Waar vandaan: Huisdieren > Konijnen > Ziekten en medische info > E. cuniculi

E. cuniculi: de oorzaak van onverklaarde neurologische aandoeningen?

Neurologische aandoeningen komen vaak voor bij konijnen die als huisdier gehouden worden, maar de oorzaken van veel van deze ziekten zijn moeilijk of niet te achterhalen. Enkele van de meest voorkomende neurologische aandoeningen zijn torticollis en vermindering van het evenwicht, incontinentie voor urine, een afgenomen gebruik van achter- en voorpoten, verlamming en epileptische aanvallen. Veel onderzoeken hebben de hypothese geopperd dat Encefalitozoon cuniculi (E. cuniculi) de oorzaak zou kunnen zijn van veel, of zelfs al deze neurologische problemen. Een review van de wetenschappelijke literatuur toont echter aan dat er nog maar heel weinig bekend is over dit organisme.

E. cuniculi is een "obligaat parasitair protozoaal organisme", wat betekent dat het alleen in andere dieren kan leven; het kan niet leven of groeien buiten zijn gastheer, zoals bacteriën dat kunnen. Het wordt geclassificeerd in de groep van microsporiden, samen met andere protozoale parasieten. Konijnen zijn een favoriete gastheer van E. cuniculi; de parasiet kan echter ook veel andere diersoorten infecteren, van een muis tot een mens.

Er is weinig bekend over de biologie van E. cuniculi. De precieze overdrachtsmechanismen zijn niet bekend. Experimenteel kan E. cuniculi bij muizen via de orale (*via de mond) en nasale (*via de neus) route overgebracht worden. Praktisch betekent dit een overdracht door inname of door inademing van de E. cuniculi_sporen: het infectieueze stadium van de parasiet. Waarschijnlijk kunnen de sporen ook van een moeder op haar kroost overgebracht worden vlak voor de geboorte; dit is dan de meest voorkomende manier waarop gedomesticeerde konijnen besmet worden.

Als de parasiet eenmaal het konijn binnengedrongen is, wordt E. cuniculi door het lichaam vervoerd door witte bloedcellen (macrofagen), de cellen die normaal gesproken ziekteverwekkers vernietigen. E. cuniculi kan uiteindelijk weefsels van de nieren, hersenen en ruggenmerg infecteren; zelden raken ook de lever en de longen bij infectie betrokken. Nieuwe, infectieuze sporen worden in de cellen van de nieren en de longen gevormd, en komen vervolgens in de urine en de uitgeademde lucht terecht. Hoewel deze sporen niet groeien of zich verder ontwikkelen als ze het konijn eenmaal verlaten hebben, kunnen ze in deze vorm wel voor een lange tijd overleven.

Het grootste deel van de konijnen dat geïnfecteerd is, heeft geen klinische ziektesymptomen. Soms krijgen geïnfecteerde konijnen neurologische problemen, zoals boven beschreven. Er heeft nooit een diepgaand onderzoek plaatsgevonden naar welk deel van de konijnen met neurologische aandoeningen geïnfecteerd was met E. cuniculi. In het verleden werd gedacht dat de parasiet slechts zelden ziekte veroorzaakte; tegenwoordig is de opvatting dat er steeds meer konijnen zullen komen met een klinisch belangrijke E. cuniculi infectie. De statistieken in de literatuur met betrekking tot deze ziekte zijn gebaseerd op het voorkomen ervan bij laboratoriumkonijnen; huiskonijnen worden waarschijnlijk veel vaker geïnfecteerd. Vroeger kon de diagnose van een E. cuniculi infectie alleen bij autopsie worden gesteld. In de laatste jaren zijn er veel tests ontwikkeld, gebaseerd op de reactie van het immuunsysteem van het konijn op de parasiet, die een infectie kunnen aantonen. Helaas vertellen deze tests ons niet of de ziekteverschijnselen die een konijn heeft, veroorzaakt worden door E. cuniculi, of dat er misschien een andere oorzaak is voor de neurologische verschijnselen.

Er is veel onderzoek gedaan naar de behandeling van infecties door E. cuniculi en soortgelijke organismen, omdat deze infecties vaak voorkomen bij mensen van wie het immuunsysteem onvoldoende werkt. Infecties met E. cuniculi en veel andere microsporiden zijn een veel voorkomende complicatie van AIDS. Van al deze infecties heeft die door E. cuniculi de beste kans om te genezen. De medicijnen die hiervoor gebruikt worden, worden nu getest voor toepassing bij konijnen. Hoe succesvol deze behandelingen zijn, valt dus nog te bezien.

Preventie van ziekte kan bereikt worden door het testen van dieren. Omdat de ziekte verticaal wordt overgebracht (van moeder op nakomelingen), is vooral het testen van fokdieren van belang. Dierenwinkels en dierenshows kunnen aan de uitroeiing van de ziekte bijdragen door erop te staan dat alleen negatief geteste dieren worden verkocht of tentoongesteld. De House Rabbit Society kan helpen door ervoor te zorgen dat positief geteste dieren worden geadopteerd door huishoudens zonder andere konijnen, of met andere geïnfecteerde konijnen.

Op dit moment zijn er meer vragen over E. cuniculi in onze huiskonijnen dan er antwoorden zijn. Om de antwoorden te vinden moeten we verdergaan met het achterhalen van de oorzaken van neurologische aandoeningen bij konijnen. De benodigheden om een E. cuniculi infectie aan te tonen komen tot onze beschikking, en met een beetje geluk tevens een succesvolle behandeling.

Bron: met dank aan Konijnen.nl