Waar vandaan: Juridisch advies > "Abnormale" burenhinder door hondengeblaf: de rechter beslist!
"Abnormale" burenhinder door hondengeblaf: de rechter beslist!
Juridisch advies
< Vorige | Archief | Volgende > |
Onze juridische dienst wordt regelmatig
geconfronteerd met vragen van eigenaars die zich zorgen maken indien hun hond
eens durft te blaffen, want de buurman zou wel eens boos kunnen worden! Zij
vragen zich ook af in hoeverre een rechter kan beslissen om de hond die voor
burenhinder zorgt, weg te halen! We illustreren dit aan de hand van een recente
uitspraak van de rechter.
De feiten en omstandigheden
Bernard en
Victor wonen in twee naast elkaar gelegen woningen. De hond van Bernard blaft
geregeld en volgens Victor zoveel dat hij er abnormale hinder van ondervindt!
Victor
roept Bernard op tot een minnelijke schikking bij de plaatselijke vrederechter,
waar overeengekomen wordt dat Bernard zijn hond zou binnenhouden tussen 16u in
de namiddag en 9u 's morgens. Maar blijkbaar houdt Bernard zich niet aan deze
afspraak en Victor ziet zich genoodzaakt om de zaak voor de rechter te brengen.
De rechter beslist hier dat Bernard inderdaad maatregelen moet treffen om het
geblaf van zijn hond te beperken tot een normaal niveau. De rechter legt aan
Bernard op om zijn hond binnen te houden tussen 16u en 9u 's morgens. Bernard
kan zich met deze uitspraak niet verzoenen en hij tekent hoger beroep aan tegen
deze beslissing.
De beoordeling in hoger beroep
Victor
steunt zijn vordering op de artikels 544
en 1382 van ons Burgerlijk Wetboek.
Volgens
artikel 544 is eigendom het recht om op de meest volstrekte wijze van een zaak
het genot te hebben en daarover te beschikken, mits men er geen gebruik van
maakt dat strijdig is met de wetten of verordeningen. Dit noemt men de
"evenwichtsleer". Wanneer toepassing gemaakt wordt van deze "evenwichtsleer",
dan is het vereist dat de hinder die werd veroorzaakt een abnormaal en een
bovenmatig karakter heeft.
Anderzijds
stelt artikel 1382 van ons Burgerlijk Wetboek dat elke daad van de mens
waardoor aan een ander schade wordt veroorzaakt, verplicht diegene door wiens
schuld de schade is ontstaan, deze te vergoeden.
Victor
meent dat er hier sprake is van overmatige burenhinder en hij vraagt zelfs dat
Bernard zijn hond zou verwijderen.
In deze
zaak ging de rechter ter plaatse om na te gaan welke hier de juiste
omstandigheden waren. Het bleek dat de woningen van Bernard en Victor vlak
naast elkaar gelegen zijn en niet veraf van het centrum van de gemeente. Hun
huizen bevinden zich in een recente verkaveling waar de meeste eigenaars van
deze huizen ook een hond hebben. Uit deze feiten leidt de rechter af dat het af
en toe blaffen van een hond hier dus geen abnormale burenhinder met zich
meebrengt, maar integendeel behoort tot de normale lasten van nabuurschap.
Uit
onderzoek bleken hier echter alleen klachten te zijn over de hond van Bernard.
Zijn hond is een specifiek ras dat erom gekend staat om meer te blaffen dan een
doorsnee ras. Volgens hondenkenners moet het blaffen van deze honden dan ook in
goede banen geleid worden. Bernard bleek zich hiervan wel bewust te zijn, maar
toch laat hij volgens de rechter na om hieraan de nodige aandacht te besteden.
Ook de
rechter in hoger beroep is van mening dat er hier wel sprake is van overlast
door het veelvuldig blaffen van de hond van Bernard. Hij treedt de eerste
rechter dan ook bij en verbiedt eveneens aan Bernard om zijn hond buiten te
laten tussen 16u en 9u 's morgens.
Op de vraag
van Victor, nl dat Bernard zijn hond zou verwijderen, gaat de rechter niet in.
De rechter oordeelt dat dit een overdreven sanctie zou zijn daar bijna alle
mensen die in deze buurt wonen een hond hebben en er dus ook wel geregeld
geblaf zal weerklinken. Hij meent dat dit geblaf in deze buurt tot een normale
burenlast hoort.
Bovendien
legt de rechter hier ook nog een dwangsom op aan Bernard. Daar hij zich niet
had gehouden aan een vroeger gemaakte afspraak, nl dat hij zijn hond zou
binnenhouden tussen 16u en 9u.
Besluit
Zoals bij
elke andere rechtszaak is het belangrijk om de juiste feiten en omstandigheden
na te gaan. In deze zaak is de rechter hiervoor ter plaatse gegaan zodat hij
zich op die manier een precies beeld kon vormen van de hinder. Na alle feiten
in overweging te hebben genomen, heeft hij dan een sanctie opgelegd aan
Bernard. Het moet echter niet meer gezegd worden dat de beoordeling van de
rechter uiteraard voor een groot deel afhangt van de precieze omstandigheden.
Bij andere feiten zal wellicht ook een andere beoordeling door de rechter
volgen!
Vrijdag 05 Oktober 2012