Waar vandaan: Huisdieren > Schildpadden > Waterschildpadden > Voeding

Voeding

Een evenwichtige en gezonde voeding is de ideale basis voor een goede gezondheid en een lang leven van je schildpad.

Dierenwinkels bieden kant-en-klare voeding aan in de vorm van zogenaamde voedingssticks. Deze kunnen dienen als bijvoeding of tussendoortje voor grotere schildpadden, maar je mag ze beslist niet alleen als hoofdvoeding geven. Deze sticks bevatten namelijk meestal te weinig ballaststoffen en op lange termijn is het vitaminegehalte onvoldoende.

Je kan in deze dierenzaken ook een ruim assortiment diepvriesvoeding vinden. Bevroren watervlooien, garnalen en muggenlarven zijn een lekkernij voor schildpadden. Denk eraan dit voedsel eerst te ontdooien en af te spoelen vooraleer je het aan je huisdieren geeft.

In ieder geval zou je ook moeten proberen je schildpadden zoveel mogelijk levend voer uit de natuur aan te bieden. Watervlooien zijn in de zomer en vaak ook nog in de herfst in veel vijvers terug te vinden. Een geliefde en gemakkelijk te vinden snack zijn regenwormen. Tip: Veel waterschildpadden zijn verzot op kleine tot middelgrote waterslakken. Ze kraken de slakkenhuizen of trekken de slakken eruit.

Je kan je schildpadden ook steeds weer met fris groenvoer verwennen. Met slablaadjes, witlof, Chinese kool, paardebloem, eendekroos, weegbree en ook waterplanten kunnen waterschildpadden hun buikje rond eten.

Hoe dikwijls mag je je schildpadden voederen?

  • Baby's (tot 6 weken oud): dagelijks 

  • Jonge dieren (1/2 tot 2 jaar): drie- tot viermaal per week 

  • Oudere dieren: tweemaal per week

Schildpadden leren snel waar het voedsel vandaan komt. Steeds wanneer je in de buurt van het aquarium komt, paddelen ze smekend aan het raam om een lekker hapje. Ze lijken vaak reuzenhonger te hebben, maar dit is niet zo. Door steeds aan deze bedelarij toe te geven, doe je hun zeker en vast geen plezier. Je krijgt dan als resultaat dat je schildpadden overvoed zijn en vaak leverschade of een gebrek aan vitaminen of mineraalstoffen hebben. De juiste dosering moet je zelf uitzoeken.

Je kan best zoveel geven als ze in vijf minuten kunnen opeten. Vooral bijvoeding zoals watervlooien, muggenlarven of groenvoer kan je regelmatig als tussendoortje aanbieden.

Bron: met dank aan Bospaddestoel