Waar vandaan: SOS & EHBO > EHBO > Beoordeel de toestand van het slachtoffer & Alarmeer de hulpdiensten

Vier stappen in eerste hulp
stap 2: Beoordeel de toestand van het slachtoffer
Nadat je hebt gezorgd voor de veiligheid van jezelf en de andere betrokkenen, beoordeel je de toestand van het slachtoffer. Ga na of het slachtoffer in levensgevaar verkeert. Dat doe je door het bewustzijn en de ademhaling te controleren.
Snelle evaluatie van bewustzijn en ademhaling
Het is essentieel om snel en effectief de toestand van het slachtoffer te beoordelen. Dit doe je in drie stappen:
  • controleer het bewustzijn
  • open de luchtweg
  • Ga na of het slachtoffer normaal ademt
Door bewustzijn en ademhaling te controleren, kan je nagaan of het slachtoffer zich in een levensbedreigende toestand bevindt. Als dat het geval is, moet je onmiddellijk de hulpdiensten alarmeren en de noodzakelijke eerste hulp verlenen.  
stap 3: Alarmeer de hulpdiensten
Een MUG of Medische Urgentie Groep is een snelle interventiewagen die bemand is door een gespecialiseerde arts en een spoedverpleegkundige. De MUG levert bijstand aan een ziekenwagen als de alarmcentrale een levensbedreigende situatie vermoedt.
Als het slachtoffer ernstig gewond is of als de situatie levensbedreigend is, moet je zo snel mogelijk de hulpdiensten alarmeren. Doe dit vooraleer je verdere eerste hulp verleent. Als er omstaanders in de buurt zijn, vraag je hen om te alarmeren.

Een snelle en correcte alarmering is belangrijk. Met de juiste informatie kan de hulpcentrale de juiste hulp uitsturen: ziekenwagen, MUG, politie, brandweer, civiele bescherming, gasmaatschappij, helikopter...
Wie alarmeren?
Het is essentieel om snel en effectief de toestand van het slachtoffer te beoordelen. Dit doe je in drie stappen:
  • Wanneer een slachtoffer ernstige verwondingen heeft, alarmeer je de hulpdiensten op het nummer 112 (of 100).
  • Wanneer je geconfronteerd wordt met een verkeersongeval zonder gewonden, een dreigend gevaar of een misdrijf, heb je enkel dringende politiehulp nodig. Die kan je oproepen via het nummer 101.
  • Bij het vermoeden van vergiftiging bel je zo vlug mogelijk het Antigifcentrum op het nummer 070 245 245.
© Rode Kruis-Vlaanderen In de meeste landen bestaat er een nationaal alarmnummer om de hulpdiensten te verwittigen. België was bij de eerste landen om dit in te voeren (900, nadien gewijzigd in 100).

Nadien is het Europees alarmnummer 112 ingevoerd. Dit kan je in elke lidstaat van de Europese Unie gebruiken om dringende hulp op te roepen. Als je in België het nummer 100 vormt, kom je bij dezelfde hulpcentrale terecht als bij het bellen van het nummer 112. In elke provincie bevindt zich één hulpcentrale.

Zowel 100 als 112 kan je oproepen via een vaste telefoon, een gsm of vanuit een telefooncel. In België is de oproep steeds gratis. Sommige gsm-toestellen laten het verwittigen van het alarmnummer 112 toe bij ontbrekende belwaarde of zelfs bij slechte gsm-ontvangst. Dit geldt niet als je het nummer 100 vormt.

Als je 100 belt in de buurt van een van de landgrenzen, dan kan het gebeuren dat je geen aansluiting krijgt omdat je gsm al is overgeschakeld naar het buitenlands gsm-netwerk. Bel je op die plek 112, dan kom je bij de hulpdiensten van het buurland terecht, maar die weten perfect hoe ze je verder kunnen helpen.

Belangrijke telefoonnummers
Europees noodnummer112
Belgisch noodnummer100
Antigifcentrum070 245 245
Politie101
Ga je naar een land buiten de Europese Unie, informeer je dan steeds over het nationale alarmnummer van dat land.

Geleidelijk worden de alarmcentrales 112 (100) en 101 samengevoegd. Dan zal je via één nummer, het Europees alarmnummer 112, beroep kunnen doen op alle dringende hulp.
Hoe alarmeren?
Omdat in levensbedreigende situaties elke seconde telt, is het belangrijk om duidelijke en correcte informatie door te geven bij het alarmeren.

Een gesprek met de hulpdiensten verloopt als volgt:
  • Zeg wie je bent.
  • Leg uit wat er is gebeurd.
    • Om welk soort ongeval gaat het? Bijv. verkeersongeval, val van een ladder, brand.
    • Zijn er gevaren waarvoor professionele hulp nodig is? Bijv. een gekneld slachtoffer, ontploffingsgevaar, een hoogspanningskabel op de grond.
  • Geef aan waar de hulpdiensten worden verwacht.
    • Gemeente en zo nodig deelgemeente, straat en huisnummer, opvallend herkenningspunt in de buurt: grootwarenhuis, benzinestation, monument.
    • Bij een ongeval op de snelweg vermeld je het nummer van de snelweg (E40, R1, A12) of de gebruikelijke naam (bijv. Boudewijnsnelweg), de rijrichting, het nummer van de dichtstbijzijnde kilometerpaal of afritten.
    • Bij een noodsituatie in een groot gebouw of een moeilijk toegankelijke plek (bijv. een fl atgebouw, school of winkelcentrum) geef je aan de hulpdiensten het adres van de ingang waar ze verwacht worden. Dit is niet noodzakelijk de hoofdingang, maar wel de dichtstbijzijnde ingang of de ingang met de beste toegang (bijv. lift, hellend vlak, afdak).
  • Vertel wie de slachtoffers zijn en in welke toestand ze verkeren.
    • aantal slachtoffers
    • zijn er kinderen betrokken
    • andere specifi eke gegevens (bijv. zwangere vrouw, diabetespatiënt)
    • toestand van bewustzijn en ademhaling zodat het hulpcentrum kan beslissen om bijkomende hulp te sturen (MUG)
  • Beantwoord de vragen van de hulpcentrale.
  • Hou de lijn vrij, zodat de hulpcentrale je eventueel kan terugbellen.
  • Laat de hulpdiensten opwachten door iemand die hen naar de plaats van het ongeval kan leiden.
Praatpaal
Als een ongeval op de snelweg plaatsvindt, kan je de hulpdiensten alarmeren via de dichtstbijzijnde praatpaal. Die vind je om de twee kilometer langs drukke verkeersaders en op risicoplaatsen. De dichtstbijzijnde praatpaal wordt aangegeven met pijltjes op de verlichtingspalen of op de kilometerbordjes.

Als je een praatpaal gebruikt, weten de hulpdiensten onmiddellijk waar je je bevindt. Toch is het goed om ter bevestiging het nummer van de praatpaal te vermelden. Elke paal is namelijk voorzien van een uniek nummer.

Op de paal bevindt zich een drukknop. Als je deze indrukt, krijg je rechtstreeks verbinding met de hulpdiensten. De melding die je doet via een praatpaal is identiek aan een telefoon- of gsm-oproep. Vermeld op een snelweg in welke rijrichting de hulpverleners verwacht worden. Dit is vooral belangrijk als je alarmeert voor een noodsituatie die je opmerkte in de andere rijrichting.

Naast oproepen van de dringende hulpverlening, kan je via een praatpaal ook vragen iemand te verwittigen in geval van pech (bijv. pechverhelping, werkgever).

Op buitenlandse snelwegen kunnen de praatpalen er anders uitzien. Maar je kan ze op een gelijkaardige manier gebruiken.
Noodfax 100
Voor doven, slechthorenden en slechtsprekenden is er in België een document 'noodfax 100' ter beschikking. In geval van nood vul je het voorgedrukt formulier in en fax je dit naar het noodnummer 112 (of 100).
Gebruik de 'noodfax 100' enkel in geval van nood, niet om inlichtingen te vragen.
Het formulier is eenvoudig zodat je het snel kan invullen. Leg er een bij je telefoon en vul vooraf reeds je identiteitsgegevens in, dat spaart tijd bij een noodsituatie. De oproep wordt onmiddellijk op dezelfde manier behandeld als een telefonische oproep: de centralist doet het nodige om de passende hulp zo snel mogelijk ter plaatse te sturen. Nadien bevestigt de hulpcentrale het ontvangen van de oproep via een antwoordfax.

Je kan het document 'noodfax 100' bekomen bij verschillende dovenorganisaties (Cultuur voor Doven vzw, Fevlado vzw, Het Reddend Gebaar) of bij de sociale dienst van de gemeente. Contacteer hiervoor niet de hulpdiensten via de alarmcentrale.
Wie alarmeert de hulpdiensten?
Je blijft bij voorkeur zelf bij het slachtoffer. Vraag aan een omstaander om de hulpdiensten te alarmeren. Als de omstaander ergens anders moet gaan bellen omdat hij geen gsm heeft, vraag dan om nadien terug te keren. Zo ben je er zeker van dat de alarmering gebeurd is. Als je alleen bent met het slachtoffer, alarmeer dan zelf.

Als iemand anders de hulpdiensten al gealarmeerd heeft, ga dan na of dat correct gebeurde. Als blijkt dat de alarmering niet correct of onvolledig is gebeurd of als je twijfelt, bel je terug met de aanvullende informatie.
ICE: wie moet verwittigd worden?
Hulpdiensten hebben soms de grootste moeite om familieleden van een slachtoffer te vinden. Meestal staan hun telefoonnummers wel in het gsm-geheugen van het slachtoffer, maar weten de hulpdiensten niet wie de rechtstreekse verwanten van het slachtoffer zijn.

Om dit te voorkomen werd het idee van ICEnummers gelanceerd. ICE staat voor 'In Case of Emergency'. Onder deze term kan je de naam en het telefoonnummer opslaan van mensen die moeten verwittigd worden bij een ongeval. Je kan zelfs een volgorde opgeven: ICE 1 voor de eerste persoon die moet gebeld worden, gevolgd door ICE 2 en ICE 3.
Bron: Help! Eerste hulp voor iedereen. 3de druk: november 2008 (bijgewerkt) - Rode Kruis Vlaanderen
Fotografie: BIVV, Corbis, Luc David, Graphic Obsession, iStock, Robert Jooris, Stockxpert, Frank Toussaint, VAD, Carl Vandervoort, Pascal Van Waeyenberghe, Rode Kruis-Vlaanderen