Waar vandaan: Juridisch advies > Architect vergist zich!

Architect vergist zich!

Juridisch advies

< Vorige Archief Volgende >
     

Enige tijd geleden spraken wij een architect aan om onze woning te renoveren. Wij tekenden hiertoe een schriftelijke overeenkomst met deze architect. Er werd overeengekomen dat de architect een raming zou maken van de kostprijs van deze werkzaamheden. Wij zouden zelf een paar aannemers aanspreken en deze een bestek laten opmaken. Wij schrokken wanneer we deze bestekken zagen, zij lagen een heel stuk boven het bestek van de architect. Daar wij dit financieël niet aankonden, hebben wij onze overeenkomst met de architect verbroken. Deze dreigt nu met juridische stappen. Wij stellen ons nu de vraag of we deze overeenkomst wel hadden mogen verbreken en of deze architect wel eens gelijk zou kunnen halen indien hij naar de rechter stapt?

De wettelijke bepalingen

Bij dergelijke overeenkomsten tussen een bouwheer en een architect, heeft men te maken met een zogenaamd "aannemingscontract". Dit is een overeenkomst waarbij de ene partij (de opdrachtgever of de bouwheer) de andere partij (aannemer, architect enz....) belast om een werk uit te voeren door materiële of intellectuele handelingen te stellen, zonder vertegenwoordigingsbevoegdheid te hebben en zonder in ondergeschikt verband te staan tegenover de opdrachtgever.

Artikel 1794 van ons Burgerlijk Wetboek is duidelijk : de opdrachtgever (uzelf) kan de aanneming tegen een vaste prijs door zijn enkele wil verbreken, ook al is het werk al begonnen, mits hij de aannemer schadeloos stelt voor al zijn uitgaven, arbeid en alles wat hij bij die aanneming had kunnen winnen.

Concreet betekent dit dus dat je het aannemingscontract op elk ogenblik eenzijdig kan verbreken zonder daarvoor enige motivering te moeten geven. Wel moet de je de kosten voor het reeds uitgevoerde werk vergoeden, evenals de gederfde winst.

Daarnaast is er ook nog artikel 1184 van het Burgerlijk Wetboek. Dit artikel haalt aan dat bij wederkerige contracten de ontbindende voorwaarde altijd stilzwijgend begrepen is in het contract. Wederkerige contracten zijn contracten waarbij al de betrokken partijen tegenover elkaar verplichtingen hebben, zoals hier in uw geval betreffende de aanneming.

Bijvoorbeeld: de architect moet hier bepaalde werkzaamheden uitvoeren en jij zal hem hiervoor moeten vergoeden.

Het contract is dan echter niet automatisch ontbonden; de partij jegens wie de verbintenis niet is uitgevoerd heeft de keuze: ofwel de andere partij noodzaken de overeenkomst toch nog ten uitvoer te brengen, ofwel de ontbinding van de overeenkomst vorderen met schadevergoeding. Deze ontbinding moet dus in rechte gevorderd worden.

De rechtspraak terzake

Naast deze wettelijke regels welke in de gegeven omstandigheden van toepassing zijn, is het uiteraard ook steeds afwachten hoe de rechter een dergelijke zaak zal beoordelen.

Onlangs sprak de rechter zich uit over een gelijkaardige zaak.

Wat beslist de rechter hier?

Opdat hij eenzijdig het contract kan verbreken moet bouwheer B aantonen dat architect A een fout heeft gemaakt bij de raming van de kostprijs. Uit de omstandigheden, nl. het feit dat aannemers aangesproken door bouwheer B allen een hoger bedrag hebben vooropgesteld dan architect A, leidt de rechter af dat A een fundamentele beoordelingsfout heeft gemaakt bij het opstellen van het budget. De rechter meent dat geen rekening kan gehouden worden met de kostprijsraming.
Hij besluit dan ook dat in deze zaak architect A zijn contractuele verplichtingen niet is nagekomen zodat een ontbinding van de overeenkomst te zijner laste gewettigd is.

De rechter meent bovendien dat in deze omstandigheden het vertrouwen tussen beide partijen weg is zodat bouwheer B gerechtigd was om eerder de ontbinding van de overeenkomst door te voeren, dan architect A nog aan te sporen om zijn taak beter uit te voeren. Om deze reden beslist de rechter dan ook dat bouwheer B gerechtigd was om op basis van artikel 1184 van het Burgerlijk Wetboek de effectieve ontbinding van de overeenkomst te vragen.

Gebaseerd op dit artikel stelt de rechter dat bouwheer B de mogelijkheid heeft om ook de terugbetaling te vorderen van het reeds door hem betaalde voorschot.

Architect A wordt in deze zaak volledig in het ongelijk gesteld.

Besluit

De beoordelingsfout die de architect in deze zaak maakte bij het opmaken van het bestek in verband met het ten uitvoer brengen van werkzaamheden, is volgens de rechter een fundamentele fout die de ontbinding van het contract in zijn nadeel rechtvaardigt. En dit omdat de kostprijs van de uit te voeren werken het belangrijkste punt van een dergelijke overeenkomst is.

Laten we hier echter wel opmerken dat deze beslissing vooral gesteund is op de omstandigheden zoals ze zich hier hebben afgespeeld en van de interpretatie van de bevoegde rechter. Het is best mogelijk dat een andere rechter een heel ander oordeel velt. Het is steeds afwachten hoe de rechter de zaak zal interpreteren!

In uw geval zouden wij adviseren om gewoon af te wachten wat de architect gaat doen. Stapt hij effectief naar de rechter, dan doet u er goed aan om een raadsman onder de arm te nemen.

Vrijdag 21 Augustus 2009

 

 

rss