4.1 Inleiding

Verzorgt u iemand thuis, dan is dat omdat u met de zorgbehoevende persoon een affectieve band heeft: hij is een broer of zus, een ouder, een partner, een kind, een vriend, een buur. De affectie die u voor deze persoon voelt, zorgt ervoor dat u gemotiveerd is om voor hem te zorgen, maar anderzijds zorgt ze er ook voor dat u niet onverschillig blijft voor de situatie van de betrokkene. Wat u voor hem voelt, geeft u kracht, maar kan tegelijk, omdat u meelijdt, een deel van uw energie opslorpen. Het maakt u kwetsbaar.

De tegengestelde krachten en gevoelens waarmee u geconfronteerd wordt, kunnen uw draagkracht flink op de proef stellen. Daarom is het belangrijk te leren begrijpen wat er precies in uzelf en in degene die u verzorgt, omgaat. Door deze gevoelens te begrijpen leert u ze beter hanteren, zodat ze u energie geven in plaats van deze energie te ondermijnen.

Gevoelens zijn nooit juist of onjuist, goed of verkeerd. Gevoelens zijn er of zijn er niet, en als ze er zijn, is daar altijd een reden voor. Wel kan uw reactie naar aanleiding van deze gevoelens terecht of onterecht zijn. Daarom is het erg belangrijk om na te gaan wat er de oorzaak van is dat u een bepaald negatief gevoel heeft. Misschien is u terecht boos op de zorgbehoevende persoon omdat deze te weinig dankbaarheid toont of werkelijk lastig is, maar het is evengoed mogelijk dat u boos is omdat u zich machteloos voelt en dat u die boosheid op een verkeerde manier of tegen de verkeerde persoon uit. Neem uw gevoelens dus 'au sérieux', hoe onaanvaardbaar ze ook mogen lijken, en ga er op een eerlijke manier mee om. Probeer te voelen waar voor u het schoentje precies wringt en probeer daar dan iets aan te doen. Geef uzelf ook de tijd en vraag uw omgeving om wat geduld. U weet dat u uw best doet, aanvaard echter ook dat u fouten maakt. Niemand is perfect en niemand heeft altijd controle over zijn gedrag.

Net wanneer u uw moeder die incontinent is een bad heeft gegeven en tussen schone lakens heeft gelegd, plast zij het hele bed nat en kan u herbeginnen. Dat dit u boos, verdrietig of moedeloos maakt, is erg normaal en begrijpelijk. Wanneer u beseft dat u juist hierom boos bent, kan u deze boosheid aanwenden om het probleem, de incontinentie, nog beter aan te pakken. De zieke persoon de schuld geven, lost in dit geval niets op. Integendeel: zij voelt zich wellicht ook ellendig en uw ergernis zal dat alleen maar verergeren. Het uiten van deze ergernis werkt trouwens vaak als een boemerang: later voelt u zich schuldig omwille van het onterechte verwijt.

Tip :
Wanneer u zich ergens niet goed bij voelt of wanneer iets u dwarszit, neem dan steeds rustig de tijd om na te denken en te zoeken naar de oorzaak hiervan. Dit is niet altijd gemakkelijk, en u zal niet altijd precies kunnen duiden wat er aan de hand is. Toch zal deze introspectie u helpen om op een juiste manier te reageren.

Bron: Werkgroep thuisverzorgers vzw