12.2 Inkomensvervangende tegemoetkoming en integratietegemoetkoming

12.2.1 De inkomensvervangende tegemoetkoming

Wie wegens een handicap niet meer in staat is om méér dan een derde te verdienen van wat een valide persoon door uitoefening van een beroep op de algemene arbeidsmarkt kan verdienen, heeft recht op een inkomensvervangende tegemoetkoming.

Het bedrag van de tegemoetkoming wordt verminderd met het bedrag van het inkomen van de persoon met een handicap, van zijn echtgeno(o)t(e) of van de persoon met wie hij een huishouden vormt.

Om voor deze tegemoetkoming in aanmerking te komen moet u in België verblijven. U moet minimum 21 en maximum 65 jaar oud zijn. U doet de aanvraag bij de burgemeester van de gemeente waar u woont - waar u in het bevolkings- of vreemdelingenregister bent ingeschreven - (formulier 1). De gemeente stuurt alles door naar de dienst Tegemoetkomingen van het Ministerie van Sociale Zaken.

Desgevallend vindt een medisch onderzoek plaats, door een geneesheer van het Ministerie van Sociale Zaken. De beslissing wordt bij gewone brief aan de persoon met een handicap meegedeeld.

12.2.2. De integratietegemoetkoming

Een persoon met een handicap die omwille van een verminderde zelfredzaamheid bijkomende kosten heeft om zich aan het maatschappelijk leven aan te passen, kan voor deze kosten een integratietegemoetkoming vragen.

Naargelang de ernst van de handicap worden vier categorieën onderscheiden. De persoon met een handicap moet een vermindering van of een gebrek aan zelfredzaamheid van ten minste 7 punten hebben om recht te hebben op deze tegemoetkoming. Hij moet minstens 21 jaar zijn en in België wonen. De tegemoetkoming moet vóór 65 jaar worden aangevraagd.

Het bedrag van de tegemoetkoming wordt verminderd met het bedrag van het inkomen van de persoon met een handicap, van de echtgeno(o)t(e) of van de persoon met wie hij een huishouden vormt. Wordt de betrokkene opgenomen in een instelling, geheel of gedeeltelijk ten laste van de overheid, dan wordt de integratietegemoetkoming voor 1/3 opgeschort.

De tegemoetkoming kan afzonderlijk worden aangevraagd of als aanvulling bij de inkomensvervangende tegemoetkoming. U dient de aanvraag in bij de burgemeester van de gemeente waar de persoon met een handicap woont en dus in het bevolkings- of vreemdelingenregister is ingeschreven (formulier 101). De gemeente stuurt alles door naar de Dienst Tegemoetkomingen van het Ministerie van Sociale Zaken.

Indien nodig vindt een medisch onderzoek plaats door een geneesheer van het Ministerie van Sociale Zaken. De beslissing wordt bij gewone brief aan de persoon met een handicap meegedeeld.

Bron: Werkgroep thuisverzorgers vzw