Waar vandaan: Immo & bouwen > Bouwen > Bouwvoorschriften

Het openbaar onderzoek

In sommige gevallen is een bouwaanvraag onderworpen aan een openbaar onderzoek:

  • het oprichten en wijzigen van infrastructuurwerken van meer dan 200 meter lang
  • het oprichten van constructies met een hoogte van meer dan 20 meter
  • het verbouwen van een constructie waardoor ook een hoogte van meer dan 20 meter wordt bereikt
  • het oprichten van een constructie met een grondoppervlak van meer dan 500 m² of een bruto volume van meer dan 2 000 m³ (met uitzondering van industriegebieden).
  • het verbouwen van gebouwen waardoor deze dezelfde oppervlakte bereiken
  • werken aan of palend aan een beschermd monument
  • het bouwen van een scheimuur of muren die in aanmerking komen voor gemeenmaking
  • vergunningsplichtige tuinafsluitingen op de perceelsgrens
  • het ontbossen of doorvoeren van een aanmerkelijke reliëfwijziging op terreinen met een grondoppervlakte van meer dan 500 m²
  • het wijzigen van de hoofdfunctie van een onroerend bebouwd goed met een bruto grondoppervlakte van meer dan 500 m². Deze grondoppervlakte heeft betrekking op de oppervlakte van het gebouw en niet op de perceelsoppervlakte.

Vrijstelling
Wanneer de aanvraag aan twee voorwaarden voldoet, is geen openbaar onderzoek vereist:

  1. het perceel waarop de bouwaanvraag betrekking heeft, is gelegen in een bijzonder plan van aanleg (BPA), een niet-vervallen verkaveling of in een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP).
  2. de bouwaanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van het bovenvermelde BPA, verkaveling of gemeentelijk RUP.

Verkavelingen
Verkavelingsaanvragen en aanvragen voor verkavelingswijzigingen binnen zones waarvoor nog geen BPA of gemeentelijk RUP bestaat, worden ook onderworpen aan een openbaar onderzoek.

Formaliteiten

  • bekendmaken van het openbaar onderzoek op een plaats waar het perceel grenst aan de openbare weg. Dit voor de periode van het onderzoek. Een dubbel van de aanvraag wordt uitgehangen op het gemeentehuis
  • wanneer de aanvraag slaat op een perceel met een kadastraal nummer, dan moeten alle eigenaars van de aangrenzende percelen voor het begin van het openbaar onderzoek schriftelijk in kennis worden gesteld van de aanvraag. Het gemeentebestuur staat op kosten van de aanvrager in voor deze kennisgeving. Wanneer de eigenaars van de aanpalende percelen de aanvraag en bijhorende plannen voor akkoord ondertekenen, dient ze niet meer in kennis gesteld worden.

Procedure

  • het openbaar onderzoek zal 30 dagen duren
  • tijdens deze periode kan iedereen zijn opmerkingen of bezwaren bij het ontwerp schriftelijk laten weten aan het college van burgemeester en schepenen
  • na de onderzoeksperiode zal de vergunningverlenende overheid zich uitspreken over de ingediende bezwaren. Ze kan deze bezwaren weerleggen of ze gegrond verklaren. In ieder geval zal het college van burgemeester en schepenen zich dienen uit te spreken over deze ingediende bezwaren en opmerkingen. Deze motiveringsplicht houdt echter niet in dat een individueel antwoord moet worden gegeven op elk van de bezwaren die zijn geformuleerd tijdens dit openbaar onderzoek. Het is voldoende dat het geheel van de opmerkingen in overweging werd genomen en dat dit blijkt uit de beraadslagingen en de voorwaarden die opgelegd werden.

Bron: Habitos