Waar vandaan: Wonen & Zorg > Preventietips > Intoxicatie door paddestoelen

Intoxicatie door paddestoelen

Het einde van de zomer en de herfst betekenen voor talrijke natuurliefhebbers paddestoelentijd. Sommige paddestoelen zijn eetbaar en trouwens zeer smakelijk. Een groot aantal echter is giftig, zelfs dodelijk. De beste manier om intoxicaties te vermijden is de eetbare van de niet eetbare te kunnen onderscheiden. Dit klinkt logisch, doch dikwijls komen vergiftigingen voor omdat er zich in dezelfde mand één of meer toxische soorten tussen eetbare bevinden.

Het is absoluut af te raden om soorten te eten die niet met zekerheid herkend werden.

Paddestoelen kennen en herkennen is zeker niet gemakkelijk. Zelfs specialisten twijfelen soms.

Een intoxicatie door paddestoelen begint practisch altijd met spijsverteringsstoornissen.
Soms beginnen de symptomen pas vele uren na de maaltijd (bv. in geval van de potentieel dodelijke amanita phalloïdes). Andere soorten verwekken pas nier- en zenuwstoornissen en stoornissen van de bloedsomloop verschillende dagen na de inname.
Dus samengevat : Eet nooit ongekende geplukte paddestoelen tenzij men zeer goed op de hoogte of zelf specialist ter zake is !

Enkele gangbare maar FOUTIVE begrippen

Het is volledig verkeerd te denken dat:

  • jonge exemplaren altijd eetbaar zijn;
  • witte paddestoelen nooit giftig zijn;
  • giftige paddestoelen een onaangename geur hebben of een wansmakelijk uitzicht;
  • indien een paddestoel reeds "bezocht" werd door een worm of slak, deze wellicht eetbaar moet zijn. Niets is minder waar want slakken en kleine bosdieren
  • zijn verzot op knolamanieten zonder dat ze enig letsel vertonen, terwijl deze voor de mens dodelijk zijn;
  • het koken van paddestoelen alle toxines onschadelijk maakt : neen, zelfs een gekookte amanita blijkt dodelijk !
  • paddestoelen eetbaar zijn als het zilveren lepeltje dat men meekookt, niet zwart oxydeert.

Enkele raadgevingen indien men toch paddestoelen gaat plukken

  1. Er bestaat geen enkel empirisch middel of "trucje" om met zekerheid giftige van eetbare paddestoelen te onderscheiden (kleur, smaak, geur, aantasting door slakken of wormen, enz...).
  2. De enige manier om giftige van eetbare paddestoelen te onderscheiden is een precieze kennis te bezitten omtrent de specifieke karakteristieken van de verschillende soorten.
  3. Het lidmaatschap van een mycologische kring is de beste manier om zich het plezier van het identificeren van paddestoelen in gezelschap van competente mensen eigen te maken. Het identificeren van paddestoelen met behulp van een boek en zonder enige basiskennis is uitermate gevaarlijk.
  4. Men mag slechts paddestoelen eten die men zeer goed en in hun verschillende groeistadia kent.
  5. Indien men paddestoelen plukt die men nog niet kent, zal men ze niet afsnijden. Men verwijdert ze wel met een draaiende beweging uit de bodem, echter zonder het mycelium te beschadigen. Vervolgens zal men ze ter determinatie voorleggen aan competente personen (botanisten, mycologen). Leg deze nooit in een mand met gekende eetbare paddestoelen.
  6. Pluk enkel jonge paddestoelen in goede staat. Controleer de paddestoelen één voor één.
  7. Geen rotte, doorweekte of bevroren exemplaren plukken. Gebruik enkel goed verluchte recipiënten om ze te verzamelen (mandjes bv.) en geen plastiekzakken.
  8. Paddestoelen zijn zeer week en kunnen gemakkelijk door bacteriën aangetast worden. Sommige normaal eetbare paddestoelen kunnen giftig worden met het verouderen of na bevriezen (dit komt door ontbinding van de paddestoelweefsels).
  9. Bewaar thuis paddestoelen in een koele en goed verluchte ruimte zonder ze op mekaar te stapelen. Ze zijn slechts zeer beperkt houdbaar.
  10. Maak de paddestoelen goed schoon alvorens ze te bereiden ! Verwijder eventueel de schil van de hoed, het onderste van de steel. Verwijder eventueel gans de steel vooral indien hij vezelig of taai is (grote parasolzwam, weidekringzwam...).
  11. Aangezien over het algemeen paddestoelen nogal moeilijk verteerbaar zijn is het misschien aangewezen ze fijn te snijden, ze goed te bakken (minstens 15 minuten, een half uur voor soorten welke niet rauw mogen worden gegeten) en goed te kauwen. Eet nooit te grote hoeveelheden. Opgelet : rauw opgegeten kunnen sommige eetbare paddestoelen toxisch zijn (morieltje, parelamaniet...).
  12. Indien U eetbare paddestoelen gaat plukken, heb toch steeds respect voor de andere, zelfs giftige soorten !
    Alle soorten hebben immers een rol te vervullen in het ecologisch systeem.

In geval er problemen zich voordoen

Indien U ooit een paddestoelintoxicatie mocht vermoeden, raadpleeg onmiddellijk het Antigifcentrum (070-245.245).
Men zal U dan allerlei zeer nauwkeurige vragen stellen. Dit laat toe een evaluatie te maken omtrent de ernst van de intoxicatie.

  1. Welke paddestoel denkt U geplukt te hebben ?
  2. Waar hebt U deze geplukt (bos of weide) ?
  3. Hoeveel tijd is er verlopen tussen het plukken en het eten van de paddestoelen ? Hoe werden ze bewaard ?
  4. Hoe werden ze bereid ?
  5. Zijn er nog resten (rauw, gebakken, eventuele afval) ?
  6. Wat zijn de symptomen ?
  7. Hoeveel tijd is er verlopen tussen het eten der paddestoelen en het optreden van de eerste symptomen ?
  8. Zijn alle personen die paddestoelen gegeten hebben, ziek ?
  9. Welk ander voedsel werd er nog genuttigd tijdens het eetmaal? Werd er alcohol gedronken ?

Een netwerk van specialisten (mycologen) verspreid over gans België helpt het Antigifcentrum bij de identificatie van verdachte paddestoelen in geval van intoxicaties.

Enige toxische paddestoelen die men moet kennen

  • AMANITA MUSCARIA, AMANITA PANTHERINA

De vliegenzwam (amanita muscaria) en de panter amaniet (amanita pantherina) zijn twee paddestoelen die een intoxicatie kunnen veroorzaken waar voornamelijk psychische symptomen op de voorgrond treden. Deze symptomen zijn bekend onder de naam van pantherina syndroom.

De zeer karakteristieke vliegenzwam is gemakkelijk te herkennen en wordt bewust gegeten voor haar psychische nevenwerkingen.

De panter amaniet, waarvan de toxiciteit ernstiger is, kan verward worden met twee eetbare paddestoelen nl. de parelamaniet (amanita rubescens) en de amanita spissa.

Na een korte incubatieperiode (30 min. tot 3 u.) veroorzaken deze paddestoelen psychische symptomen.

Dit is te wijten aan de aanwezigheid van iboteenzuur in het vruchtlichaam.

In een eerste fase is men euforisch gepaard gaande met opwinding, delirium en hallucinaties, dit wordt gevolgd door een periode van bedwelming gaande tot coma bij ernstige intoxicatie.
Nausea, braken en diarree kunnen soms voorkomen.

  • AMANITA PHALLOIDES

Deze paddestoel is verantwoordelijk voor het merendeel van de dodelijke ongevallen in ons land.
De amanita phalloïdes bevat amatoxines die schadelijk zijn voor de lever (toxische hepatitis).

De eerste symptomen van intoxicatie verschijnen pas gemiddeld een 12-tal uren na de maaltijd : nausea, braken, hevige diarree. Na 36 u. verschijnen symptomen van leveraantasting die tot de dood kunnen leiden. Deze paddestoel moet men leren herkennen onder al zijn vormen : de jonge, eivormige paddestoel kan worden verward met een stuifzwam. De witte vormen worden soms verward met eetbare witte paddestoelen : gladde boskampemoelje (Agaricus silvicola), duifzwam (Tricholoma columbetta)...

Een beginner paddestoelplukker zou de groene vorm kunnen verwarren met russulen of groene tricholoma.

De kleverige knolamaniet (amanita virosa) en de voorjaarsamaniet (amanita verna) hebben dezelfde toxiciteit als de amanita phalioïdes.

  • BOLETUS SATANAS

De satanasboleet met de eerder verontrustende naam verdient niet de reputatie van giftige paddestoel.
Hij veroorzaakt alleen een eerder banale gastro-enteritis.

  • CLITOCYBE CERUSSATA,CLIYOCYBE DEALBATA, CLITOCYBE RIBULOSA...

De witte trèchterzwammen worden soms verward met de Molenaar (Clitopilus prunulus).
Twee uur na het eten ervan treedt een zeer onaangename intoxicatie op gekenmerkt door neusloop, zweten, tranenvloed, speekselvloed, ademhalingsmoeilijkheden te wijten aan hypersecretie t.h.v. de luchtwegen. Hierbij verschijnen eveneens braken en diarree. De intoxicatieverschijnselen blijven in het algemeen enkele uren aanhouden.

  • COPRINUS ATRAMENTARIUS

Drink nooit alkohol bij een maaltijd bereid met deze eetbare paddestoelen. Deze veroorzaken een overgevoeligheidsreactie op alkohol ("Antabuse effekt") : het drinken van alkohol (bier, wijn,...) tijdens de 72 u. die volgen op het eten van inktzwammen veroorzaakt roodheid van aangezicht en hals, hoofdpijn, duizeligheid, bloeddrukdaling, braken en overvloedig zweten. Deze symptomen blijven enkele uren aanhouden.

  • CORTINARIA

Deze familie telt talrijke soorten waarvan de determinatie moeilijk is. Sommigen zoals de cortinarius splendens, c. speciosissimus, c. orellanus, c. cinnamomeus,...) zijn zeer toxisch.
Na een bijzonder lange incubatieperiode ((3 tot 18 dagen) veroorzaken deze paddestoelen een orellanus syndroom : hevige dorst, droogheid van de mond, braken, abdominale pijn en ernstige nieraandoeningen (interstitiële tubulo-nefritis). Alle roodkleurige, purpere of oranje cortinaria moet men wantrouwen.

  • ENTOLOMA LIVIDUM

De giftige satijnzwam wordt dikwijls verward met de nevelzwam (Clitocybe nebularis). Het eten ervan kan een zware maag-darm-ontsteking met leverteststoringen tot gevolg hebben.

  • GALERINA MARGINATA

De dennebundelzwam bevat amanitine en veroorzaakt dezelfde intoxicatie als die door de amanita phalloïdes (toxische hepatitis).
Hij kan verward worden met de bundelzwam (Pholiota (Kuhneromyces) mutabilis) en de gewone zwavelkop (Hypholoma fasciculare).

  • INOCYBE RIMOSA (Fastigiata), INOCYBE GEOPHYLLA,
    INOCYBE ERUBESCENS (Patouillardi), INOCYBE SINDONIA (Eutheles)...

Talrijke inocybes bevatten muscarine en veroorzaken een intoxicatie van dezelfde aard als die te wijten aan witte trechterzwammen. Na een korte incubatieperiode (enkele minuten tot 2-3 u.) verschijnen plotse
spijsverteringsstoornissen zoals nausea, braken en abdominale pijn gevolgd door hypersecretie : neusloop, zweten, tranenvloed, speekselvloed en ademhalingsmoeilijkheden te wijten aan hypersecretie t.h.v. de luchtwegen.

  • LEPIOTA BRUNNEOINCARNATA, LEPIOTA HELVEOLA en LEPIOTA SUBINCARNATA

Deze kleine, zeer toxische lepiota, bevatten amanitine en veroorzaken dezelfde symptomen als de amanita phalloïdes.
Andere kleine lepiota bevatten minder amanitine.
Alle kleine lepiota (onder 10 cm) moeten als toxisch of verdacht worden beschouwd en niet worden geconsumeerd.

  • MYCENA PURA

Deze paddestoelen zijn niet zeer interessant om te eten. Ze veroorzaken hallucinaties (hallucinogeen syndroom).

  • PAXILLUS INVOLUTUS

Ooit beschouwd als eetbaar, wordt de gewone krulzwam niet meer verbruikt. Bij sommige personen veroorzaakt hij een zeer ernstige allergische reactie gekenmerkt door hemolyse (vernietiging van de rode bloedcellen) en nieraantasting. Het mechanisme van deze intoxicatie is nog steeds niet achterhaald.

  • AGARICUS XANTHODERMA

Deze paddestoel of karbolchampignon genoemd, wordt soms verward met de weide champignon en veroorzaakt spijsverteringsstoomissen.

  • PSILOCYBE SEMILANCEATA, PSILOCYBE CYANESCENS

Deze kleine paddestoelen bevatten psilocybine, een hallucinogeen bestanddeel waarvan de symptomen vergelijkbaar zijn met die van LSD maar minder hevig. Om die reden worden ze meestal opzettelijk gegeten.
De verbruikers geraken in paniektoestand, zijn geagiteerd en angstig en medische tussenkomst is vereist.

Bron: Antigifcentrum (070/245.245)