Eigen goederen binnen het wettelijk huwelijkscontract

Juridisch advies

< Vorige	Archief	Volgende >

Heel wat mensen huwen zonder huwelijkscontract. Dit betekent dan echter niet dat ze helemaal geen huwelijkscontract hebben. Op dat moment vallen zij onder toepassing van het zogenaamde "wettelijk huwelijkscontract". Bij dit wettelijk huwelijksstelstel zijn er twee eigen vermo­gens en een gemeenschappelijk vermogen.

Wij zullen het hier uitsluitend hebben over het eigen vermogen en nagaan welke goederen er deel van uitmaken.

Er kunnen twee grote categorieën eigen vermogens onderschei­den worden, nl. de goederen eigen omwille van hun oorsprong en de goederen eigen omwille van hun aard.

1. Goederen eigen omwille van hun oorsprong :

"Eigen zijn de goederen en schuldvorderingen die aan elk van beide echtgenoten toebehoren op de dag van het huwelijk en die welke ieder van hen tijdens het stelsel verkrijgt door schen­king, erfenis of testament."

Ten aanzien van derden moet het eigendomsrecht bewezen worden aan de hand van titels met vaste dagtekening enz...

Tussen de echtgenoten onderling mag het bewijs van eigendom van dezelfde goederen geleverd worden door alle middelen, met inbegrip van getuigenissen en vermoedens en zelfs van algemene bekendheid (artikel 1399 B.W.).

Eigen omwille van hun herkomst zijn ten eerste de goederen van vòòr het huwelijk en ten tweede de goederen om niet verkregen tijdens het huwelijk.

a) goederen van vòòr het huwelijk (= tegenwoordige goederen) :

Alle roerende en onroerende, lichamelijke en onlichamelijke goederen en alle schuldvorderingen die aan een echtgenoot toebehoren op de dag van het huwelijk, zijn eigen.

Schuldvorderingen zijn eigen indien zij een vaste dagtekening vòòr het huwelijk hebben, ook al worden zij slechts tijdens het huwelijk ingevorderd.

Een goed behoort een echtgenoot toe indien de titel van eigen­domsverkrijging dateert van vòòr het huwelijk.

b) goederen om niet verkregen tijdens het huwelijk (= toekomstige goederen :

Zowel roerende als onroerende "toekomstige goederen" zijn eigen. Elke vorm van erfopvolging komt in aanmerking.

Ook legaten en schenkingen komen in aanmerking, ongeacht de persoon van de gever en ongeacht de vorm van schenking of legaat. Geschonken of gelegateerde goederen kunnen echter wel tot het gemeenschappelijk vermogen behoren op grond van een uitdrukkelijk beding in die zin van de schenker of de testa­tor.

2. Goederen eigen omwille van hun aard :

Ook hier zijn er twee soorten goederen, nl. de accessoria en de strikt persoonlijke goederen.

a) accessoria :

Artikel 1400 van het Burgerlijk Wetboek stelt dat eigen zijn, ongeacht het tijdstip van verkrijging en behoudens vergoeding indien daartoe aanleiding bestaat:

- het toebehoren van eigen onroerende goederen en rechten;

men gaat hier dus uit van het principe van het recht van natrekking. Aldus wordt een huis dat gebouwd werd op de eigen grond van één der echtgenoten, zijn eigendom. Ook bijbouwin­gen, goederen nuttig voor het uitbaten van een ­bedrij­vigheid, gereedschappen enz... zijn eigen.

Ook zakelijke rechten zoals bijvoorbeeld erfdienstbaarheden, opstal, vruchtgebruik, huurovereenkomsten verbonden aan de bewaring of uitbating van een goed worden als toebehoren beschouwd en zijn dus eigen.

- het toebehoren van eigen waardepapieren;

- de goederen aan één der echtgenoten overgedragen door één van zijn bloedverwanten in de opgaande lijn;

Bepaalde familieschikkingen worden aan het gemeenschappelijke vermogen onttrokken. Het moet echter wel gaan om overdrach­ten onder bezwarende titel die uitgaan van ascendenten ter voldoening van een schuld van een ascendant t.o.v. een echtge­noot of onder verplichting een schuld van deze ascendant aan een derde te betalen.

- het aandeel door één der echtgenoten verkregen in een goed waarvan hij mede-eigenaar is;

Hier heeft de wetgever willen verhinderen dat er nog meer onverdeeldheden zouden ontstaan.

- de goederen en rechten die ten gevolge een zaakvervanging in de plaats treden van eigen goederen, alsook de goederen verkregen uit belegging of wederbelegging;

- de gereedschappen en werktuigen die dienen tot het uitoefenen van het beroep;

Elke echtgenoot getrouwd onder het wettelijke stelsel heeft het recht alle goederen verantwoord voor de uitoefening van zijn beroep te verwerven, maar slechts de "gereedschappen en werk­tuigen" behoren tot het eigen vermogen. De andere goederen vallen in het gemeenschappelijke vermogen maar staan onder het uitsluitende bestuur van de echtgenoot die het beroep uitoe­fent.

Indien gereedschappen en werktuigen gekocht worden met gemeen­schappelijke gelden, dan moet bij de vereffening van het huwelijksstelstel een vergoeding betaald worden aan het ge­meenschappelijke vermogen. Deze vergoeding mag niet kleiner zijn dan de door het gemeenschappelijke vermogen uitgegeven som, ook al zijn de gereedschappen verouderd of waardeloos geworden.

b) strikt persoonlijke goederen :

Zijn verder nog eigen goederen, ongeacht het tijdstip van verkrijging :

- de klederen en voorwerpen voor persoonlijk gebruik;

- het literaire, artistieke of industriële eigendomsrecht;

Hier moet echter wel een onderscheid gemaakt worden tussen het recht van de ene kant en de financiële gevolgen van dat recht aan de andere kant. Het morele recht van de auteur, dit is het recht om te beslissen over de bekendmaking en de ex­ploitatie, blijft eigen. De inkomsten die tijdens het huwe­lijk door de exploitatie verkregen worden, vallen als aanwinsten, in het gemeenschappelijk vermogen.

- het recht op herstel van persoonlijke, lichamelijke of morele schade;

Ook hier is het alleen het recht dat eigen is. Hier is het echter niet gemakkelijk om uit te maken tot welk vermogen de vergoedingen zullen behoren.

- het recht op een pensioen, lijfrente of soortgelijke uitkering, dat één der echtgenoten alleen bezit.

Deze zijn eigen omdat ze tot doel hebben het levensonderhoud van de gerechtigde te verzekeren.

Deze vier soorten goederen zijn dus eigen ongeacht het tijd­stip van verkrijging en zonder dat enige vergoeding verschul­digd is, ook al is het mogelijk dat sommige van die goederen met gemeenschapsgelden verkregen werden.

Belangrijke opmerking:

Onze juridische dienst wordt overstelpt met vragen aangaande het veranderen van energieleverancier of telefoonmaatschappij. Velen worden gecontacteerd door verkopers via de telefoon of door deur aan deurverkopers. Er wordt dan aangedrongen om van maatschappij te veranderen, hetgeen door velen ook gedaan wordt daar de tarieven blijkbaar goedkoper uitvallen bij de nieuwe maatschappij. Hier is het echter wel opletten geblazen; ga steeds na wat voor contract je hebt met je huidige maatschappij. Je zal wellicht rekening moeten houden met een opzegtermijn; doe je dat niet dan loop je het risico om een vergoeding wegens contractbreuk te moeten betalen.

 

 

Vrijdag 01 Juni 2007