Waar vandaan: Gezond leven > Levenseinde > Palliatieve Zorg > Nieuwsbericht

Nieuwsbericht - 6 december 2000

Euthanasie: Codificeren of Modificeren?

De Nederlandse Tweede Kamer (te vergelijken met onze Kamer van Volksvertegenwoordigers) heeft op dinsdag 28 november met een grote meerderheid de euthanasiewet goedgekeurd. Vriend en vijand zijn het er over eens dat deze wet een medische en juridische praktijk die zich gedurende meer dan twee decennia heeft ontwikkeld, bekrachtigd.

Juristen spreken in dit verband van codificatie. Daarmee bedoelen zij dat de wet bestaande praktijken wettelijk bevestigt. Feitelijk verandert er niet zoveel. Een codificerende wet heeft weinig pretentie: zij past zich aan de feitelijk gegroeide situatie aan. Soms beperkt een wet zich niet tot codificatie. Haar pretentie gaat dan verder. Zij wil bestaande praktijken en gebruiken wijzigen. In dat geval is die wet gericht op modificatie. Dat is geen goed Nederlands maar het zegt wel duidelijk waar het om gaat. Rechtssociologen hebben wel hun bedenkingen bij zogenaamde modificerende wetgeving. Kun je de samenleving wel sturen door wetgeving? Het is niet omdat een wet een bepaald gedrag voorschrijft, dat mensen in de praktijk dat gedrag ook gaan vertonen. Ook de dreiging met strafsancties leidt niet vanzelf tot het gewenste gedrag. Naast deze dreiging spelen andere factoren een rol zoals de pakkans en de mate waarin het wettelijk voorschrift samenvalt met wat men zelf als billijk ervaart. Wetgeving die pretendeert bestaande praktijken te wijzigen, maar daar feitelijk niet in slaagt, dreigt te verworden tot symboolwetgeving. Met zo’n wet wordt de spot gedreven en zij ondermijnt op de duur het gezag van de wet en, met een groot woord, van de rechtsstaat zelf.

Euthanasie zonder enig overleg

Deze gedachten kwamen bij mij op toen ik in de Lancet van 25 november het artikel las van Luc Deliens c.s.: " End of life decisions in medical practice in Flanders, Belgium, a nationwide survey".

Een van de opvallende resultaten van het onderzoek van Deliens is het percentage van gevallen waarin een arts een medische beslissing neemt die leidt tot het einde van het leven van de patiënt (een zgn. MBL) zonder enig overleg met om het even wie (de patiënt uitgezonderd). In 18 % van al de onderzochte MBL was er geen enkel overleg met een collega, de verpleegkundigen, de naaste verwanten of anderen. Specifiek wat euthanasie en hulp bij zelfdoding betreft was er in niet minder dan 8% van de gevallen geen enkele vorm van overleg. Deze 8% betekenen in absolute cijfers slechts 2 van de 25 onderzochte gevallen van euthanasie of hulp bij zelfdoding. Maar geëxtrapoleerd naar het totaal aantal gevallen van euthanasie of hulp bij zelfdoding in 1998 in Vlaanderen, namelijk. 705, betekent dit toch bijna 70 gevallen. Ik vind dat de onderzoekers nogal luchtig concluderen dat "rarely was the decision made without consultation". In de twee Nederlandse onderzoeken lag dit percentage een stuk lager: 3% zonder enig overleg in 1990 en 4 % in 1995. Daar komt bij dat uit het onderzoek van Deliens blijkt dat slechts in een weliswaar grote minderheid (48%) overleg met collega's of verpleegkundigen had plaatsgevonden.

Krachtens het geamendeerde voorstel zal er altijd zonder enige uitzondering overleg moeten zijn met minstens een andere arts (in de niet-terminale fase zelfs met twee). Indien er een verplegend team is dat in regelmatig contact staat met de patiënt zal overleg moeten worden gepleegd met de leden van het team. Vergeleken met de bestaande praktijk legt het wetsvoorstel de lat wel bijzonder hoog. Er zal altijd overleg moeten zijn met minstens één collega daar waar dit nu nog niet in de helft van de gevallen gebeurt. En het zal nooit mogen voorkomen dat met niemand overleg werd gepleegd, daar waar dit nu in 8% van de gevallen voorkomt. Het wetsvoorstel is dus duidelijk gericht op modificatie. Het wil artsen die euthanasie verrichten onderwerpen aan strengere voorschriften dan thans het geval is. Op zich kan dat alleen maar worden toegejuicht. Maar de vraag rijst hoe dit in de praktijk zal worden verwezenlijkt. Het is natuurlijk niet omdat de wet het overleg voorschrijft, dat dit ook daadwerkelijk zal plaatsvinden. Men zou kunnen tegenwerpen dat wanneer de wet eenmaal euthanasie onder welbepaalde voorwaarden toelaat, het overleg wel vanzelf zal gebeuren. Misschien. Maar ik zou liever hebben gezien dat de wetgever zich had kunnen beperken tot het codificeren van wat reeds spontaan wordt toegepast.

Bron: De Huisarts