Waar vandaan: Geld & Werk > Pensioen > Pensioen: Vragen & antwoorden pensioen

Pensioen: vragen & antwoorden

Pensioen vraag vragen en antwoordenWaar en hoe mijn pensioen aanvragen?

Als u als werknemer of zelfstandige op de wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar met pensioen gaat en in België woont, moet u geen pensioenaanvraag indienen. De betrokken pensioendiensten doen automatisch al het nodige om uw pensioen te berekenen en tijdig te betalen.

Als u met pensioen wil gaan op een andere ingangsdatum, moet u zelf een aanvraag indienen. Dat mag u ten vroegste een jaar en ten laatste een maand voor de ingangsdatum doen. U kunt de aanvraag op drie manieren indienen.

  • Via de website www.pensioenaanvraag.be.
  • Via een aanvraag bij het gemeentebestuur van uw hoofdverblijfplaats.
  • Via een aanvraag bij de Rijksdienst voor Pensioenen of het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (zie adressen).

Als u uw pensioen gaat aanvragen bij de gemeente, moet u in het bezit zijn van uw identiteitskaart en - indien nodig - die van uw echtgenoot (echtgenote). Neem ook een zo volledig mogelijk overzicht van uw loopbaan mee. Als u de aanvraag niet zelf kunt indienen, kunt u zich laten vertegenwoordigen door een gevolmachtigde. Het volmachtformulier kunt u op het gemeentehuis krijgen.
Het gemeentebestuur geeft u een ontvangstbewijs en verzendt uw aanvraag naar de Rijksdienst voor Pensioenen (RVP) of het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ). Als er nog informatie zou ontbreken, zal de RVP of het RSVZ u die vragen.

Wat gaat er van mijn pensioen af?

Belastingtarief

Zowel pensioen als brugpensioen zijn belastbare inkomens. Ze worden belast tegen het progressieve tarief van de personenbelasting, te verhogen met de gemeentebelasting en de crisisbijdrage van 3 %, net zoals het beroepsinkomen.

Geen forfaitaire aftrek

Pensioen en brugpensioen vormen een vervangingsinkomen waarvoor u in principe geen forfaitaire aftrek van beroepskosten geniet.

Belastingvermindering

Pensioen en brugpensioen geven recht op een belastingvermindering.

Wat als ik samenwoon?

Enerzijds heeft samenwonen geen invloed op de hoogte van het pensioen. Voor samenwonenden bestaat er namelijk geen regeling van een gezinspensioen: zij krijgen altijd een alleenstaandenpensioen. Anderzijds zal een pensioenuitkering ook niet worden verlaagd omdat u samenwoont. Opmerking: in het regeerakkoord Di Rupo 1 is opgenomen dat het overlevingspensioen in de toekomst ook mogelijk zal worden voor wettelijk samenwonenden.

Door de belastinghervorming zijn er sinds het inkomstenjaar 2004 fiscaal geen verschillen meer tussen gehuwden en samenwonenden. Soms kan een huwelijk interessanter zijn dan samenwonen, bijvoorbeeld als een van de twee een heel klein pensioen heeft dat, samengeteld met het alleenstaandenpensioen van de partner, minder oplevert dan één gezinspensioen.

Wat als ik tijdskrediet heb genomen?

Tijdskrediet waarvoor u een onderbrekingsuitkering krijgt, telt mee voor de berekening van uw pensioen. U krijgt voor die periode een fictief loon toegekend zonder dat u daar een vergoeding moet voor betalen. Er zijn wel beperkingen. Bovendien is er een strengere regeling in de maak. Die nieuwe, strengere regeling zal niet gelden voor wie al tijdskrediet had genomen in het verleden, tijdskrediet genoot in 2011 of voor 28/11/2011 een aanvraag tot tijdskrediet had ingediend. Zij zal evenmin van toepassing zijn op thematische verloven (ouderschapsverlof, palliatief verlof, verlof voor bijstand en verzorging).

In afwachting van de wijziging geldt dat er maximaal 36 maanden voltijds tijdskrediet in rekening worden gebracht voor de berekening van uw pensioen. Wie 50 jaar of ouder is en zijn loopbaan met de helft of een vijfde onderbreekt, krijgt die onderbreking volledig in rekening gebracht voor zijn pensioen. Wie jonger is dan 50 jaar, krijgt slechts pensioenrechten toegekend gedurende drie jaar voor halftijds tijdskrediet en gedurende 5 jaar voor een vijfde tijdskrediet. Dat komt effectief neer op 18 maanden (halftijds tijdskrediet) respectievelijk 12 maanden (een vijfde tijdskrediet).

De nieuwe regeling zal het voltijds tijdskrediet dat meetelt voor de pensioenberekening normaal beperken tot 12 maanden. Voor de andere formules van tijdskrediet zal een aangepaste berekeningswijze worden uitgewerkt.

Wat als ik deeltijds heb gewerkt?

De algemene regel is dat uw pensioen altijd in verhouding staat tot uw arbeidsprestaties. Met andere woorden: uw pensioen wordt berekend over het loon dat u als parttimer tijdens uw loopbaanjaren hebt verdiend. Als u als parttimer een aantal jaren werkloos was, krijgt u voor die periode een fictief loon toegekend pro rata van uw deeltijdse activiteiten voordien.
In een aantal gevallen is er een voordeligere regeling, namelijk als u deeltijds bent gaan werken om niet werkloos te worden of in het kader van arbeidsherverdelende maatregelen.

Kan ik twee pensioenen cumuleren?

Als u als werknemer én als zelfstandige hebt gewerkt, kunt u voor beide activiteiten een rustpensioen genieten. Desondanks zult u in totaal nooit voor meer dan een volledige loopbaan pensioenrechten krijgen. Er wordt geen rekening gehouden met de jaren die u eventueel meer hebt gewerkt. Als er jaren wegvallen, zijn dat altijd de voor u minst voordelige.

In de pensioenmaatregelen van de regering Di Rupo 1 is opgenomen dat extra loopbaanjaren in de toekomst wel in aanmerking zullen komen voor de berekening van het pensioen. De regering wil ook de manier waarop een gemengde loopbaan wordt berekend aanpassen. Momenteel worden eerst de jaren als ambtenaar, dan die als werknemer en tenslotte die als zelfstandige genomen. Dat is niet altijd de meest voordelige berekening. In de toekomst zouden de meest voordelige jaren voorrang genieten.

Voor de cumulatie van een rustpensioen met een overlevingspensioen of met een pensioen als gescheidene gelden telkens specifieke beperkingen.

Wat als ik geen recht op pensioen heb?

Als u geen of een te laag pensioen hebt, kunt u aanspraak maken op de inkomensgarantie voor ouderen (IGO). Het gaat om een geïndividualiseerd recht waarop iedereen vanaf een bepaalde leeftijd aanspraak kan maken. Voorwaarden zijn dat u 65 jaar moet zijn en dat u niet over voldoende bestaansmiddelen beschikt. Wie zijn hoofdverblijfplaats deelt met een of meerdere personen, krijgt het basisbedrag van 648,26 euro. Alleenstaanden krijgen een verhoogd bedrag van 972,39 euro (bedragen per 01/02/2012).

De regering bekijkt nog hoe zij moeders die hun loopbaan hebben onderbroken om voor de kinderen te zorgen en die daardoor een onvoldoende lange loopbaan hebben, toch pensioenrechten kan geven. Een mogelijke oplossing is dat pensioenrechten van de partner worden overgedragen via een zogenaamde pensioensplit.

Wat moet ik doen als ik een bijverdienste heb?

U moet dat in principe altijd van tevoren aangeven bij de pensioendiensten. U vult daarvoor een speciaal formulier in dat verkrijgbaar is bij de gemeente. Ook moet u uw werkgever er via een aangetekend schrijven van op de hoogte brengen dat u pensioengerechtigd bent. De aangifteplicht geldt niet als u al 65 jaar bent, minstens één keer pensioen kreeg uitbetaald en nog een activiteit als werknemer aanvat. Voor een beroepsactiviteit als zelfstandige na pensionering blijft de aangifteplicht voorlopig wel van kracht.

Verder zijn er grenzen aan wat u mag verdienen. Meer informatie daarover vindt u hier . Houd er rekening mee dat een bijverdienste fiscaal sterk wordt afgeroomd. Om te beginnen betaalt u er belasting op tegen het gewone progressieve tarief van de personenbelasting. Daarnaast valt (een deel van) de belastingvermindering voor vervangingsinkomens (waartoe ook het pensioen behoort) weg. In de praktijk zal iemand met een pensioen hoger dan 10 000 euro (alleenstaandenpensioen) of 13 750 euro (gezinspensioen) na belastingen maar 20 tot 30% van zijn bijverdienste overhouden. Vanaf 2013 wordt die nadelige regeling voor de belastingvermindering wel bijgestuurd.

Wat als ik in het buitenland heb gewerkt?

De regeling verschilt naar gelang van het land waar u hebt gewerkt. Voor grensarbeiders is er bovendien een aparte regeling.
Meer informatie hierover kunt u krijgen bij uw gemeentebestuur of bij de Rijksdienst voor Pensioenen.

Hebt u nog vragen?

KBCPraat er dan over met een medewerker van uw KBC-bankkantoor of met uw KBC-agent. U kunt ook bellen naar het KBC-Telecenter op het nummer 078 152 153. Op werkdagen van 8 tot 22 uur en op zaterdag en banksluitingsdagen van 9 tot 17 uur.
U kunt ook schrijven, faxen, mailen of surfen naar:
KBC-Telecenter, Schoenmarkt 35, 2000 Antwerpen; Fax: 03 283 29 50; E-mail: kbc.telecenter@kbc.be; Website: www.kbc.be