Waar vandaan: Juridisch advies > Onvoorzienbare hindernis op de weg

Onvoorzienbare hindernis op de weg

Juridisch advies

< Vorige Archief Volgende >
     

De aansprakelijkheidsproblematiek is een veel voorkomend fenomeen. Problemen en geschillen omtrent aansprakelijkheid manifesteren zich in alle sectoren. Niet alleen voor dieren, personen of gebouwen kan men aansprakelijk zijn; soms staat men voor een onvoorzienbare hindernis en wie is dan aansprakelijk indien er iets gebeurd?

Een lezer stelde ons onlangs de vraag of hij aansprakelijk kon gesteld worden voor een ongeval dat hij veroorzaakt had met zijn vrachtauto wegens het niet kunnen ontwijken van een hindernis op de weg.

Bij vragen omtrent aansprakelijkheid kan men zelden onmiddellijk iemand met de vinger wijzen en stellen dat deze persoon de aansprakelijke is. In de meeste gevallen is er een deftig onderzoek van de feiten nodig om een schuldige te kunnen aanduiden.

Wat nu in geval van een onvoorzienbare hindernis?

Het lijkt ons interessant om op deze vraag een antwoord te formuleren aan de hand van een praktijkgeval. Wij geven hieronder een overzicht van de feiten en beperken ons tot de beoordeling omtrent de aansprakelijkheid.

De feiten

Bestuurder A rijdt met zijn bestelwagen op de autosnelweg. Op een bepaald moment constateert hij dat er een vrachtwagenwiel op de weg ligt. Links van hem rijdt een wagen; hij probeert dan maar het wiel rechts te ontwijken. Doch, hij slaagt hier niet in, verliest de controle over het stuur en rijdt de middenberm is!

Uit het strafdossier bleek dat er inderdaad een vrachtwagenwiel op de autosnelweg lag en dat het door een paar bestuurders van andere voertuigen was opgemerkt. De bestelwagen bestuurt door A heeft echter niet de kans gehad tijdig de hindernis op te merken. Dit bleek ook uit de getuigenverklaringen van de automobilisten welke naast en achter bestuurder A reden.

Door het feit dat bestuurder A door de middenberm ging, had hij schade toegebracht aan de balustrade en de beplantingen; aan het Vlaamse Gewest dus!

Het Vlaamse Gewest meent dat bestuurder A aansprakelijk is en hij haar dan ook alle schade moet vergoeden. A vond dan weer dat het Vlaamse Gewest aansprakelijk was! A vond dat het Vlaamse Gewest dit wiel eerder had moeten verwijderen.

De rechter in eerste aanleg meent dat noch bestuurder A, noch het Vlaamse Gewest aansprakelijk zijn en dat het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds gehouden was tot vergoeding.

Deze laatste gaan hier niet mee akkoord en gaan in hoger beroep.

Beoordeling door de rechter in hoger beroep betreffende de aansprakelijkheid

De rechter vindt dat A zich kan beroepen op overmacht. Uit de getuigenverklaringen blijkt duidelijk dat er een vrachtwagenwiel op de autosnelweg lag.

Een "normaal voorzichtige bestuurder moet zich niet verwachten aan een vrachtwagenwiel op de autosnelweg", aldus de rechter.

Bovendien is het niet gemakkelijk een voorwerp te ontwijken indien men 90 km/u rijdt.

Uit onderzoek van al deze omstandigheden oordeelt de rechter dat A niet aansprakelijk kan gesteld worden voor dit ongeval. Hij kan zich beroepen op overmacht.

Wat de aansprakelijkheid van het Vlaams Gewest betreft, meent de rechter dat een rijbaan niet gebrekkig wordt door de loutere aanwezigheid van een voorwerp. Het is noodzakelijk dat dit voorwerp deel uitmaakt van de rijbaan.

De rechter is de mening toegedaan dat dit wiel door een onbekende reden terecht kwam op de autosnelweg en er aldus ook geen deel kon van uitmaken, zodat de rijbaan zelf niet gebrekkig kon zijn.

Ook het Vlaamse Gewest kan volgens de rechter niet aansprakelijk gesteld worden.

Dit omdat de diensten van het Vlaamse Gewest klaarblijkelijk geen weet hadden van de aanwezigheid van het vrachtwagenwiel op de autosnelweg en dit wiel er waarschijnlijk ook nog maar pas lag. Er kon volgens de rechter dus niet bewezen worden dat het Vlaamse Gewest niet de nodige inspanningen gedaan had om de weg veilig te maken.

Besluit

Uit dit praktijkgeval blijkt dus duidelijk dat alle feiten netjes moeten gewikt en gewogen worden alvorens een aansprakelijke aan te duiden. Daarna is het aan de rechter om er geval per geval op een soevereine manier over te oordelen. Daaruit volgt ook dat er niet altijd op dezelfde wijze zal geoordeeld worden. Alles hangt af van de precieze feiten en de soevereine beoordeling door de rechter.

Vrijdag 25 Juli 2008

 

 

rss