Waar vandaan: Tuinkriebels > Groenten

Groenten

 

Er zijn nog altijd heel veel mensen die tomaten in de koelkast bewaren. En die niet weten dat je appels en kiwi’s beter niet bij andere vruchten in de fruitschaal legt. Op deze pagina staan de juiste bewaartips voor 36 soorten groenten en fruit. Het Vlaams Centrum voor Bewaring van Tuinbouwproducten in Heverlee doet al enkele jaren onderzoek naar de juiste bewaring van groenten en fruit. Op basis van hun bevindingen hanteren we in dit artikel drie bewaaromstandigheden:

  1. Koelkast: een temperatuur tussen 3 en 10° C. Boven deze temperatuur gaat de kwaliteit snel achteruit. Ideaal zijn de groentebak en/of de twee hoogste rekken.
     

  2. Koele berging: minimum 8 en maximum 15° C. Ideaal is een verluchte kleine kelder of een verluchte donkere ruimte waar de temperatuur vrij constant koel blijft. Zorg voor een rek met schappen op verschillende hoogte. Dan kunt u producten die beter niet samen bewaard worden, van elkaar scheiden.
     

  3. Kamertemperatuur: vanaf de 12° C. Dat mag best de keuken of de woonkamer zijn, maar dan niet pal naast een warmtebron. Kamertemperatuur is nodig voor alle soorten die onderhevig zijn aan zogenaamd lage-temperatuurbederf. Bij temperaturen lager dan 12° C verliezen ze snel hun kwaliteit. Tomaten worden slap en bij aubergines komen de kelken los.

Verder ziet U in het overzicht welke groenten en vruchten u beter niet samen met andere bewaart omwille van het ethyleenprobleem. Ethyleen is een volstrekt natuurlijk rijpingshormoon en ongevaarlijk voor onze gezondheid. Maar wanneer u groente- en fruitsoorten die veel ethyleen produceren, bewaart naast soorten die daar heel gevoelig voor zijn, gaan deze laatste veel sneller bederven. Tomaten, rijpe appels en kiwi’s geven veel ethyleen af. Andersom zijn koolsoorten, komkommers, broccoli, aubergines en champignons zeer gevoelig voor bederf door ethyleen.

Lijstje om te onthouden!

  • Aardappelen: koele berging, maar niet in de buurt van citrusvruchten, uien, kaas en andere zuivelproducten. Aardappelen nemen immers hun aroma’s over.

  • Aardbeien (bessen, frambozen en ander kleinfruit): koelkast.

  • Andijvie: koelkast.

  • Appels: koelkast, maar altijd in een aparte bak (dus nooit samen met groenten of ander fruit).

  • Aubergines: kamertemperatuur, nooit in de directe buurt van tomaten.

  • Asperges: koelkast, liefst gewikkeld in een vochtige doek.

  • Bananen: op een schaal bij kamertemperatuur.

  • Bladselderij: koelkast.

  • Bloemkool: koelkast.

  • Bonen (alle soorten) en doperwten: koele berging.

  • Broccoli: koelkast.

  • Champignons en oesterzwammen: koelkast.

  • Citrusvruchten: koele berging of kamertemperatuur.

  • Courgettes: koele berging of kamertemperatuur maar niet samen met of op hetzelfde schap als tomaten.

  • Kiwi: kamertemperatuur of koele berging maar nooit samen met groenten of ander fruit.

  • Knolselderij: koelkast of koele berging.

  • Komkommers: koele berging of kamertemperatuur maar niet samen met of op hetzelfde schap als tomaten.

  • Koolsoorten (rode, groene, witte): mogen in de koelkast, maar als ze daar te veel plaats nemen kunt u ze ook in de koele berging leggen.

  • Paprika’s (alle kleuren): koele berging.

  • Peren: koelkast, maar niet samen met appels en liefst ook niet samen met groenten en kleinfruit.

  • Prei: koelkast.

  • Schorseneren: koelkast.

  • Spruiten: koelkast.

  • Slasoorten: koelkast.

  • Spinazie: koelkast.

  • Tropische vruchten: kamertemperatuur.

  • Tuinkruiden: potjes-met-wortel mogen op kamertemperatuur, afgesneden verse tuinkruiden moeten in de koelkast.

  • Tomaten (los of tros): op een schaal bij kamertemperatuur. Ook een bak in de koele berging mag maar niet samen met aubergines, courgettes en komkommer.

  • Uien: koele berging.

  • Witloof: koelkast.

  • Wortelen: koelkast (voor wortelen met loof) of koele berging (bewaarwortelen).