Afrika > Senegal > Bezienswaardigheden
Dakar, de hoofdstad
Ook enige souveniraankopen op de kunstmarkt ' Village Artisanal Soumbédioune' en het bezoeken van de daarnaast gelegen vismarkt kunnen op het programma gezet worden. Verder zijn een lunch bij 'Pointe des Almadies' en een beetje strand bij 'Ngor' ontspannend. Bij een langer verblijf staan ook enkele dagtochten in de omgeving, zoals een rondrit om Dakar of tocht naar 'Lac Rose', op het lijstje.De moderne wijken, zoals de "Allees Centenaire", staan model voor goedgebouwde, moderne huizen. De "Medina" daarentegen is een traditionele Afrikaanse wijk met kleine houten huisjes en grashutten, gewoonlijk om een plein heen gebouwd. De bevolking van Dakar is ongeveer 500.000 inwoners. In Dakar ligt het Rozenmeer, dit meer staat bekend om de bijzondere kleur van het water. Niokolokoba Nationaal park De belangrijkste aspecten van een bezoek aan Oost-Senegal zijn de ruige natuur , in het bijzonder het nationale wildpark 'Niokolo Koba' en een tocht naar de dorpen van Pays Bassari in de bergen aan de grens met Guinee. Senegal kent een vijftal nationale parken waarvan het uitgestrekte Niókolókoba National Park (813 000 ha) het belangrijkste is. Het park ligt in het zuidoosten. Het is gelegen tussen het stroomgebied van een aantal rivieren en beschikt over een gevarieerd landschap. Men treft hier meer dan 1 500 soorten planten aan, er leven meer dan 70 soorten zoogdieren en circa 300 vogelsoorten. Het park is bereikbaar vanuit Tambacounda. De overige parken liggen langs de kust, zijn niet zo groot, maar staan door hun gemakkelijke bereikbaarheid in de belangstelling van de toerist. De Bassari en nog enkele kleine stammen staan het verst af van de Senegalese samenleving. Zij zijn niet verwant aan andere Senegalese stammen maar aan die van de Fouta Djalon in het buurland Guinee. Zij zijn officieel erkend animistisch en hebben geheel eigen gebruiken en gewoonten. Het eiland Gorée ligt op 1,5 km van Dakar vandaan. Het is één van de belangrijkste historische monumenten omwille van de Westafrikaanse slavenhandel die hier plaats vond. Het eiland werd in 1444 ontdekt en ingenomen door achtereenvolgens de Portugezen, de Fransen, de Hollanders. Na het vredesverdrag van Amiens in 1820 bleef het eiland met Frankrijk verbonden. Vanuit het slavenhuis (of Captivery) werden de slaven naar Amerika vervoerd. Er wonen nu ongeveer 1.000 mensen op Gorée. Er zijn geen asfaltwegen en geen auto's. Men vindt er huizen in koloniale stijl met smeedijzeren balkonnen, een oud stadhuis, aangename stranden en Le Castel, een rotsplateau vanwaar men een goed uitzicht heeft over het eiland en Dakar. In het noorden bevindt zich het excellente IFAN Historical Museum. De prachtige schilderijen en tentoon gestelde objecten geven een prachtig beeld van de Senelagese geschiedenis tot op vandaag. Er is ook een Musée Maritime, Museum van de vrouw, en een toeristenmarkt dicht bij de kaai voor de ferry, waar ook talloze souvenirkraampjes staan. Het belangrijkste monument is natuurlijk het "Maison des Esclaves" (Slave House). Het werd gebouwd in 1786 en gerenoveerd in 1990 met Franse hulp. Hier werden de slaven in kleine hokken gestopt, geïnspecteerd en geprijsd als dieren voor ze naar Amerika werden verscheept. De lokale gidsen maken het beeld volledig : ze vertellen hoe koppige slaven aan de muur werden vastgeketend en hoe men daarna hun cel vol zeewater liet lopen zodat ze, half onder water staand, in toom gehouden werden. De zwaksten stierven en werden na hun dood voor de haaien gegooid. De sterksten kregen het brandmerk van de compagnie en werden met anderen dicht opeengepakt in het scheepsruim gestopt. Wie wil weten hoe Senegal er uitzag in de koloniale periode, moet St.-Louis bezoeken, de eerste Franse nederzetting in Afrika, gesticht in 1659 . Vandaag strekt de stad zich uit over een gedeelte van het vasteland, een eiland en een deel van het Langue de Barbarie schiereiland in de monding van de Senegal rivier. Men kan het eiland bereiken voer de 500m lange Pont Faidherbe, die oorspronkelijk werd gebouwd als brug over de Donau. De brug werd in 1897 hierheen gebracht. Verder zijn er nog twee kleinere bruggen tussen het eiland en het schiereiland.
De vlakbijgelegen kathedraal werd in 1828 gebouwd. Ondanks het moderne voorkomen is het de oudste kerk in Senegal. Ten zuiden van Guet N'Dar ligt het Moslimkerkhof , waar elk graf versierd is met het visnet van de afgestorvene. Ongeveer 20 km verder ten zuiden van het schiereiland, in de buurt van enkele mooie stranden, ligt het Parc National de la Langue de Barbarie , een thuishaven voor verschillende watervogels zoals roze flamingo's, witte pelikanen, cormoranten, en eenden. Ongeveer 70 Km ten oosten van Dakar ligt Thiès, de tweede grootste stad van Senegal . Het is niet echt een heel grote stad, maar zeker geen onaangename plaats. Men kan hier heerlijk komen relaxen onder de schaduwrijke bomen, lekker eten in de café's en de goedkope restaurants of gewoon een wandeling ondernemen in het centrale gedeelte van de stad en de wereld rustig aanschouwen. Op het eerste gezicht is er niets speciaals aan Zinguinchor. Degenen die hier echter wonen, houden erg veel van de plaats, ondanks de toevloed van toeristen tijdens de wintermaanden. De stad is niet erg groot, met ongeveer 100.000 inwoners. Men kan het centrale gedeelte gemakkelijk te voet bezoeken. Het is ook één van de goedkoopste steden in Senegal. De Marché St-Maur loont een bezoekje als men op zoek is naar voedsel of kleine versnaperingen. Iets verderop naar het zuiden bevindt zich het Centre Artisanal waar verschillende verkopers een hele waaier van lokale ambachtelijke producten aanbieden, van houtsnijwerk over bedrukte stoffen en kledij tot zilver- en metaalwerk. Een dagreisje ten zuiden van Ziguinchor ligt de Ferme Animalière de Djibelor, waar men een interessante selectie tropische planten en wilde dieren kan bekijken. Er worden ook "pirogue" georganiseerd, kanotochten naar de dorpjes Affiniam en Djilapao of het Île des Oiseaux.
Bron tekst: Arakea |