Waar vandaan: Huisdieren > Vogels > Kanarie> Het houden van kanaries

Houden van kanaries voor beginners

Als men vogels gaat houden kan dat op verschillende manieren, in een gezelschap volière en een binnen verblijf in een kleine kamervolière, in kweekkooien op diverse plaatsen zijn vogels te houden en te verzorgen. Ook de doelstellingen zijn per onderkomen anders. Dit geld in mindere maten voor de verzorging, voer, bodem bedekkers, vitaminen en medicamenten. Maar verschillen zijn er altijd. Ik wil in dit artikel een aantal systemen in het kort onder uw aandacht brengen, om zo het verschil aan te geven. U zult dan zelf tot de ontdekking komen waar de verschillen groot of wel klein zo niet gelijk zijn.

1. Gezelschapsvoliere

Meestal worden hierbij een aantal koppels van verschillende soorten in een volière (vlucht) gehouden. Dit kan zowel met een binnenhok, wel of niet verwarmd, of voorzien van een buitenhok. Vele vogelsoorten zullen hier nooit of zelden tot broeden overgaan. Om de eenvoudige reden, dat indien men meerdere koppels in een ruimte samenbrengt er een gevecht komt om het territorium. Weer andere soorten moeten met grote aantallen samen gebracht worden voordat ze aan voortplanting gaan denken. Deze vogelsoorten gedragen zich in een groep altijd monogaam.Maar meestal treft men in zo’n volière van allerlei soorten vogels aan. Meestal is dit een liefhebber die niet aan tentoonstellingen mee doet maar alles meer ziet als gezelschap volière. In de meeste gevallen is zo’n volière voor de kweek nooit goed, want er zal wel gepaard, genesteld en gelegd worden. Maar door de grote variëteit onder de diverse soorten wordt er onderling gevochten, nesten afgebroken, eieren stuk gepikt, kortom er heerst in deze periode grote onrust in de volières.Ook komen er in dit soort volières erg veel ziekten voor, dit komt door het grote verschil van voeders, soorten bodem bedekking en ontlasting van eigen vogels of van vogels uit de natuur. Verder is de muggenbeten ook schering en inslag.Door de grote ruimte worden de vogels minder individueel gecontroleerd en het gaat pas opvallen als de vogel ergens verroken in een hoekje zit. En meestal is het te laat, de vogel is al ernstig ziek en zo goed als verloren. Maar indien u in dit soort volières toch nog goed in overleg te werk gaat en de soorten redelijk goed op elkaar afstemt is een gezelschapvolière mooi.

2. Kleine vluchten (1 m2)

Dit systeem wordt ook regelmatig toegepast. Zeker in de kanariekweek wordt dit wel eens toegepast. Vele vogelsoorten zijn voor zo’n ruimte niet geschikt, om de eenvoudige reden dat de meeste vogels erg sterk monogaam zijn.Tropische vogels die worden geïmporteerd worden vaak met meerdere in kleine ruimtes geplaatst, vooral als men het verschil tussen mannen en popjes wil vast stellen. Vooral de mannen zullen zich op een bepaalde periode veel agressiever gaan gedragen als normaal. En zo komt men dikwijls eerder achter hun geslacht.De kleine vluchten worden meestal gebruikt voor het tijdelijk los laten vliegen van TT vogels in het TT seizoen.

Het meest worden deze vluchten gebruikt bij vogels die polygaam zijn. In zo’n geval plaatst men een man met drie poppen in deze ruimte (vlucht). Men zorgt verder voor goede bodem bedekking en alles wat de vogels nodig hebben. Het enigste wat je hier niet moet vergeten is, dat men altijd het dubbele van de nestbakken er in hangt, anders komen er zeker problemen van. Meestal zal de man toch een popje kiezen waarmee hij samen het nest bouwt, broedt en de jongen verzorgt. Met de andere poppen zal hij na de paring een vluchtig contact hebben. Deze poppen moeten meestal zelf voor hun jongen zorgen, soms zal de man nog wat mee voeren maar reken er niet te veel op. Bij dit soort kweeksystemen komen regelmatig gevechten en onregelmatigheden voor. Vaak willen twee poppen hetzelfde nest gebruiken en breken elkaars nest af. Doordat ook niet altijd de poppen gelijktijdig hun eieren leggen, kunnen in zo’n vlucht oudere jongen aanwezig zijn die op hun oorspronkelijk nest gaan slapen, dat met hun ontlasting vervuilen of andere eieren beschadigen enz.Maar de kweek op deze manier is met wat aandacht goed uit te voeren.

3. Wisselbroed

Dit systeem wordt erg veel toegepast bij kwekers die zich richten op maar enkele soorten vogels, meestal zijn dat gedomesticeerde vogelsoorten.Bij de kanariekweek wordt een man gepaard aan een 3 tal poppen die elk een aparte kweekkooi hebben. De man verhuist regelmatig van de ene pop naar de andere en wordt, als de pop het tweede eitje heeft gelegd, bij de pop weggelaten. Dit heeft het voordeel dat men minder vogels (mannen) nodig heeft zodat men eenvoudiger een stam kan opbouwen en registeren.Het nadeel is als je moet gaan werken zoals de meeste mensen, het moeilijk wordt om op de gepaste tijden de mannen over te zetten. Je moet blijven opletten. Maar het kweeksysteem kan perfect werken met minder vogels, veel vogels kweken zeker ook als men aan specialisme wil doen.

4. Paarsgewijs broeden

Dit is wel de meest voorkomende en hygiënische methode bij onze kanarie kwekers en ook bij vele andere soorten.De broedkooien uitgevoerd in hokjes 45x45x45 cm of naar gelang de vogelsoort, dit voorzien voor een voorfront met een uitneembare zandlade en zitstokjes. Men kan deze hokjes goed dicht maken en opstellen, goed ontsmetten en bestrijden tegen ongedierte. Kortom alles is in zo’n kweekhok goed mogelijk.Deze kweek is zoals ik al eerder schreef het meest voorkomend systeem. Vooral voor vogels waarvan men een bewuste keuze heeft gemaakt van de ouders, dit omdat men met name de gewenste erfelijke factoren in het nageslacht zeer goed kent en wil vastleggen en gaan gebruiken in zijn gehele stamkweek Het enige kleine nadeel is dat men over meer vogels moet beschikken, maar dat men minder tijd heeft. Is dit een goede en prachtige, mooie, overzichtelijke methode.Men ziet ze overal. Bij de parkieten kwekers, Europese vogels enz. enz. Alleen worden de kweekhokjes vervangen door grotere ruimten, aangepast aan de vogelsoorten.

5. De hygiëne bij onze vogels.

Hierover is heel veel te schrijven, maar dat was ik in dit artikel niet van plan. Wel wil ik aanhalen dat dit een groot onderdeel is van het vogelverblijf en van de vogels dat nooit of te nimmer over het hoofd gezien mag worden.Tot de hygiëne dragen alle onderdelen bij waarvan een vogelverblijf in welke vorm en materialen ook is gemaakt. zeker de manier hoe het vogelverblijf kan worden schoongemaakt en onderhouden. Ook hoe een vogelverblijf verontreinigd kan worden, van buitenaf, is erg belangrijk en er zal bij de bouw ook altijd rekening mee gehouden moeten worden.

6. Wanden en onderkomen van een vogelverblijf

Houten wanden, schotjes, slaaphokjes en kweekbakken die gemaakt zijn van minder duurzame houtsoorten zijn over het algemeen moeilijk zuiver te houden. Deze zitten dikwijls vol scheurtjes en of barsten. Zeker als ze meerdere keren nat en droog geweest zijn. Vooral hardboord en spaanplaat is uit den boze. Kortom: gebruik, als je budget het toelaat, altijd duurzame materialen om je vogelverblijf en of kweekhokken te maken. Hoe minder kieren en barsten en hoe harder het materiaal, des te minder kans is er dat er luizen en ander ongedierte hier een verblijfplaats van gaat maken. Ook moet men zorgen dat het materiaal goed afwasbaar is en goed te verven met b.v. latex. Men moet ook opletten dat er voldoende ventilatie in de kweekruimte kan komen. Ook rekening houden met de licht en zon inval.De geplastificeerde kooien of bouwpakketten zijn zeker niet hygiënischer dan een goede houtsoort, maar zijn over het algemeen iets makkelijker te onderhouden. Ook hier is de hygiëne van de liefhebber belangrijk.De kweker waarbij de bestaande volières en kweekbakken gemaakt zijn van een goede houtsoort zou ik aan willen raden hun hokken te behandelen met een twee componenten verf die tegenwoordig in de handel is. Deze is bijzonder resident tegen lichtinval, chemicaliën, ontlasting, invloeden van buitenaf enz. Het is een iets dure verf maar op termijn is dit even duur. Alvorens te verven de naden eerst nog eens goed af te kitten. Daardoor verminder je de kans dat ongedierte zich daar zal gaan ophouden.

7. De zitstokken in het vogelverblijf

Ook deze kunnen, mits niet goed gemaakt of gemonteerd, een bron van verontreinigingen en besmettingen zijn en zodoende aanleiding geven tot vele problemen. Het zijn meestal de zitstokken die de overdragers zijn van ziektes in het vogelverblijf. De vogels vrijven immers erg veel met hun snavel langs deze stokjes en zodoende is het overdragen van ziekte groter, zeker als men de stokjes moeilijk of niet kan zuiver houden.Zitstokjes dienen van hardhout gemaakt te zijn en de vogel moet de stok net niet kunnen omklemmen. dit heeft ook het voordeel dat de vogels hun teennagels redelijk op een normale manier kunnen afslijten. Zijn de zitstokken te dik of te dun geeft de vogel aanleiding een slechte houding aan te leren en ook de kans op onbevruchte eieren is ook erg groot.

8. Drinkwater bij ons vogelverblijf

Drinkwater dient ter alle tijden beschikbaar te zijn. Het moet bovendien altijd schoon en fris zijn. Vooral bij onze kanaries en zeker ook de tropen is het fataal als deze langer dan 12 á 16 uur zonder drinkwater komen te zitten. Kanaries drinken erg veel en regelmatig ongeveer 5 ml per vogel van 20 gram. Drinkwater geven in een open bak is echter nooit aan te raden, dit water is meestal door het baden en ontlastingen binnen enkele uren bedorven en wordt een voedingsbodem voor alle soorten bacteriën. Zeker als men die ook nog eens plaatst onder een zitstok. De meest gebruikte drinkfonteintjes zijn over het algemeen erg zuiver. Echter je hebt vogels die toch nog van alles in het tuitje dragen, met als resultaat, toch weer verontreinigd drinkwater.De laatste jaren wordt er steeds meer over gegaan op de drinkflesjes die men al reeds bij het kleinvee gebruikt, namelijk het flesje met het kogeltje. dit is wel de zuiverste manier van water geven. Maar voor iedereen moet duidelijk zijn dat hier grote aandacht aan besteed moet worden.

9. Badwater

Evenals drinkwater is badwater erg belangrijk voor onze vogels, zowel voor de hygiëne als ook voor de vochtregeling bij b.v. het broeden. Belangrijk is, als men badwater geeft, zeker 2 á 3 maal per week (met vorst natuurlijk niet) dit weer weghaalt na 1 á 2 uren.Let wel: geef laat in de avond of in de winter ook geen badwater.Geef de vogels ruim de tijd om op te drogen na het baden.Als men medicatie geeft in het drinkwater, dient men nog meer aandacht te schenken aan het zuiver maken van de flesjes, maar ik denk dat jullie dit wel weten zoals al de rest in dit artikel of niet soms.

10. De voederbakjes (zaadbakjes)

De grootte en de vorm van de voerbakjes zal uiteraard afhangen van het soort vogelverblijf of kweekhok methode.Grote bakken of schalen staan meestal in grote volières. Deze bakken zullen meestal erg vervuild raken door de omgeving. Het zal pas ernstige vormen gaan aannemen als de liefhebber de bakken niet regelmatig zuiver maakt, maar nog erger als hij, en je ziet het regelmatig, de liefhebber de restzaad verzameld en de lege pelletjes wegblaast en de rest van het oude voer terug gaat voeren. Hier kun je wachten op problemen niet alleen als je dit doet in een buitenvolière, ook als je dit doet in je kweek hokjes of ander hokken.Het beste is de vogels voer te geven, zoveel dat ze in een dag opnemen. Zodoende krijgen ze alle voedingsstoffen die ze nodig hebben, en je voorkomt dat de vogels alleen het lekkerste uit de voeding halen, voor de vogel te eenzijdig wordt en zodoende zwak en ziek wordt. Maak de bakjes regelmatig leeg en zuiver en voorkom schimmelvorming die eerder ontstaat als dat je voor mogelijk houd.De beste plaats voor onze voederbak is aan de buitenzijde van de volières of kweekhokjes. Worden de voerbakjes toch in de ruimte gezet, zorg dan voor een afdak er boven zodat er zeker geen ontlasting of regen het voer kan vervuilen.

11. Kiemzaad bakjes.

Dit komt me nu net te boven en daarom schrijf ik hier ook maar een stukje over. Hiervoor geld een nog sterkere mate dat een goede hygiëne in acht genomen moet worden.Goede gezonde kiemzaden zijn eiwitrijk (18-21%). Zij worden meestal met vocht (water) gemengd, het geen optimale mogelijkheden biedt voor bacteriën en schimmels, om zich te ontwikkel.Het dagelijks goed uitwassen en spoelen van deze bakjes is zeer aan te bevelen en dit met kokend water goed naspoelen en laten drogen alvorens u opnieuw kiemzaad gaat aanmaken.

12. De bodembedekking

Dit is ook een niet te onderschatten, belangrijk iets, in de vogelkweek, hier zal zich alles gaan verzamelen en een begin ontstaan van allerlei ziekten en symptomen in onze vogelsport.Kwekers die hier zeer steng op zijn, zullen gespaard blijven van ziekten en andere zaken. Jammer genoeg beseft dit niet iedereen. Uit onderzoeken is gebleken dat er in kweekhokjes, waar dagelijks de bodem bedekking werd gezuiverd en vernieuwd, het aantal bacteriën in de vers geproduceerde ontlasting heel sterk afneemt, totdat er een toestand is bereikt waarbij de aërobekiemen vrijwel uit de ontlasting zijn verdwenen. Zoals ik heb kunnen lezen uit een onderzoek.Bij gezonde passeriformen en psittaciformen zullen bij een goede bodemhygiëne, schoon drinkwater en voer geen aërobe kiemen uit de faces geïsoleerd kunnen worden. De aanwezigheid van Entoro bacteriacea (coccidiose) duidt altijd op een zeer slechte hygiëne in ons vogelverblijf. Misschien klinkt het moeilijk maar een gewaarschuwd kweker telt voor twee.Indien er sprake is van een bacterieel infectie COCCIDIOSE is het raadzaam te beginnen met je aandacht te vestigen op de bodem bedekking, vooral eer je de vogel of voer de schuld gaat geven. Dit kan door dagelijks de bodembedekking te vervangen, en de vogels op kranten of draadbodem te zetten.Fijn zilverzand en rivierzand is niet slecht maar dit kan relatief weinig VOCHT opnemen wat dat weer het kiemen van bacteriën kan bevorderen.Men kan dit goed oplossen om hier 50% kattebakvulling tussen te mengen. Ofwel men gaat volledig over op deze vulling, maar let dan wel op dat je altijd een bakje met schelpengrit en maagkiezel ter beschikking hebt staan. Als men dan een goed, droog hok heft is het vervangen na ongeveer 14 dagen voldoende, u zult dit zelf het beste kunnen waarnemen.Buitenvolières zijn veel moeilijker te onderhouden, en hier is grote aandacht vereist, zeker als men een zandbodem heeft. Hier moet men zorgen dat het oude zaad regelmatig wordt opgeruimd, vers drinkwater houdt en als het kan voer alleen in je binnen hok. Of maak een betonnen bodem die iets schuin afloopt zodat je het goed kan schoon maken (spuiten). Houdt men in de volière de zwarte aarde aan, spit dan nooit met alle zaad en nog wat, maar haal dit weg en spit jaarlijks de bodem om tot op en diepte van ongeveer 45 cm.Haal voor het omspitten de bodem verontreiniging altijd weg, dit zal in een buitenvolière ook de problemen van coccidiose wegnemen. Als het kan, overdek ook de buiten ruimte met b.v. lichtdoorlatende golfplaten.

13. De voeding

Voor de meeste zaadeters, zoals wij die kennen, bestaat het voer uit een zaadmengsel, eivoer en eventuele versnaperingen. Kanaries nemen met hun zaadmengsel ook ongeveer 18% eiwit op. De zogenaamde eivoeders door iedereen bekend, geven we extra tijdens de kweek en in iets mindere maten in de rustperiode. We moeten het blijven geven voor een gezond vogelbestand. Men mag het nooit zien als de vervangers van de eiwitten uit de ZADEN.Vele onder ons maken ook zelf hun eivoer. Iedereen kent wel de 3 beschuiten met het hard gekookt ei er tussen door. Dit mengsel bevat ongeveer 21% eiwitten, waarvan het grootste deel uit dierlijke eiwitten bestaat. Daarbij gevoegd de nodige mineralen en vitaminen, dan ook heeft men een perfect eivoer.Meestal geven wij vogelkwekers te veel voer, de vogels worden kieskeurig en ze halen er het lekkerste er uit, daardoor krijgen ze een te eenzijdige voeding met minder goede kweekresultaten. Tegenwoordig geven de meeste kwekers een gerantsoeneerde voeding, deze bestaat uit:

  • Vier gram zaad (goede kwaliteit)
  • Een gram eivoer (+/- 21 % eiwitten)
  • Bakje met vogelgrit en mineralen (altijd stand-by)

Let wel dit is voldoende voor EEN volwassen vogel. Het toevoegen van eiwithoudende producten kan, maar is altijd gevaarlijk bij een te hoge dosis. Diaree is het resultaat van een teveel aan eiwitten.

Over het geven van gekiemde zaden lopen ook menigeen nog sterk uiteen. Slecht is het niet, maar geef dan altijd mondjes maat, en let op dat dit niet het hoofdvoedsel wordt van de vogels zeker in de kweek, het hoge vochtgehalte kan weer tot allerlei nare gevolg lijden. Let ook op dat je kiemzaad niet verzuurd of schimmel optreed. Het beste is het, wat te mengen onder je eivoer als je dit geeft, maar weer met mondjes maat .Bij het zelfstandig worden van jonge vogels, als deze van de ouders worden gezet, wordt er met de zaadmengeling ook wel eens fouten gemaakt, de bek van de jonge vogel is nog wat te zacht om de zaden te pellen en als je ze dan onvoldoende eivoer geeft kunnen de jongen het loodje leggen door een gebrek aan voer.Breek dus de eerst weken je zaad mengeling wat voor deze jonge vogels en geef eivoer met wat gekiemde zaden er tussen door. De verhouding per jonge vogel is 3 gram zaad en 2 gram eivoer. En let op dat de jonge vogels ook de eerste dagen het drinkwater kunnen vinden.

14. Het broeden en zijn problemen

Een te lage of te hoge relatieve luchtvochtigheid (normaal 60 á 70%) in onze broedruimten resulteert in een slechte uitkomst percentage en bacteriële verontreinigen van de eieren en sterfte in het ei of zieke ouder vogels. Bij de kanarie en veel andere soorten worden de eieren geraapt, om ze pas terug te leggen als het legsel volledig is. Het voordeel hiervan is dat alle eieren tegelijk uitkomen, en er minder zwakke jongen zijn.Er kan ook en nadeel zijn als men de eieren niet goed weglegt en regelmatig keert dat er dan uitzakkingen van de hagelsnoeren zich voor doet of bacteriën door de eischaal heen dringt (b.v. een vochtige ondergrond enz.)Tijdens het broeden geeft men de vogels alleen zaadmengsel. Op de dag van het uitkomen geeft men eivoer ter beschikking. Ook hier zijn de meningen over verdeeld. Er zijn ook kwekers die daags voor het kippen al eivoer geven, maar weer anderen spreken dit tegen en zeggen dat de eerste 24 uur de jonge vogel moet teren op de dooierzak resten. Zou men eerder eivoer geven kan dit leiden tot sterft op de 6e Dag. Iedere kweker zal zo wel zijn mening hebben, ikzelf geef daags voor het kippen eivoer ter beschikking en het gaat goed. Ik heb wel eens jongen dood rond de 6 dagen maar of het daaraan ligt? ik weet het nog zo zeker niet. De temperatuur in de kweekruimte mag nooit te hoog liggen 18 á 19 graden is voldoende en zal de bacteriën minder kans geven zich te ontwikkelen.Let er ook op dat de pop niet alleen zaad geeft aan de jongen, want dit brengt sterfte te weeg onder de jongen, is dit zo dan controleer je eivoer. Is dit goed dan pak het zaad enige tijd weg en geef heel klein beetjes zaad de eerste dagen. Als de pop veel drinkt, kan dit zijn, een te kort aan kropsappen, wat extra groenvoer of beter nog wat kiemzaad of vogelmuur geven (met mate)

15. Nestmateriaal

Hier is veel en weinig over te vertellen. Er zijn voldoende goede materialen te koop en gebruik deze dan ook. Zorg wel voor een niet te fijn materiaal zodat er de pootjes in verwikkeld kunnen worden. Een waarschuwing wil ik geven voor misschien jonge liefhebbers: gebruik nooit touw dat gebruikt wordt voor het binden van strobalen. Deze zijn namelijk behandeld met een soort gif voor het knagen van muizen tegen te gaan, namelijk pentachloorfenol. Als je dit gebruikt dan komt door het broeden van de pop deze chloorfenol vrij en dringt door de poriën het ei binnen met als resultaat onmiddellijk afsterven van het embryo. Het zal zeker niet de eerste en de laatste keer zijn dat dit gebeurt. Dus koop je nestmateriaal, en zorg dat het nest aan de binnen zijde altijd glad is afgewerkt.Controleer na enkele dagen broeden of de nestbodem voldoende glad blijft en hou ook de man in de gaten, dat deze door vervelling en of drift niet aan het nest gaat plukken. Gebeurt dit, dan is het beste de man tijdelijk te verwijderen en de pop alleen verder te laten broeden.

16. Ontsmetten van het vogelverblijf

Hierover zijn ook al bladzijden vol geschreven. Ik wil hier ook nog in het kort iets over zeggen. Een ding staat bij mij als een paal boven water, dat heden niemand nog geplaagd hoeft te worden met luizen, ik vind dat als iemand hier mee zit, dit zijn eigen schuld is. Wat belangrijk is, is het volgende: voor aanvang van het kweekseizoen moet het vogelverblijf ontsmet worden, met andere woorden, goed zuiver gemaakt worden en alles goed afgewassen. Daarna moet men het vogelverblijf gaan BESTRIJDEN met een product voor langere perioden. Met welke producten dit dient te gebeuren wil ik niet op ingaan in dit artikel een ieder heeft wel zijn voorkeur hierin. Een zaak staat vast je zult moeten ONTSMETTEN EN BESTRIJDEN. Met welk product en op welke manier je het doet is meestal niet zo belangrijk, als het product maar sterk genoeg is. En dat je het ook doet!!!! Namelijk. ONTSMETTEN EN BESTRIJDEN.!!!!!!Als men luizen heeft dan is het meestal te laat. De pop zal tijdens het broeden erg onrustig zijn door de aanwezigheid van deze luizen. 's Nachts zuigen ze bloed uit de al zwakke jongen, de jongen worden hierdoor zwak en zullen na enkele dagen de macht niet meer hebben om te sperren. De slijmvliezen van de jongen die normaal mooi rood zijn, zijn bleek geworden en na enkele dagen zullen de jongen één voor één sterven en ook de pop zal op den duur het nest gaan verlaten.Ook het overbrengen van infecties zal met grote sprongen verergeren als men luizen of ongedierte heeft.

17. Zweetziekte

Het is niet mijn bedoeling om aansluitend op dit artikel te gaan schrijven over al de ziekten die er bij onze vogels kunnen ontstaan, dit zou het artikel ontzettend lang en misschien ook wel saai gaan maken, daarbij is de variatie van ziekte ook zo groot dat ik er ook het fijne niet van weet.Als afsluitend verhaal op mijn artikel wil ik toch een ongemak in ons kweekhok behandelen, om de eenvoudige reden dat dit verhaal erg aansluit op al wat hierboven beschreven staat, als men hier ergens faalt dan is de kans groot dat men hier mee geconfronteerd wordt namelijk DE ZWEETZIEKTE. Dit is een aandoening van jonge vogels, zeker kanaries, die in het nest en sterke, bacteriële (huisvesting) zijn blootgesteld. Hierdoor treed er een sterke vermeerdering op van het aantal bacteriën in de darmen.Ook door slecht kiemzaad, eivoer, zaadmengeling, vocht en of trek kunnen aanleiding zijn voor verzwakte jongen met als gevolg een te sterke kolonisatie (vermeerdering) van bacteriën in de darmen. De jonge vogels krijgen hierdoor diaree, waardoor hun ontlasting niet vast meer is en dus niet meer door de pop verwijderd kan worden. Het nest wordt hierdoor nat en de jonge vogels hierdoor ook. Hierdoor lijkt het dat de jongen zweten.Vandaar ook de naam zweetziekte. Maar eigenlijk is dit een volledig verkeerde naam, en is gewoonweg gebaseerd op het nat liggen van de jongen in het nest. De zweetziekte is een foutieve naam, om de eenvoudige reden dat de vogels geen zweetklieren hebben.Als men de dunne ontlasting waarneemt is het eigenlijk al wat laat om in te grijpen maar als men het tijdig ziet is hulp nog mogelijk. Men dient direct te beginnen met de hokken volledig te zuiveren. Ook dient men grote aandacht te schenken aan het opfokvoer en tijdelijk het kiemzaad te stoppen. Men maakt het eivoer iets rul door hier wat mager melk door te mengen. Verder zijn hiervoor ook wel medicamenten in de handel te verkrijgen, als men dit geeft dan niet langer dan 3 dagen. Maak ook regelmatig, om de dag, het nest zuiver en doe er droog nestmateriaal in. Zorg ook voor dagelijks vers drinkwater en meng wat wildzaad door uw gewone zaadmengeling heen.Ik hoop dat u de komende kweek gespaard blijft van deze ziekte dan denk ik dat dit toch wel lang artikel zijn dienst heeft bewezen, ik weet dan zeker dat uw huisvesting en uw verzorging van de vogels goed is geweest.

Bron: met dank aan Wout van Gils van de Kanarie homepage