Waar vandaan: Wonen & Zorg > Veilig (t)huis > 2. Het trappenhuis

2. Het trappenhuis

Valpartijen vormen de belangrijkste oorzaak van ongevallen in en rond het huis. Trappen kunnen dan ook levensgevaarlijke constructies zijn.
Een ongeluk op de trap is immers snel gebeurd. Gelukkig heb je ook heel veilige exemplaren.

De constructie
Een trap heeft een breedte, een hoogte en een helling. De treden hebben een hoogte en een diepte.
De ideale trap is minstens 80 cm breed. De breedte van de trap is de afstand tussen de leuning en de muur, of tussen de beide leuningen, als het om een vrijstaande trap gaat. Een trede is idealiter tussen de 13
en 20 cm hoog. Méér wordt gevaarlijk. De hoogte wordt over de hele trap aangehouden. Ook bij de bovenste en onderste treden, anders breken die het ritme. De trede is bovendien minstens tussen de 25 en 30 cm diep, zodat je hele voet er gemakkelijk op kan rusten. Een trap met gesloten treden is veiliger dan een trap met open treden. De hoogte van de trap is de afstand tussen de vloer en de volgende (tussen)verdieping. Bij één lange, steile trap met veel treden is een trap met tussenplatformen veiliger, zodat je af en toe even op adem kunt komen. Mocht je ten val komen, dan is zo'n tussenplatform er om een diepe val te breken.
Een trap heeft ook een helling. De ideale helling ligt tussen de 30 en 35 graden. Een trap steiler dan 50 graden vraagt gewoon om ongelukken. Een veilige trap heeft een leuning. Die leuning is minstens 90 cm hoog. Voor kinderen is het handig om op halve hoogte een tweede (tijdelijke) leuning te bevestigen. Een leuning hangt niet in het ijle, maar is aan de trap of de muur vastgemaakt. In het eerste geval heb je spijlen nodig. De veiligheidsnorm schrijft 8 cm voor tussen verticale spijlen.
Verhalen over kinderen die er met hun hoofdje tussen gekneld raken, zijn immers legio. Horizontale spijlen zijn voor kinderen veel te gevaarlijk. Deze nodigen immers uit tot klim- en glijpartijen.

Enkele tips voor veilig trap-gebruik

  • Houten trappen niet boenen. Slipgevaar.
  • Trap-breed vast tapijt is veiliger dan een loper die met roeden vastgemaakt is.
  • Breng antislipstroken op de treden aan.
  • Laat geen spullen op de trap slingeren.
  • Loop niet op blote voeten op de trap. Gevaar voor splinters.
  • Loop evenmin op sokken op de trap. Zonder loper glij je op sokken gemakkelijk uit.
  • Ga rustig de trap op en af.
  • Neem bij het afdalen slechts één trap tegelijkertijd.
  • Als je een last de trap op draagt, zorg er dan voor dat je de treden ziet.
  • De leuning is er niet voor niks. Gebruik die dan ook.
  • Doe tijdig het licht aan.
  • Sluit voor de veiligheid van de allerkleinsten de trap af met een hekje
    totdat ze in hun eentje de trap veilig op- of af kunnen.
  • Zorg ervoor dat de onderste trede duidelijk te onderscheiden is van
    de vloer.

Bron: Provinciaal Veiligheidsinstituut Antwerpen