Waar vandaan: SOS & EHBO > EHBO > Reanimatie van een baby

Reanimatie van een baby
Baby = vanaf pasgeborene tot 1 jaar.
Het bewustzijn controleren
Ga na of de baby nog reageert.
  • Schud zacht aan de schouders van de baby.
  • Vraag luid: "Is alles oké?".
© Rode Kruis-Vlaanderen
Er zijn twee mogelijkheden.
Wat stel je vast?
De baby reageert (bijv. door te wenen of de ogen te openen). Hij is bewust.
Wat stel je vast?
De baby reageert niet. Hij is bewusteloos.
Wat doe je?
  • Laat de baby liggen in de houding waarin je hem gevonden hebt. Verplaats hem alleen als dat absoluut noodzakelijk is
  • Probeer te weten te komen wat er mis is met de baby.
  • Haal hulp als dat nodig is.
  • Controleer regelmatig het bewustzijn en de ademhaling van de baby.
Wat doe je?
  • Roep luid om hulp. Doe dit om er niet alleen voor te staan tijdens de hulpverlening. Terwijl een tweede persoon de hulpdiensten alarmeert, kan jij je concentreren op de baby.
  • Draai de baby op de rug en open de luchtweg (hoofd kantelen en kinlift).
Als je bij de controle van het bewustzijn duidelijk merkt dat de baby normaal ademt (bijv. zichtbare beweging van de borstkas, hoorbare ademhaling) dan moet je de baby niet op de rug draaien.
© Rode Kruis-Vlaanderen
De luchtweg openen
Bij een bewusteloze baby verliezen de spieren hun spanning. Het gevaar bestaat dat de tong van de baby in de keelholte zakt, waardoor de ademhaling wordt belemmerd.
Wat doe je?
  • Kantel het hoofd voorzichtig naar achteren en til de kin omhoog.
Techniek: hoofd kantelen en kinlift

Leg een hand op het voorhoofd van de baby. Druk op het voorhoofd en kantel het hoofd voorzichtig naar achteren. Hou je duim en wijsvinger vrij om de neus dicht te knijpen als je moet beademen.

Plaats de vingertoppen van je andere hand onder de punt van de kin. Druk niet in het zachte gedeelte onder de kin, want dit kan de ademhaling bemoeilijken.

Til de kin omhoog om de luchtweg te openen.

© Rode Kruis-Vlaanderen © Rode Kruis-Vlaanderen
De ademhaling controleren
Ga na of de baby normaal ademt terwijl je de luchtweg openhoudt. Doe dit maximaal 10 seconden.
  • Kijk of de borstkas op en neer gaat.
  • Luister aan de mond en de neus naar ademhalingsgeluiden.
  • Voel met je wang of er luchtstroming is.

ademhaling-controleren
Tien seconden lijkt misschien lang, maar een bewusteloze baby heeft soms een trage ademhaling. Als je niet lang genoeg luistert, heb je misschien net de periode tussen twee ademhalingen gecontroleerd. Dan ga je ervan uit dat de baby niet meer ademt, terwijl dat nog wel zo is. Hoe dan ook: als je niet zeker bent of de baby normaal ademt, handel dan alsof het niet meer ademt. Dat kan het geval zijn bij 'gasping'.
Gasping?
In de eerste minuten na een hartstilstand is het vaak alsof de baby nog probeert naar adem te happen. Het ziet eruit alsof hij nauwelijks ademt of onregelmatige ademhalingsbewegingen maakt. Omstaanders aanzien deze bewegingen vaak als normale ademhalingen. In feite zijn het de laatste ademhalingspogingen van een lichaam in doodsstrijd ('gasping'). Verwar dit niet met normale ademhaling! Als je gasping vermoedt, ga er dan vanuit dat de baby niet normaal ademt.
Er zijn twee mogelijkheden.
Wat stel je vast?
De baby reageert niet en ademt niet normaal.
Wat stel je vast?
De baby reageert niet, maar ademt wel normaal.
Wat doe je?
  • Laat iemand de 112 bellen en een AED halen (indien beschikbaar). Bel zelf indien je alleen bent (gebruik je GSM).
  • Start de reanimatie.
Wat doe je?
  • Leg de baby in stabiele zijligging.
  • Laat iemand de 112 bellen en een AED halen (indien beschikbaar). Bel zelf indien je alleen bent (gebruik je GSM).

Hartmassage en mond-op-mondbeademing
Als je vaststelt dat de baby niet ademt, start je zo snel mogelijk de reanimatie.
Veel mensen geven toe dat ze niet graag mond-op-mondbeademing geven. Het is altijd beter om enkel hartmassage uit te voeren dan helemaal niets te doen. Zelfs als je reanimeert zonder te beademen, zullen de overlevingskansen van het slachtoffer stijgen. Als je geen beademingen kan of wil geven, geef dan gewoon de hele tijd hartmassages. De combinatie van hartmassages en beademingen blijft natuurlijk wel de betere methode van reanimatie.
Wat stel je vast?
De baby reageert niet en ademt niet normaal.
Wat doe je?
  • Geef eerst 30 hartmassages.
  • Geef 2 mond-op-mondbeademingen.
  • Wissel 30 hartmassages af met 2 beademingen.
  • Blijf reanimeren tot:
    • professionele hulp de reanimatie overneemt.
    • De baby terug normaal ademt.
    • je zelf te vermoeid bent om verder te gaan.
Techniek: hartmassages geven

Leg de baby op zijn rug op een harde ondergrond. Kniel naast de baby. Neem plaats ter hoogte van de schouders.

Hou met een hand het hoofd achterover gekanteld.

Plaats 2 vingers van je andere hand in het midden van de borstkas van de baby. Hef je andere vingers omhoog om te vermijden dat je druk op de ribben uitoefent.

Druk met je vingertoppen het borstbeen in tot ongeveer een derde van de borstdiepte.

Laat elke keer de borstkas weer volledig naar boven komen. Zo kan er bloed terugstromen naar het hart. Laat je handen niet van het borstbeen loskomen of verschuiven.

Het indrukken en het ontspannen van de borstkas moet even lang duren. Geef zo 30 hartmassages aan een tempo van ongeveer 100 hartmassages per minuut.

© Rode Kruis-Vlaanderen
Techniek: mond-op-mondbeademing geven

Kantel het hoofd van de baby naar achteren en voer de kinlift uit.

© Rode Kruis-Vlaanderen

Laat je hand op het voorhoofd van de baby liggen. Knijp indien mogelijk met je duim en wijsvinger de neus van de baby dicht. Blijf met je andere hand de kinlift aanhouden en laat de mond een beetje opengaan.

Adem normaal in, buig voorover en sluit je mond goed over de mond van de baby.

Blaas gelijkmatig lucht in de mond en kijk intussen of de borstkas naar boven komt. Neem ongeveer 1 seconde tijd per beademing.

Hou het hoofd van de baby nog steeds gekanteld en blijf de kinlift aanhouden. Richt je hoofd op en kijk of de borstkas terug naar beneden gaat bij het uitademen.

© Rode Kruis-Vlaanderen

Adem opnieuw normaal in en geef een tweede beademing.

AED bij een kind
Als het niet mogelijk is om mond-op-mondbeademing te geven, kan je ook mond-op-neusbeademing geven.
Het gebruik van een AED-toestel bij een kind is hetzelfde als bij een volwassene. Een AED kan perfect gebruikt worden bij kinderen ouder dan 8 jaar. Voor kinderen tussen 1 en 8 jaar gebruik je best elektroden die speciaal aan kinderen zijn aangepast. Als die niet voorhanden zijn, gebruik je de elektroden die bijhet toestel zitten. © Rode Kruis-Vlaanderen
Voor specifieke doelgroepen bestaan er technieken voor reanimatie van een kind die lichtjes verschillen van de hier beschreven. Omdat deze niet voor leken bestemd zijn, worden ze hier niet vermeld. Zie hiervoor de Rode Kruis cursus "Reanimatie van baby en kind".
Techniek: mondcontrole
Als de borstkas van het kind bij de eerste beademing niet naar boven komt, voer dan vóór je tweede beademing deze handelingen uit:

Controleer of er iets in de mond van het kind zit.

Verwijder alles wat de luchtweg blokkeert of kan blokkeren.

Controleer of het hoofd goed gekanteld is en de kinlift goed uitgevoerd is.


Doe iedere keer maximaal twee pogingen om lucht in te blazen vooraleer je terug naar hartmassages overschakelt.
Bron: Help! Eerste hulp voor iedereen. 3de druk: november 2008 (bijgewerkt) - Rode Kruis Vlaanderen
Fotografie: BIVV, Corbis, Luc David, Graphic Obsession, iStock, Robert Jooris, Stockxpert, Frank Toussaint, VAD, Carl Vandervoort, Pascal Van Waeyenberghe, Rode Kruis-Vlaanderen