Nieuwsbericht - 12 september 2000

Magda Aelvoet wil ook uitdelen

Nauwelijks enkele uren na de belastinggeschenken van minister van Financiën Didier Reynders, ontvangt federaal minister van Volksgezondheid Magda Aelvoet ons met de boodschap dat ook zij goed nieuws heeft. Haar collega's in het kernkabinet hebben volgens haar meer dan 1 miljard veil voor palliatieve zorgen en nog eens half zoveel voor de jeugd- en kinderpsychiatrie.

Het is altijd uitkijken als een politicus antwoordt op een vraag die niet gesteld werd. Zo ook in dit interview bij de start van het nieuwe politieke jaar. Alvorens in te gaan op onze vragen laat de Agalev-minister ons terloops even in haar politieke boodschappentas kijken.

Niet alleen cadeau's
We horen de politica bijna het pleidooi herhalen dat ze daags voordien voor het kernkabinet moet hebben gehouden: "Frank Vandenbroucke en ikzelf worden voortdurend geconfronteerd met vragen van mensen die rechtstreeks verbonden zijn met gezondheidsproblemen en waarvoor wij binnen de huidige budgetten geen antwoord kunnen op geven". Ondanks de afspraak dat de gezondheidsuitgaven mochten groeien met 2,5%, zijn beide ministers overtuigd dat ze er niet komen met die middelen. "Het lijkt ons politiek onverdedigbaar dat op een moment dat er meer middelen vrijkomen, er op bepaalde zeer reëel gezondheidsvragen niet zou kunnen gereageerd worden."

Het kernkabinet is blijkbaar voor die argumenten bezweken. In het kader van de begrotingswerkzaamheden komt er nu een aparte werkgroep voor sociale zekerheid en volksgezondheid met als inzet meer middelen aan volksgezondheid toe te kennen. Er komen volgens mevrouw Aelvoet alvast meer middelen voor de palliatieve zorgen zowel in de ziekenhuizen als thuis. Het zal volgens haar gaan om meer dan 1 miljard frank.

Belangrijk zijn ook de problemen in de psychiatrie, die volgens haar "schandalig is verwaarloosd" de jongste vijftien jaar.

"Op het vlak van de kinder- en jeugdpsychiatrie staan we in vergelijking met de andere Europese landen echt nergens. Er zijn vandaag geen specifieke, permanente opvangmogelijkheden voor kinderen of jongeren in de psychiatrische instellingen. Op het kabinet denken wij dat daar ongeveer een half miljard voor nodig is."

Zorgregio's
Het plan om het land in te delen in zogeheten zorgregio's met een strikte organisatie van de gezondheidszorg via een multidisciplinaire aanpak, wekte enige onrust in het artsenkorps.

Magda Aelvoet: "Tijdens het laatste contact met de artsensyndicaten is er een signaal gekomen van BVAS-voorzitter Marc Moens die niet enthousiast kan zijn over dit plan, maar die in die mate dat het geen te zware en te dure operatie is en er voldoende waarborgen zijn voor het functioneren van de artsen, zich niet meer zal verzetten. In september worden enkele cruciale focusvergaderingen gehouden om met alle betrokkenen te zien wat er op het terrein kan worden gerealiseerd en welk type van structuur daarvoor vereist is. Het heeft echter geen zin dat ik iets opleg tegen de wil van de meerderheid van de artsen in, en alles moet gebeuren in overleg met gewesten en gemeenschappen. Ik hoop dan ook begin oktober na al die consultaties met een precies voorstel inzake zorgregio's naar buiten te kunnen komen."

Hoe ziet u de timing inzake de invoering van die zorgregio's?
Magda Aelvoet: "Indien er eind september een consensus is over het te bereiken doel, kan in 2001 van start worde gegaan met die zorgregio's. De samenwerking met de gemeenschappen is voor mij evenwel van vitaal belang. Er zijn in de gezondheidssector al structuren genoeg. De zorgregio's moeten derhalve naadloos aansluiten bij de bestaande situatie op het terrein, zonder nieuwe superstructuur of bijkomende kosten."

Om zicht te krijgen op het medisch veld wilt u ook een soort kadaster invoeren. Hoe staat het daar mee?

Magda Aelvoet: "Het is inderdaad mijn bedoeling om via dat kadaster zicht te krijgen op het terrein. Van een vrij grote groep artsen weten wij namelijk niet precies wat juist hun medische activiteiten zijn. Ik heb duidelijk 'ja' gezegd en geen voorwaarden gekoppeld aan de vraag van de artsenverenigingen naar waarborgen dat de informatie die ze voor dat kadaster verstrekken, niet voor andere doeleinden zal worden gebruikt."

Van sancties voor artsen die weigeren aan de inventarisering van de sector deel te nemen, is er geen sprake. De administratie zal om de drie maanden de vragen inzake het kadaster opnieuw voorleggen aan artsen die nog niet geantwoord hebben. "Als het doel waarvoor de gegevens mogen gebruikt worden, duidelijk vastgelegd is, zie ik niet in om welke reden men die informatie niet zou geven".

 

Bron: De Huisarts