Dakisolatie

Hellende daken
Bij een spantendak is de meest toegepaste werkwijze tot op vandaag, de plaatsing van de isolatie tussen de spanten.

Bij een gordingendak komt de isolatie tussen de gordingen. Een kaderwerk houdt het materiaal op zijn plaats. Dit kan tegelijkertijd worden benut voor de binnenafwerking.
Een perfect alternatief dat almaar meer wordt toegepast, is het sarkingsysteem. Hierbij wordt een harde isolatieplaat bovenop de draagstructuur aangebracht. Zo krijg je een doorlopend isolatieschild zonder thermische onderbrekingen of koudebruggen. De plaat doet tezelfdertijd ook dienst als onderdak.
Wanneer de ruimten onder het dak niet als leefruimte worden gebruikt – bijvoorbeeld door beperkte hoogte -, is het niet nodig het dak te isoleren. In zulke gevallen volstaat het de zoldervloer te isoleren. Dit is niet alleen goedkoper, maar voorkomt bovendien dat warmte naar de onbenutte ruimten doordringt.

Platte daken
Binnen de platte daken zijn drie types te onderscheiden; het warme dak, het koude dak en het omgekeerde dak. Bij dit laatste type platdak ligt de isolatie op de dakbedekking. Bij het koude dak wordt de isolatie onder de dakvloer geplaatst die daardoor aan grote temperatuurschokken wordt blootgesteld. Bij het warme dak wordt de isolatie onder de dakdichting aangebracht. Dit type heeft het voordeel dat de isolatielaag de dakvloer beschermt tegen sterke temperatuurschommelingen. Dit komt de duurzaamheid van het dak ten goede. Vandaar misschien dan ook dat ruim 95% van de platte daken volgens dit principe wordt gerealiseerd.

Bron: Habitos