het herstel van de kerk na de bezetting in 1675 heeft de Petruskerk in grote lijnen zijn huidige vorm gekregen. De straalkapel werd in 1865 veranderd in een ingangsportaal. Voorts werd aan het eind van de 19e eeuw de buitenmuur gepleisterd, wat bij de restauratie in 1980-1983 weer in oorspronkelijke staat is teruggebracht.

In de kerk bevindt zich een orgel gebouwd door J.H.H. Bätz (1767) en een grafmonument van kapitein der zee Hugo Schaap (1717). Tijdens de eerder genoemde restauratie zijn onder meer beelden daterend van voor de Reformatie teruggevonden, welke in de kerk staan opgesteld.

Literatuur:
J. van Es e.a., Woerden , geschiedenis en architectuur (Utrecht, 2000)
J. Haitsma, Hoofdstukken uit de geschiedenis van de hervormde (gereformeerde) kerk van Woerden van 1593 t/m 1963, (Woerden, 1978)
G. de Klerk, De Petruskerk te Woerden, (Woerden, 1984).
Archieven:
SA Rijnstreek: archieven gemeente Woerden, hervormde gemeente Woerden en documentatie .
****
http://www.groenehartarchieven.nl/rijnstreek.asp
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

08 apr 2006, 16:23

De katholieke kerk v.d. Heilige Geest en Dominicaans klooster
***
De historici veronderstellen dat een kleine houten kerk zich reeds op de plaats van de huidige kerk in de tijden van Gediminas bevond.

De Kerk van de Heilige Geest werd gebouwd in 1408. In 1501 werd het overgegeven aan de monniken van de oudste Dominicaanse orde in Litouwen, die in een klooster dichtbij bouwde.

Van 1753 tot 1770 bouwden de Dominicanen een nieuwe kerk en vergrootten het klooster
**

Afbeelding
De koepel van de Dominicaanse kerk van de Heilige Geest steekt boven de Oude Stad uit en kan gemakkelijk van de omringende straten worden gezien. De bovenkant van de koepel is 51 meter hoog. Aan de buitenkant bevat de kerk vele barokke elementen, maar binnenin heerst de rococo stijl. De 16 altaren vormen samen met de preekstoel en biecht één eenheid. Het barokke orgel dateert uit 1771. Dit orgel is het enige originele instrument uit de18de eeuw dat in Litouwen nog bestaat. De Kerk van de Heilige Geest is verfraaid in roze en wit.
**
Afbeelding Afbeelding
In de gebouwen van het klooster werden in de 18de eeuw een de slachtoffers van de plaag te herdacht. De gangen van het klooster bevatten nog fresco’s die dateren uit de 18de eeuw.

Napoleon stal delen van het inventaris in 1812, toen hij op de vlucht was voor het Russische leger, maar dit werd vervangen in 1815.

Vreemd genoeg werd de Dominicaanse Kerk, in tegenstelling tot andere godsdienstige organisaties, niet gesloten tijdens de Sovjettijden. Tegenwoordig dient de katholieke kerk de Pools sprekende gemeenschap in Vilnius.
***
http://www.elona.nl/nl/steden/heiligegeest.php
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

10 apr 2006, 15:06

De nieuwe kerk van Alphen (1622-1916)
**
Bij de grote brand van Alphen van 1619 was niet alleen de kerk verloren gegaan. Ook de huizen van nogal wat dorpelingen waren in de as gelegd. Nieuwe huisvesting voor de inwoners was dus urgent. De eredienst kon provisorisch nog in de ruïne plaatsvinden. Het is daarom niet verwonderlijk dat het enige tijd duurde voordat de herbouw van de kerk ter hand werd genomen.
**

Afbeelding
Bijna drie jaar na de brand werd op 2 maart 1622 de herbouw van de kerk aanbesteed en twee jaar later was het vernieuwde gebouw zo goed als gereed. Door onenigheid met de leidekker, duurde de voltooiing nog tot 1628 toen het kerkgebouw van een leien dak was voorzien.
Uiteraard maakte men bij de herbouw gebruik van de basis van de oude kerk: het koor, schip en dwarsschip. Het schip werd verlengd door de plaats van de toren te benutten en ten westen van het dwarsschip kwamen twee zijbeuken. De dakruiter op de kruising van schip en dwarsschip werd aanmerkelijk vergroot voor een degelijke luidklok (die echter in 1836 door ondeskundig handelen barstte en vervangen moest worden). De afmetingen van de nieuwe kerk waren: lengte 45 meter, breedte 19 meter. Het koor was 17 meter lang en 9,50 meter breed. Het middenschip had een houten tongewelf en was aan beide kanten gescheiden van de zijbeuken door vier pilaren. De ingang tot de kerk was aan de westzijde waar in 1660 het Kanaal achter Alphen aangelegd werd, maar de zij-ingangen aan beide zijden ten westen van het dwarsschip werden het meest benut.
De herinnering aan de vreselijke dorpsbrand was nog lang niet vergaan, toen in 1716 een herhaling dreigde! Bij deze dorpsbrand, die in grutterij Braat begon en 25 huizen in de as legde, werd de kerk gelukkig gespaard. De school, de pastorie en de kosterswoning met daarin het avondmaalsgerei werden weer een prooi van het vuur. In 1760 respectievelijk 1771 en 1780 werd het dak aan de binnen- respectievelijk aan de buitenzijde vernieuwd. Een ongewenste vernieuwing was nodig door het gebruik dat passerende Pruisische troepen van het gebouw hadden gemaakt. Zij gebruikten de kerk als paardenstal. In 1852 kreeg de kerk een nieuwe hoofdingang aan de meest logische kant voor de Alphense situatie: aan de Dorpsstraat. De sacrale betekenis van het koor werd nu definitief overboord gegooid door voor het rondlopende koor een 'gotische' rechte gevel met hoge pinakels te bouwen. De zoon van president-kerkvoogd Varossieau legde de eerste steen voor dit ontwerp van architect Th. Molkenboer. En toen kwam die vrijdag 7 april 1916 -en men zou altijd wijzen op die omkering van cijfers- toen de vreselijke brand van 1619 zich herhaalde: de 'krullenjongen' van loodgieter Baarslag zou een reparatie aan het dak uitvoeren en een uur later was de kerk in vlammen opgegaan. Slechts een koperen gedenkbord en een koperen lezenaar werden door koster Göbel gered. Het rijkversierde orgelfront met grote beelden en de fraaie kansel met gebeeldhouwde karyatiden (vrouwenbusten) die in de Victoriaanse tijd omkuipt waren, vergingen tot as en een vijftiental cultuurhistorische grafzerken die veelal onder de banken of houten vloeren verborgen waren, werden bij de vlotte sloop van de ruïne vernietigd. Het Avondmaalszilver uit 1722 en later werd buiten de kerk bewaard en bleef zo behouden voor het nageslacht.
De afbraak van de restanten van de kerk werd nog in 1916 voltooid, de stenen werden zorgvuldig afgebikt en opgetast. Wie de foto's ziet, vraagt zich overigens af waarom herbouw niet mogelijk/gewenst was. In 1917 lag het terrein van het Godshuis -wellicht voor het eerst na duizend jaar- woest en ledig.
(H.J. Habermehl)
Afbeelding
****
Bronnen:
SARM; Ambachtsarchief Oudshoorn, Stukken betreffende de bouw van de kerk van Alphen.

H.J. Habermehl, De Adventskerk te Alphen aan den Rijn (1987).

H.J. Habermehl, 'De Alphense kerk' in: Xander Luttik en Frits de Wilde, Op pad langs Rijnlandse dorpskerken (Alphen aan den Rijn 1990) 45-64.
***
http://www.groenehartarchieven.nl/encyc ... ocnaam=a48
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

13 apr 2006, 01:11

De Martinuskerk .
**
Afbeelding
We moeten er wat ver voor gaan deze keer. Is de kerk van de H.Martinus in Hillegom het noordelijkste r.k. heiligdom van Zuid Holland en daarmee van ons dekenaat of is het de H.Hartkerk in de Zilk (Noordwijkerhout)? De topografische kaart moest er aan te pas komen om hier duidelijkheid te brengen. De H.Martinus bleek te winnen, al is het verschil niet veel groter dan 900 meter.
De kerk van de H.Martinus is fraai gelegen aan de noordelijke kant van het winkelcentrum. Het is een robuuste driebeukige kerk met een mooie, vrijwel losstaande zijkapel en een eigenlijk wat te kleine toren. Wie de lijn van de daklijst van het middenschip in gedachten doortrekt naar de toren ziet dat deze maar even lager uitkomt dan de torenspits. Hoe dat komt leest u verderop.
Hillegom kent een kerkelijke geschiedenis zoals we die vaker in de bollenstreek tegenkomen. Midden in het dorp staat de oude, uit de middeleeuwen daterende kerk die met de reformatie overgegaan is in handen van de hervormden, in dit geval de oude St.Maartenskerk aan de dorpsstraat. Even lijkt het er op of er geen katholieken meer over zijn maar dan blijken er overal kleine schuilkerken te worden gebouwd of ingericht in een bestaande boerderij of schuur, veelal even buiten het centrum van het dorp. Met de Franse tijd, zo rond 1800, kunnen de katholieken weer uit hun schuilhoek te voorschijn komen en echte kerken gaan bouwen. Dit gebeurt nog al eens op of nabij de plaats van de oude schuilkerk. Midden 19e eeuw worden al die schuilkerken afgebroken en vervangen door nieuwe kerken.
Zo ook in Hillegom. De kronieken vermelden over de eerste schuilkerk niet veel. Zij stond aan de noordkant van het toenmalige dorp en moest in 1792 vergroot worden. Door de toename van het aantal parochianen werd de uitgebouwde schuilkerk al gauw te klein en werd besloten tot de bouw van een nieuwe grote kerk. Door de begraafplaats bij de schuilkerk naar achteren te verplaatsen kwam er ruimte vrij om een nieuwe kerk compleet met toren te bouwen die in 1874 gereed kwam.
Afbeelding
Hillegom groeide verder uit tot een grote plaats en al spoedig was de kerk opnieuw te klein om alle gelovigen te kunnen herbergen. En weer gingen de Hillegommers aan de slag om een nieuwe kerk te bouwen. De plannen konden echter geen genade vinden in het oog van het (toen Haarlemse) bisdom: te duur. Er moest bezuinigd worden. Geen stenengewelven voor de kerk, maar gewoon een houten constructie (maar wel een hele mooie). Als u voor de kerk staat kunt u goed zien dat de vijf ramen ver naar boven doorlopen en er dus geen ruimte vrij is voor de gebruikelijke tusssenzolder tussen gewelf en dak. Een andere bezuiniging was geen nieuwe hogere toren te bouwen maar de oude gewoon te laten staan en op te nemen in de nieuwe kerk. Vandaar die wat klein uitgevallen toren.
Zo geschiedde het en in 1926 kon de nieuwe kerk tenslotte in gebruik worden genomen, maar met de toren uit 1874. De parochianen tastten wel in de buidel om de liturgie met een goed orgel te ondersteunen want er werd meteen een Maarschalkerweerdorgel met 1188 pijpen besteld. Helaas namen de houtwormen rond 1960 bezit van de orgelkast en kwam er een tijdelijke noodkast voor in de plaats (die er helaas nog steeds staat).
Afbeelding,
Gaan we de kerk binnen dan komen we uit in een wat donkere en hoge ruimte waar alle aandacht uitgaat naar het grote, in 1969 hernieuwd ingerichte, priesterkoor en de moderne glas-in-loodramen in de beide zijbeuken. Wat ook meteen opvalt is het fraaie gebruik van bakstenen en het vele mooie metselwerk in de kerk. Op het priesterkoor staat een mooi Engels koororgel dat in de jaren zestig van de vorige eeuw van een kerk in Londen kon worden overgenomen.
Een aantal zaken herinnert nog aan de oude kerk. Zo is het hoofdaltaar (door beeldhouwer Oort uit Roermond in 1882 uit Limburgse mergelsteen gehakt) nog op het priesterkoor te bewonderen en hebben drie panelen van de preekstoel met beeltenissen uit het leven van Martinus (de bekende scene met de mantel, Martinus als bisschop en de heilige op zijn sterfbed) achter in de kerk een plaatsje gevonden. Twee marmeren communiebankreliefs hebben na de herinrichting een plaatsje gekregen in de beide ingangsportalen van de kerk.

Vijf van de 14 pilaren van het langgerekte middenschip dragen een beeltenis (links de beelden van Gerardus en rechts van Antonius, Aloysius en Franciscus). De 14 kleurrijke kruiswegstaties van L.Boussery zijn een copie van een Middeleeuwse kruisweg uit Brugge.
De beide kapellen die de kerk rijk is mogen zeker niet onvermeld blijven. De vooraan links tegen de kerk aangebouwde doopkapel (nu rouwkapel) is bijzonder om zijn fraaie lijn en achthoekige vorm die vooral van buitenaf mooi is waar te nemen. Vooraan bereikt men via de sacristie de dagkapel waar o.a. dat mooie metselwerk weer te bewonderen valt (zie foto). De dagkapel staat door de week meestal open en via de sacristie komt u in de kerk (het is maar een weet als u naar aanleiding van dit stukje eens een bezoekje zou willen brengen). Grote kans dat u koster Henk van Amerongen tegen het lijf loopt. Hij is al 57 jaar (!) actief als koster en kan u veel vertellen over de kerk (en het kerkhof).
Afbeelding
Binnenkort zal de Martinus nog een kleine renovatie ondergaan. Dit heeft ook te maken met de voorgenomen sluiting van de op korte afstand gelegen tweede kerk van Hillegom, de St.Josef. Het is de bedoeling dat enkele kunstwerken uit deze over twee jaar aan de eredienst te ontrekken kerk een plaats zullen krijgen in de St.Martinus.
***
http://www.dekenaat-leiduinen.nl/kp-bol ... PANCRATIUS
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

16 apr 2006, 14:47

Santa Maria del Fiore.
**
De Santa Maria del Fiore of kortweg de Duomo (dom) is de kathedraal en het dominerende symbool van de Italiaanse stad Florence. Het is de op drie na grootste kathedraal van Europa. De Santa Maria del Fiore staat midden in het historische centrum van Florence. Ernaast staat de klokkentoren, de Campanile genaamd.
**

Afbeelding
Santa Maria del Fiore.
***
Bouw
***
Afbeelding
Santa Maria del Fiore e Campanile di Giotto.
**
In 1296 werd met de bouw van de kathedraal begonnen, op de plaats van een veel kleinere, aan de Heilige Reparata, gewijde basiliek. De dom werd aan de Heilige Maagd Maria gewijd, maar in de naam Santa Maria del Fiore werd tegelijkertijd aan de oude naam van de stad Fiorenza herinnerd. Het was de bedoeling om met de dom op gepaste wijze uiting te geven aan de machtige positie die Florence toentertijd genoot. Alleen een kathedraal van die afmetingen was de stad waardig.

De bouw van de kathedraal heeft enkele eeuwen geduurd. Al in het eerste decennium van de veertiende eeuw bleef de bouw steken, doordat de bouwmeester, Arnolfo di Cambio, om het leven was gekomen. Op dat moment stonden slechts de eerste verdieping van de voorgevel en enkele traveeën van de zijmuren overeind.

In de verschillende bouwfasen werd het oorspronkelijke bouwplan verscheidene malen veranderd onder leiding van verschillende bouwmeesters: Francesco Talenti, Giotto en Giovanni di Lapo Ghini. Een speciaal benoemde commissie werd het in 1368 tenslotte eens over een eindontwerp, dat voor het vervolg van de bouwwerkzaamheden bindend zou zijn. Aan de werkzaamheden kwam, met de beroemde koepeloverwelving van het koor door Filippo Brunelleschi, tegen het midden van de vijftiende eeuw een voorlopig einde. In 1472 was ook de lantaarn op de top van de koepel voltooid.
**
Onderdelen
**
Voorgevel
**
De huidige voorgevel van de kathedraal kwam in de negentiende eeuw tot stand. Een oudere, onvoltooid gebleven façade van Arnolfo di Cambio was al in 1588 gesloopt. De beeldhouwwerken van die façade worden nu in het Dommuseum tentoongesteld. Pas in 1871 kon men het eens worden over een neo-gotische reconstructie naar een ontwerp van de architect Emilio de Fabris. Maar men kan slechts met grote moeite de onrustige, overdreven versierde façade dezelfde bouwkundige geslotenheid toekennen die voor andere delen van de dom juist kenmerkend zijn.
**
Afbeelding.
Koepel
**
De domkoepel is het bouwkundige meesterstuk van de vroege renaissance en domineert heel Florence. Het was een van de eerste koepels die niet op de traditionele manier met steunconstructies werd gebouwd, maar op een voor die tijd geheel nieuwe methode. Het idee was dat de opwaartse druk die door de twee verschillende schalen van de koepel ontstaat, wordt tegengewerkt door de neerwaartse druk, die de lantaarn boven op de koepel creëert. Dit ingenieuze plan werd bedacht en uitgetekend door de Florentijnse architect Filippo Brunelleschi.

Toen in 1368 de commissie het eens was geworden over het eindontwerp, waren de grootte en de vorm van de nog te bouwen koepel grotendeels vastgelegd. Maar in de daarop volgende decennia werden de immense technische problemen, die de geweldige dimensies van 45 meter breedte en bijna 100 meter hoogte met zich meebrachten, niet opgelost. Vooral het opbouwen van de, naar men dacht, noodzakelijke steigers leek voor die afmetingen onmogelijk. Intussen overwoog men zelfs om het gebouw vol aarde te storten en er geldstukken doorheen te mengen om na afloop van de werkzaamheden de armen en de kinderen van de stad over te kunnen halen om de hele berg weer af te graven. Gelukkig werden dergelijke plannen weer snel verworpen.

In een poging om een realiseerbare oplossing voor het probleem te vinden schreef de bouwcommissie van de dom in 1418 een wedstrijd uit, die tot ieders verrassing na lange beraadslagingen werd gewonnen door Filippo Brunelleschi. Korte tijd later, in 1420, kon de bouwmeester met de uitvoering van zijn gewaagde koepelconstructie beginnen. Als hoogtepunt in technisch kunnen zou de constructie pas 150 jaar later overtroffen worden door de koepel van Michelangelo op de Sint-Pieter. Hij steekt zo ver boven Florence uit dat Leon Battista Alberti het al in 1434 vol bewondering passend achtte, om er alle schatten van de Toscaanse volkeren in onder te brengen.

Tussen de twee koepelschalen zorgen horizontaal en verticaal ingepaste steunbalken voor de stabiliteit van de constructie. Acht van deze sproni zijn zonder enige constructief doel aan de buitenkant voortgezet en voorzien van marmer; ze verdelen het oppervlak van de koepel in segmenten van gelijke afmetingen, deze sproni hebben dan ook alleen een decoratieve functie
***
Trap, schip
**
Niet alleen vanwege het overweldigende uitzicht over de daken van de stad en het omliggende land behoort de klim naar de lantaarn van de domkoepel tot de onvergetelijke indrukken van iedere toerist. De trap, met zijn 463 treden, voert tussen de beide schalen van de koepel naar boven waardoor men zich direct de gewaagdheid van de constructie voor kan stellen, maar ook de kolossale afmetingen van dit bouwtechnische meesterwerk kan zien.

Het schip van de kathedraal is 153 meter lang en alleen al de bogen van de zijbeuken zijn 23 meter hoog. De koepel heeft een diameter van 45,50 meter. Het hoogste punt vanaf de grond tot aan de top is 91 meter.
***
Campanile.
***

Afbeelding
Naast de dom staat de campanile. Deze klokkentoren wordt wel beschouwd als de mooiste ter wereld. Hij is vervaardigd in de 14e eeuw en is 85 meter hoog en daarmee 6 meter lager dan de dom, die 91 meter is. De campanile is te beklimmen via de 414 treden tellende trap. De bekleding van de toren bestaat uit diverse soorten marmer. Daardoor was het mogelijk om de diverse kleurnuances te maken.
**********
nl.wikipedia.org/wiki
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

19 apr 2006, 14:52

Het kerkgebouw .
****
De geschiedenis van de huidige St. Antoniuskerk in Kortenhoef begint op 28 maart 1879, de datum van het schrijven waarin de aartsbisschop van Utrecht, mgr. Schaepman, het kerkbestuur machtiging verleende de bouw van een nieuwe kerk en pastorie aan te besteden. De kerk moest worden gebouwd volgens tekening en bestek die architect Alfred Tepe te Utrecht aan de aartsbisschop had voorgelegd.

Kort daarop vond de aanbesteding plaats. Er bleken 10 liefhebbers te dingen naar het werk, waarvan de firma M. Andriessen & Zn. te Hilversum met een bedrag van ƒ 34.740,-- (€ 15.790,--) de laagste inschrijver was en dus de opdracht kreeg. Op 10 mei 1879 volgde de definitieve goedkeuring voor de bouw, die op 11 juli van dat jaar officieel van start ging met het leggen van de eerste steen door Henricus Zacharias van Kesteren, oud 7 jaar. De gedenksteen die hieraan herinnert is nog te zien in het kerkportaal.

Omdat de financiële middelen onvoldoende waren kreeg het kerkbestuur in eerste instantie geen toestemming van het aartsbisdom om de toren van de kerk direct af te bouwen. Door de verkoop van de oude kerk en pastorie aan de Kortenhoefsedijk kwam er echter extra geld vrij en zo kon de nieuwe kerk toch volledig worden afgebouwd en op 9 juni 1880 door de aartsbisschop worden ingewijd. Voor de inrichting en aankleding van het gebouw was op dat moment geen geld meer. Deze zou in de loop van de daarop volgende jaren stukje bij beetje worden aangevuld, waarover verderop meer.
Afbeelding
In het boek
"De 19e-eeuwse kerkelijke bouwkunst
in Nederland" van Drs. H.P. Rosenberg
(Den Haag 1972) wordt de St.Antonius van Paduakerk in Kortenhoef als volgt beschreven:
"Een neogotische hallenkerk met toren,
voorzien van overhoekse steunberen en vier nissen in ieder gevelvlak van de klokkenverdieping.
Het Bernulphusgilde interieur is
nog grotendeels aanwezig.
***
De architect

Alfred Tepe werd geboren in Amsterdam in 1840 en overleed in Düsseldorf (Duitsland) in 1920. Hij volgde van 1861 tot 1864 een klassieke opleiding aan de Bau-Akademie in Berlijn, studeerde wiskunde te Münster en was tussen 1867 en 1872 werkzaam bij Vincent Statz in Keulen alwaar hij meewerkte aan de voltooiing van de Keulse Dom.

Van 1872 tot 1884 woonde hij in Utrecht op de Maliebaan in een door hemzelf ontworpen huis en was aldaar lid van het Sint Bernulphusgilde. Hij werkte nauw samen met Friedrich Wilhelm Mengelberg, de beeldhouwer van het gilde, met de edelsmid Leo Brom, de orgelbouwer Michael Maarschalkerweerd en de glazenier Heinrich Geuer.

In de tijd dat Tepe in Nederland woonde waren er vele nieuwe kerkgebouwen nodig. Na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853 onstak er onder de katholieken een ware bouwwoede. Elke stad of dorp wilde weer zijn eigen parochiekerk, liefst met "kathedrale" allure. Architecten als Pierre Cuypers en Alfred Tepe hebben hier een grote bijdrage aan kunnen leveren

Alfred Tepe heeft voornamelijk in het toenmalige aartsbisdom Utrecht gewerkt (waarvan het Gooi tot 1956 deel uitmaakte) en heeft daar een kleine 70 kerken gebouwd, waarvan de Antonius van Paduakerk te Kortenhoef er een is. Zijn belangrijke tijdgenoot Cuypers was in het Utrechtse niet zo gezien vanwege zijn alhier te revolutionair gevonden ideeën en werd daarom geweerd. Zodoende had Tepe er praktisch het alleenrecht.

Tepe's mooiste en belangrijkste kerken staan in Jutphaas, St Nicolaas (1875), Utrecht, St. Willibrord (1876-1877), SchalkwiTepe's mooiste en belangrijkste kerken staan in Jutphaas, St Nicolaas (1875), Utrecht, St. Willibrord (1876-1877), Schalkwijk, St. Michael (1879), Amsterdam, St. Franciscus Xaverius (De Krijtberg, 1883) en IJsselstein, St. Nicolaas (1887). Andere Tepe-kerken in de naaste omgeving van Kortenhoef vinden we in Vinkeveen, H. Hart (de enige kerk van Tepe met een kooromgang, 1883), in Abcoude, Cosmas en Damianus (1887-1888) en in Mijdrecht, St. Jan de Doper (1876).

jk, St. Michael (1879), Amsterdam, St. Franciscus Xaverius (De Krijtberg, 1883) en IJsselstein, St. Nicolaas (1887). Andere Tepe-kerken in de naaste omgeving van Kortenhoef vinden we in Vinkeveen, H. Hart (de enige kerk van Tepe met een kooromgang, 1883), in Abcoude, Cosmas en Damianus (1887-1888) en in Mijdrecht, St. Jan de Doper (1876).

Zoals hierboven vermeld had Tepe's grote tijdgenoot Pierre Cuypers vaak revolutionaire ideeën als het om de toepassing van moderne middelen in de architectuur ging. Zo schuwde hij bijvoorbeeld het gebruik van moderne materialen zoals ijzer voor torenspitsen en spanten niet. De kerken van Tepe zijn daarentegen zonder uitzondering sober en vrijwel geheel in baksteen uitgevoerd met vermijding van natuursteen. Ook het inwendige is opvallend door eenvoud. Deze soberheid, gepaard aan een goed gevoel voor verhoudingen, geven een verklaring voor het feit dat zijn kerken zich zo goed aanpassen aan het karakter van het landschap of het stadsbeeld. Ook de Antoniuskerk is hiervan een mooi voorbeeld. Ze is te typeren als een echte dorpskerk, die aanwezig is in het landschap maar toch ook weer niet detoneert door haar grootte of sterk afwijkende bouwstijl.
***
Afbeelding
Overzicht van het interieur
vanaf het zangkoor
**
De inrichting van de kerk

De gehele inrichting van de Antoniuskerk is in een vrij korte periode tot stand gekomen. Op een van de oudste foto's van het kerkinterieur, genomen omstreeks 1900, zien we dat de meest voorname interieurstukken zoals de ramen, de altaren, het triomfkruis, beelden, betegeling, orgel en beschilderingen al aanwezig zijn. Dit zegt wel iets over de offerzin van de parochianen en het enthousiasme van bouwpastoor Wilhelmus van Soest om "zijn kerk" helemaal voltooid te zien.

Wij beschrijven hier slechts de belangrijkste onderdelen van het interieur, maar ook de details zoals kandelaars, wijwatervaten, godslamp, monstrans e.d. zijn zeer de moeite van het bekijken waard. Zij werden in de loop der jaren ontworpen en gemaakt conform de richtlijnen van het Sint Bernulphusgilde en vormen samen een harmonieuze eenheid.

De altaren, de voormalige preekstoel (verwijderd in 1939) en de communiebank (verwijderd in 1967) werden ontworpen door de beeldhouwer Mengelberg. De houten panelen van de preekstoel met daarop de vier evangelisten zijn later verwerkt in een hulpaltaar dat nog te zien is in de spreekkamer van de pastorie.

Het hoofdaltaar uit 1883 is een zogenaamd vleugelaltaar. Vroeger waren de vleugeldeuren door de week, bij uitvaarten, in de Advent en in de Vastentijd gesloten. Op de deuren zijn de heiligen Wilhelmus (verwijzend naar pastoor van Soest), Cornelius en Gerardus (verwijzend naar twee parochianen die middels belangrijke giften de bouw van de kerk mede mogelijk maakten) en Antonius (de patroonheilige) afgebeeld. De beelden in de kasten zijn van St. Catharina, Maria Magdalena, St. Willibrord en St. Joris met de draak, die ook in het mozaïek in de tegelvloer van het liturgisch centrum te zien is.

De deuren van het tabernakel komen uit het atelier van de Utrechtse edelsmid Leo Brom. Zij bevatten afbeeldingen van Jezus en van de apostel Petrus, die verwijzen naar het "levend brood" dat in het tabernakel bewaard wordt.
**
Afbeelding
Het hoogaltaar.
Beeldhouwwerk en schilderwerk
van Mengelberg,
tabernakeldeuren en kandelaars
uit het atelier van Brom.
**
De twee zijaltaren, gewijd aan Maria en Jozef, dateren uit 1884. De beelden van Maria en Jozef erboven werden in 1897, samen met het triomfkruis, voor een bedrag van ƒ 1.063,-- (€ 483,--) aangeschaft. In de tegelvloer vóór deze altaren zijn de evangelisten Johannes (adelaar) en Marcus (leeuw) afgebeeld. Het triomfkruis is in 1968 verwijderd omdat het door de slechte staat gevaar opleverde. Alleen het afgeloogde beschadigde corpus bleef bewaard. In 2004 is een nieuw triomfkruis in de kerk opgehangen, met het oorspronkelijke, gerestaureerde corpus.

De doopvont, van zwart marmer afgedekt met een torenvormig koperen deksel, dateert uit 1886. Zoals in die tijd gebruikelijk werd hij in een doopkapelletje helemaal achterin de kerk geplaatst omdat de ongedoopten eigenlijk nog geen toegang tot de gewijde kerkruimte hadden. Toen in de loop der jaren de inzichten omtrent het sacrament van het doopsel veranderden raakten doopkapel en doopvont in onbruik. Bij de restauratie van het kerkinterieur in 1986 verhuisde de doopvont naar een nieuwe plaats links voor in de kerk, waar hij tijdens doopvieringen weer kan worden gebruikt. De voormalige doopkapel werd ingericht als Antoniuskapelletje.

De veertien kruiswegstaties dateren uit 1893 en werden aangeschaft voor een bedrag van ƒ 475,-- (€ 215,--). Maker en herkomst zijn niet bekend. Zij zijn gemaakt van gips en daardoor zeer kwetsbaar. In de loop der jaren liep een aantal ervan dan ook ernstige beschadigingen op. In 1986 werden de staties in het atelier van beeldhouwer Jan van Ieperen in Schoonhoven gerestaureerd.
****
morgen vervolg
Ruud Bijlsma
http://www.kanparochies.nl/khfkerk_body.htm
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

20 apr 2006, 14:36

Hervormde kerk te Rijnsaterwoude
***
Het huidige kerkgebouw is niet het eerste bedehuis ter plaatse. De eerste kapel die in Rijnsaterwoude stond dateert uit het midden van de 11e eeuw. Een eeuw later werd voor het eerst over een kerkgebouw gesproken. Dit eerste kerkgebouw werd in 1554 door een zware storm ernstig beschadigd. De toren stortte op het middenschip. Het kerkgebouw werd hersteld en de toren nieuw opgetrokken.
Uiteraard is vooral de kerktoren een blikvanger. Het onderste vierkante gedeelte van de toren is opgetrokken uit baksteen terwijl de plint, de waterlijsten, hoekblokken en traceringen in Bentheimer zandsteen zijn uitgevoerd. Het vierkante gedeelte is ongeveer dertien meter hoog waarna het achthoekige gedeelte begint. In dit gedeelte is de luidklok aangebracht die in 1750 werd gegoten door de Amsterdamse klokkengieter Cyprianus Crans Janszoon. De totale hoogte van de toren is ongeveer 26 meter.

Het kerkgebouw bestaat uit twee gedeelten: het schip en het koor. Het schip is in de jaren 1740-1745 vergroot en verhoogd. Het achterste gedeelte, het koor, heeft nog de uiterlijke vorm van vóór 1552. Door de eeuwen heen werden kerkgebouw en toren regelmatig gerestaureerd. De toren was aan het begin van de twintigste eeuw aan een grote restauratie toe. De burgerlijke gemeente, sinds 1798 eigenaar van de toren, gaf opdracht tot de restauratie. Deze restauratie, die in 1908 werd uitgevoerd, werd enkele jaren later door monumentenzorg bestempeld als "verknoeien". Bij deze restauratie werd de toren met machinaal gebakken baksteen beklampt.

Het waren vooral verzakkingen van de bodem die er toe leidden dat kerk en toren in de jaren 1956-1958 een grote restauratie ondergingen. De toren werd in 1988 weer opgeknapt, gevolgd door de restauratie van het kerkgebouw in 1990-1991.
Het interieur van het kerkgebouw bevat nog veel authentieke elementen zoals de preekstoel uit 1651. Het uit 1882 daterende kerkorgel is, wegens te grote onderhoudskosten, vervangen door het huidige orgel. Dit orgel is afkomstig uit de Marcuskerk in Den Haag en werd gebouwd in 1968.

In de vloer van de kerk zijn nog verschillende grafzerken aanwezig. Deze zerken kwamen onder de houten vloer in het koor tevoorschijn bij de restauratie van 1956-1958. Vermoedelijk is de aanwezigheid van de houten vloer er de oorzaak van dat de zerken nauwelijks beschadigd of versleten zijn. De oudste zerk dateert uit 1588.

Bronnen en literatuur:
SARM: Archief hervormde gemeente te Rijnsaterwoude
A. Blaazer e.a., In de schaduw van de Woudse Dom. Kerk en kerkvolk te Rijnsaterwoude door de eeuwen heen (Rijnsaterwoude 2001)
Zie ook:
kerken
Rijnsaterwoude; Jacobswoude

Afbeelding
http://www.groenehartarchieven.nl/encyc ... ocnaam=a15
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

22 apr 2006, 14:47

Naam: Protestantse Kerk
Parochie/kerkgemeente: Protestantse Gemeente Oude Mijnstreek
Dekenaat/ kerkverband: Protestantse Kerk in Nederland
Plaats: Chèvremont
Gemeente: Kerkrade
Wijk:

Adres: St. Pieterstraat 3
Postcode: 6463 CP
Coördinaten: x: 202845, y: 320645
Eigenaar:
Rijksmonumentennummer: 513758 Code 6463CP-00003-01
Kadastrale gegevens: Kerkrade G 2694
Bouwpastoor/ bouwpredikant:
Architect(en):
Kunstenaar(s):
Huidig gebruik: Buiten gebruik gesteld voor de eredienst en thans tehuis voor asielzoekers
*****

Afbeelding
Foto: Sander van Daal.
**
Redengevende omschrijving Rijksdienst voor de Monumentenzorg

Inleiding

Nederlands Hervormde Kerk, centraalbouw-type, met kosterwoning, vergaderzaal en verenigingsgebouw, gelegen aan de St. Pieterstraat, gebouwd in 1923, eigentijdse traditionele stijl met deels gotiserende vensters. Architect H.J. Tiemens uit Arnhem. De latere uitbreiding t.b.v. horecafunctie achter de kosterswoning/vergaderzaal is niet important en van bescherming uitgesloten. De vormgeving is markant en zeer gaaf wat betreft opbouw en koppeling van de massa's. De binnenopbouw is aan de buitenzijde ervaarbaar.
**

Afbeelding
Foto: Sander van Daal.
**
Omschrijving
***********
Nederlands Hervormde Kerk, plattegrond in de vorm van een Grieks kruis; op de viering met oktogonale grondslag is een achthoekig tentdak geplaatst met op de top een natuurstenen kruis. Aansluitend op de vier zijden van de achthoek zijn vier kruisarmen met zadeldak gesitueerd. In de oksel van twee kruisarmen is de toren geplaatst met een entree in een verhoogde rondboogvorm en een omlijsting van trapsgewijs terugspringend metselwerk. De toren is aan elke zijde voorzien van een nis met aan de onderzijde een natuurstenen druiprand. In het midden van de toren bevindt zich een smal verticaal geplaatst raam; aan de bovenzijde een gepleisterd vierkant vlak, oorspronkelijk bedoeld voor een uurwerk. De nissen worden beëindigd door een omgaande horizontale natuurstenen band, waarboven de galmgaten zijn aangebracht. De toren is bekroond door een naaldspits met torenhaan. De spits is voorzien van vier kleine dakkapellen, waarop de uurwerken zijn aangebracht. De toren wordt beneden geflankeerd door twee kleine ronde volumes met kegelvormige daken, waaronder rondgaande horizontale raamstroken zijn geplaatst. De topgevels van drie zijarmen hebben spitsboogvormige glas-in-lood vensters met venstertracering in natuursteen. Aan de noordelijke kruisarm is de kosterwoning met vergaderzaal gesitueerd. Dit betreft een L-vormig bouwdeel in twee lagen gekoppeld met zadel- c.q. schilddak. De plint van kerk en kosterswoning is uitgevoerd in natuursteen; overige muren zijn van metselwerk in kruisverband. De houten ramen hebben deels natuurstenen en deels bakstenen dorpelstenen. De daken zijn afgedekt met leien. De gevels zijn voorzien van diverse ornamenten in natuursteen. De ommuring van het perceel is deels in natuursteen, deels in baksteen. Van het INTERIEUR is onder meer het volgende van belang. Het interieur heeft het karakter van een kerk van het centraalbouw-type en voor die tijd uniek in deze streek. In drie kruisarmen is een oxaal gesitueerd voorzien van een houten balustrade. Het preekstoelgedeelte is geheel in hout uitgevoerd. Het basement van de preekstoel is in marmer uitgevoerd. De wand achter de preekstoel is met houten panelen bekleed.
***
Waardering

De kerk van de Hervormde Gemeente van Chevremont bezit cultuurhistorische waarden als bijzondere uitdrukking van een geestelijke ontwikkeling van de Nederlands Hervormde kerk in een hoofdzakelijk katholiek Limburg. De sacrale inwendige ruimtelijke werking en het sobere interieur typeert het karakter van de religie waarvoor de kerk bestemd is. De architectuurhistorische waarden worden bepaald door het belang van deze kerk voor het oeuvre van architect H.J. Tiemens en de samenhang tussen exterieur en interieur. De kerk bezit ensemblewaarde als markante hoekoplossing. De kerk is van belang vanwege de hoge mate van architectonische gaafheid van exterieur en interieur. Deze kerk is van algemeen belang door de functie en het gebruik van deze kerk binnen het overwegend katholieke Limburg en de cultuurhistorische- en architectuurhistorische zeldzaamheid. (Datum: 06-11-2001).
*********************
http://www.kerkgebouwen-in-limburg.nl/v ... ntent=2068
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet

majke
Lid geworden op: 01 jan 2005, 00:20
Locatie: europa

24 apr 2006, 20:09

Het heeft even geduurd maar nu is het toch zo ver. Onze 'dekenale kerk' is aan de beurt om in deze rubriek eens in het zonnetje gezet te worden. Niet dat de deken er op heeft aangedrongen. Nee, na de bespreking van de kapel van Bijdorp in Voorschoten moest gewoon weer eens een kerkgebouw in de bollenstreek aan de beurt komen. En de keus is gevallen op de kerk van Katwijk-binnen.
Het is alweer even geleden dat ik op een zomerse zondag het idee opvatte om de eucharistieviering eens in de Joannes de Doper mee te maken. Vele malen was ik reeds, op weg van Leiden naar Noordwijk, over de ter plekke verdiepte N206 langs de kerk gereden en dacht dikwijls: 'Leuke kerk, zo te zien, mooi in het groen, maar hoe zou die kerk er van binnen uitzien?' Het werd een goede viering en een aardige excursie die ik ieder warm kan aanbevelen. De verrassing waren de kruiswegstaties (waarover straks meer).

Katwijk aan de Rijn is nog een bekoorlijk dorp met fraaie oude huizen dat de grootstedelijke uitbreiding vrijwel geheel aan het zusterdorp Katwijk aan Zee heeft overgelaten. En zo prijkt er aan de Kerkstraat een echte dorpskerk in de goede zin van het woord. Gebouwd aan het begin van de twintigste eeuw en dus zal het niet verbazen dat het een neogotische kerk is.
Afbeelding
Katwijk aan de Rijn was in die dagen een kleine en bepaald arme gemeenschap. De voorganger van de huidige kerk werd dan ook gebouwd van het sloopmateriaal van een bij een logement behorende kolfbaan en paardenstal terwijl de herberg zelf werd omgebouwd tot pastorie. Dat gebeurde niet zonder slag of stoot want de reformatorische burgemeester had het niet zo voorzien op een 'R. Catholieke bijkerk' in zijn gemeente. En ook de pastoor van Oegstgeest lag dwars! Maar goed, in 1846 stond de kerk er dan toch.
Het aantal inwoners groeide en verder bracht het begin van het toerisme in deze streek in het badseizoen meer kerkgangers. Zo werden rond 1905 plannen gesmeed om tot een nieuwe en grotere kerk te komen. De financiële- en bouwproblemen waren groot. De grond werd gevonden in een stuk land naast de r.k. begraafplaats aan de noordzijde van het dorp. Dit keer werkte de gemeente mee en Oegsteest hield zich koest. Werkeloze Katwijkers konden worden ingezet en in 1911 werd de kerk ingewijd.
Aanvankelijk bediend door de Jezuïeten, ging de bediening van de kerk in 1928 over in die van de Franciscanen. Maar ook dat is al lang weer verleden tijd, al herinnert het bekende verzorgingshuis 'de Wilbert' nog aan de tijd dat daar een missiehuis en 'Herenschool" in gevestigd was.
De zorg voor de parochianen is thans in de goede handen van mevrouw J. Vermeulen-Baars (pastoraal werker) en deken J.A. Ammerlaan (die zijn taak als deken van Leiduinen dus combineert met het pastoraat in deze parochie).
Afbeelding
Terug naar het huidige kerkgebouw. De parochianen wisten destijds een goede architect te strikken, Jean van Groendael (dezelfde architect die de fraaie St. Agatha in Lisse op zijn naam heeft staan). Men bouwde snel (zeker voor die tijd) en binnen 8 maanden was de kerk gereed. Maar er hoefde dan ook niet geheid te worden want de kerk staat net nog op een stukje van het oude binnenduin.
Afbeelding
Veel geld was er nog steeds niet en zo verhuisden de oude kerkbanken en het barokke altaar (dat oorspronkelijk afkomstig was van het r.k. jongensweeshuis in Amsterdam) mee naar de nieuwe kerk. Toch toont de kerk een stukje luxe: de slanke acht pilaren die de bogen dragen zijn niet in steen opgemetseld maar uitgevoerd in heus zwart graniet, dat trouwens ook terugkomt in de steunpartijen van de oude communiebank waarvan er nog steeds drie op het priesterkoor te vinden zijn. De kerk maakt bij binnentreden als geheel een prettige indruk. Ze is bescheiden van maat en toch ruim. De roodbruine bakstenen in de bogen en kleine muurvlakken geven het geheel een bijzondere warmte. De van donkergeel naar lichtgeel oplopende kleur van de grote muurvlakken bieden daarbij een mooi contrast.
De bijzondere kruiswegstaties zijn al even genoemd. De heer R. Humer, lid van de beheerscommissie van de kerk, wist mij het fijne ervan te vertellen. De staties vertonen een duidelijk impressionistisch karakter, gezien de kleurstelling, de vage contouren en de 'vlekkerige' manier van schilderen. De verrassing was groot te horen dat het de pastoor zelf was, die geholpen door een legaat van één van de parochianen, in 1914 aan het schilderen was geslagen. Het verhaal gaat dat het de grote, in Katwijk woonachtige, Jan Toorop zèlf was die hem daarbij ter zijde heeft gestaan. Diverse parochianen stonden model voor de bijfiguren op de staties. Op de vierde statie heeft de pastoor zowaar voor zichzelf ook een plaatsje ingeruimd! (zie de afbeelding, de figuur links in beeld).
Afbeelding
Bij de onlangs afgesloten restauratie van de kerk werden de grote glas-in-loodramen boven het priesterkoor van Huub Levigne, met voorstellingen uit het leven van Johannes de Doper, opnieuw onder handen genomen. Dat moest wel want ze waren destijds (1948) niet gebrandschilderd maar gewoon geschilderd! En verf blijft niet eeuwig zitten. Het kostte deze kleine gemeenschap weer de nodige financiële hoofdbrekens maar nu zij de ramen dan ook echt gebrandschilderd, zoals het een goed kerkraam betaamt. Zo kunnen ze de eeuwen trotseren en hun verhaal over Johannes blijven vertellen.
*************************
http://www.dekenaat-leiduinen.nl/kp-bol ... PANCRATIUS
als je je zelf niet helpt
een ander kan dat niet