Azië > Sri lanka > Bezienswaardigheden
Colombo, de hoofdstad
De burcht werd afgebroken en er werd een administratief en commercieel centrum opgericht., dat niet toegankelijk was voor de eilandbewoners. Ook het zuiden van de stad, waar de Engelsen kaneelplantages bezaten en luxueuze villa's lieten bouwen, was privaat domein. Pas met de komst van de Europese koloniale machten begon het belang van de havenstad toe te nemen en groeide het uit van een onbetekenend haventje naar een van de belangrijkste havens in de Indische Oceaan. Ze werd omgevormd tot een grote opslagplaats van exportproducten zoals thee, kopra, en rubber. Enkele schaarse monumenten, een museum, een park, en een aantal cultusplaatsen zijn de laatste getuigen van dit glorieuze verleden. Vanaf het moment dat de luchthaven werd geopend, is het sterk bergaf gegaan met het havenverkeer. Er is een massale plattelandsvlucht. Daardoor heeft de stad haar grenzen verlegd naar het noorden en het zuiden, waarbij ze de buitenwijken compleet heeft opgeslokt. Het huidige n Colombo strekt zich uit over verschillende wijken en totnogtoe heeft geen enkele urbanisatiepolitiek een zekere eenheid kunnen opleggen aan dit versnipperd geheel. De vroegere Kaneeltuin, de 'Cinnamon Gardens', is uitgegroeid tot de residentiële wijk 'Colombo 7'. In het hartje van Colombo speelt het leven zich af rond de indrukwekkende Victoriaanse gebouwen . De meeste van deze authentieke gebouwen liggen echter in de schaduw van glazen of stalen massieve torens, waar belangrijke banken en grote hotels gevestigd zijn. De staat van het openbaar wegdek is in een bedenkelijke staat over en het verkeer verloopt heel chaotisch. Op de kruispunten en wegen heerst er een rommelige drukte: veelkleurige en pruttelende vrachtwagens, fietsen die het bijna begeven onder een lading kokosnoten, volgepropte autobussen, trishaws- een driewieler tussen een moto een een wagen- die een keurig rijgedrag met een hindernissenparcours lijken te verwarren, een span buffels en kuddes die rustig langs de weg wat staan te grazen of uit te rusten. Deze grote verkeerschaos vertaalt zich ook in het stadsbeeld. Verschillende rassen en culturen leven er naast elkaar zonder hun eigenheid te verliezen... Kandy In de Dalada Maligawa (Tempel van de Tand) wordt Sri Lanka's belangrijkste religieuze relikwie bewaard: de Heilige Tand van Siddharta Gautama, de verlichte Boeddha. Men kan de tand zelf niet zien, want die zit opgeborgen in 7 opeenvolgende gouden kistjes. Drie keer per dag wordt de buitenste van de zeven kisten aan pelgrims en toeristen getoond. Iedere dag komen er in het wit geklede pelgrims lotusbloemen en frangipangi brengen. De linkerbovenhoektand werd na de crematie in 480 voor Christus uit de as van Boeddha gevist. In 313 smokkelde een Zuidindiase prinses de tand in haar haar naar Sri Lanka, nadat het Boeddhistische rijk van haar vader door Hindoes was veroverd. De bevolking gelooft dat de bezitter van de tand de rechtmatige heerser over Sri Lanka is. Tijdens het jaarlijkse Esalafeest wordt de relikwie op een olifant door Kandy gedragen. In de tempel wordt ook de heilige olifant, die een soort nationaal symbool voor Sri Lanka is geweest, bewaard. Toen hij in 1988 overleed heeft men het beest opgezet. De veiligheidsmaatregelen rond dit heiligdom der heiligdommen zijn na een zware bomaanslag een aantal jaar geleden bijzonder uitgebreid. Iedereen wordt uitvoerig gefouilleerd. In de gracht rond de tempel krioelt het van de vissen. Galle Bezoekers uit de Lage Landen zullen zich hier enigszins thuis kunnen voelen. De Nederlandse VOC-vesting Galle is 36 hectare groot en een enorm openluchtmuseum. Galle staat op de World Heritage list en is de meest Hollandse stad in Sri Lanka. Er zijn nog altijd straten met namen als de 'Leynbaan street' en het 'Utrecht Bastion'. De Verenigde Oost-Indische Compagnie bouwde het fort van Galle in 1663. Galle was de belangrijkste haven van het eiland totdat Colombo zijn kunstmatige haven kreeg. Heel imposant zijn de metersdikke vestingmuren, die heel oud-Galle omcirkelen. Men kan in ruim een uur over de muren en de zware bastions rond het oude centrum wandelen, waarbij men een prachtig uitzicht heeft over het plaatsje en de zee. Een bezoek aan de Nederlands Hervormde Kerk is zeker de moeite waard. Ook het ernaast gelegen hotel New Oriental, een koloniaal hotel waar sinds de opening 100 jaar geleden nauwelijks iets is veranderd, is het bekijken waard. Oorspronkelijk dateert het gebouw uit 1684 en werd het gebruikt voor de huisvesting van de VOC-ambtenaren en soldaten. Ook de gouverneur woonde hier. Driekwart van het grondgebied van Galle grenst aan de zee. Toch kan men hier vanwege de verontreiniging en branding slecht zwemmen. Zwemliefhebbers vinden hun gading eerder in het nabijgelegen Unawatuna, Weligama en Tangalle. Anuradhpura Als hoofdstad van het eiland, stond Anuradhapura gedurende een tiental eeuwen bekend als hét voorbeeld van verstedelijking en verdraagzaamheid. De stad strekte zich uit over ongeveer 50 km2. Ideaal is een bezoek met de fiets omdat men op die manier de sereniteit, die uitgaat van de ruïnes, aan den lijve kan ondervinden. Ook vandaag nog is Anuradhapura met de Sri Maha Bodhi , de heilige plaats van de bodhi boom, een belangrijk bedevaartsoord. De Sri Maha Bodhi is de plaats waar een loot van de Bodhi boom staat, waaronder Boeddha zijn Verlichting had ontvangen. Toen een zoon van keizer Ashoka in de derde eeuw v.Chr. vanuit India het Boeddhisme over het eiland verspreidde, plantte zijn zuster hier een stekje van de boom. De boom is 2500 jaar oud en daarmee -voor zover bekend- de oudste boom ter wereld. Het is een bijzonder heilige plaats voor Boeddhisten, hetgeen duidelijk te zien is aan de hoeveelheid versieringen. Ook de omliggende Bodhi bomen zijn versierd met talloze gekleurde vlaggetjes. Rond deze heilige Bo-boom is een tempel gebouwd die nog altijd een van de belangrijkste heiligdommen van Sri Lanka is. Het grootste gebouw van Anuradhapura was de Loha Pasada , een klooster met 9 verdiepingen en, volgens de overlevering, met meer dan 1000 kamers. Er zijn 1600 granieten pilaren van elk 3m 80 hoog. Ze staan opde plaats van het bronzen paleis en zijn het restant van een veel kleiner gebouw dat meer dan 1000 jaar later is gebouwd op de plaats van het oorspronkelijk paleis. Tot de oudste dagobas op Sri Lanka behoort de Thuparama, waar een sleutelbeen van Gautama ligt opgeborgen. De Tissa Wewa reservoirs, die de stad voorzagen van water, zijn intact gebleven, evenals het bekken van Kuttam Pokuna dat is uitgehouwen in de rots en verbonden door een ingenieus systeem van ondergrondse kanaaltjes en filters die het water zuiverden voor de hoogwaardigheidsbekleders. Van het oude Mahasena Palace blijft er alleen nog een prachtige maansteen of halfcirkelvormige drempelsteen bij de toegang over. Als men de drempel overschrijdt, betekent dat een openstelling naar de wijsheid aangezien de concentrisch ringen in de steen de opeenvolgende fasen naar absolute kennis symboliseren. De stad Polonnaruwa nam later de rol van hoofdstad van Anuradhapura over. De monumenten zijn hier nog indrukwekkender en ook beter bewaard. De historische site situeert zich aan de rand van een reusachtig reservoir (een hoge dijk van 12 meter over een lengte van 14 kilometer), de Parakramabahu Samudra. Het reservoir herinnert aan de koning die opdracht gaf tot de bouw ervan en die van Polonnaruwa zijn hoofdstad maakte. De architectuur van het paleis onderscheidt zich duidelijk van die van de boeddhistische kloosters. Er zin zeer mooie gebeeldhouwde friezen die de onderbouw van de audiëntiezaal van Parakrama Bahu sieren. Twee hindoetempels, gewijd aan Shiva, en opgericht door de Tamils na de val van het rijk van Polonnaruwa, en traditionele Boeddhistische heiligdommen staan er naast elkaar. Zij zijn gegroepeerd in de zogenaamde Quadrilater of Dalada Maluwa. Vanaf het cirkelvormig tempeltje van Vatadag heeft men vanop de terrassen toegang tot de dagoba. De Gal Vihara is wellicht het hoogtepunt van het bezoek. Het is een monumentaal geheel van vier standbeelden in de rotsen, gescheiden door een onmetelijke granietklomp. Vier boeddha's staan er zij aan zij: de eerste zit neer achter tralies in een grot, de tweede van 5 meter hoog zit in lotushouding, met de handplamen op de knieën, de derde van 8 meter hoog, rechtop, de armen gekruist en met een trieste gelaatsuitdrukking, en tenslotte de laatste, 15 meter lang en gelegen op zijn zij. De glimlach en de gesloten ogen van het beeld wijzen op de ultieme etappe, het parinirvana, en het einde van elke reïncarnatie. Ratnapura Horton Plains ( boven de 2000 m hoogte) is een nationaal park dat zich in een uitgestrekte en onbewoonde vlakte bevindt. Als toerist kan men er urenlang wandelen zonder het gevoel te hebben in Sri Lanka te zijn. Het is een wereld die men eerder in de gematigde streken dan in het tropische Sri Lanka zou verwachten en af en toe wordt het pad gekruist door herten, apen en zeer sporadisch ook luipaarden. World's End is een uitzichtspunt waaronder de afgrond ruim 1600 m lager ligt. Ook een bezoek aan de in het grillige bergbos gelegen Bakerfalls is de moeite waard. Via een steile afdaling, waarlangs een touw gespannen is, bereikt men de waterval. Tussen de boomvarens, rododendrons en mospakketten huizen vliegenvangers, spechten, waaierstaarten en bulbuls. De berg Adam's Peak is voor de boeddhisten een heilige plaats. Op de top van de berg heeft Boeddha zijn voetstap achtergelaten. De zeven kilometer lange klim omhoog telt 4430 treden. Het is belangrijk om zo vroeg mogelijk aan de klim te beginnen om getuige te zijn van de zonsopkomst op de top. Bijna elke dag gaan honderden wandelaars omhoog, van bejaarden tot peuters, iedere boeddhist moet de pelgrimstocht gemaakt hebben. Langs de route staan tientallen kraampjes waar thee en frisdrank worden verkocht. Sri Lanka is niet altijd een zonnig en tropisch oord. Nuwara Eliya ligt in een ellipsvormig dal aan de voet van de Pidurutalagala, op 193 km ten oosten van Colombo en telt 20.000 inwoners. De plaats ligt op 1884 meter hoogte ligt, en daarom kan het er vooral 's avonds bijzonder koud zijn. Dit bijzondere klimaat beviel vooral de koloniale Britten zeer goed, die hier dan ook massaal naar toe trokken. Het Grand Hotel, eens de residentie van de Britse gouverneur, is het beroemdste bouwwerk van Nuwara Eliya. Liefhebbers van paardrijden, golf of vissen (op forel) komen hier ruimschoots aan hun trekken.
Bron tekst: Arakea |