Waar vandaan: Mobiliteit > Kinderen in de auto: nieuwe regels

Kinderen in de auto: wat zijn de nieuwe regels?

Sinds 1 september 2006 gelden nieuwe regels voor wie kinderen in de auto vervoert. De algemene regel is dat elk kind op gepaste wijze moet worden beveiligd. Het is dus niet langer toegelaten om kleine kinderen gewoon los op de achterbank te vervoeren of enkel met de veiligheidsgordel voor volwassenen vast te klikken.

Wat zegt de wet?
Kinderen (jonger dan 18 jaar) die kleiner zijn dan 1,35m moeten worden vervoerd in een voor hen geschikt kinderbeveiligingssysteem. Kinderen vanaf 1,35 meter hebben de keuze tussen de gewone veiligheidsgordel of een kinderbeveiligingssysteem.
                                                                                                                   
Wat is een geschikt kinderbeveiligingssysteem?
Een geschikt kinderbeveiligingssysteem is een systeem dat aangepast is aan het gewicht van het kind. Er bestaan verschillende categorieën:

  • Groep 0 is geschikt voor kinderen tot 10 kg. Dit zijn de reiswiegen voor in de wagen en bepaalde modellen van babyzitjes tegen de rijrichting in.
  • Groep 0+ zijn de babyzitjes tegen de rijrichting in voor kinderen tot 13 kg.
  • Groep 1 is bestemd voor kinderen van 9 tot 18 kg. Het betreft kinderzitjes die in de rijrichting staan en waarin het kind wordt vastgemaakt met 5 riempjes.
  • Groep 2 is voorzien voor de groep 15-25 kg en groep 3 voor 22-36 kg. In de praktijk worden deze 2 groepen vaak gecombineerd: het zijn de verhogingskussens (15-36 kg). Het kind wordt op het verhogingskussen geplaatst en vastgeklikt met de gewone driepuntsgordel van de wagen.

Mogen kinderen voorin zitten?
Ja. Kinderen mogen, ongeacht hun leeftijd, voorin op de passagiersstoel zitten, op voorwaarde dat ze worden vastgemaakt zoals de wet het voorschrijft. De enige beperking: het is verboden een kind in een autozitje tegen de rijrichting in (naar achteren gericht) te zetten op een plaats die is uitgerust met een frontale airbag, tenzij deze uitgeschakeld is.

Wat is de veiligste plaats voor kinderen in de wagen?
De plaatsen achterin zijn veiliger. Maar als het onmogelijk is om je kind veilig vast te maken op de achterbank, is het beter je kind voorin correct vast te klikken in een aangepast beveiligingssysteem.

Uitzonderingen
De wet laat een aantal uitzonderingen toe. De algemene regel is niet van toepassing in taxi’s, voertuigen met meer dan 8 passagiersplaatsen, autobussen en autocars. De regel geldt evenmin wanneer achterin geen derde kinderbeveiligingssysteem kan worden geïnstalleerd omdat er al twee andere in gebruik zijn, en in geval van incidenteel vervoer over een korte afstand, voor kinderen die niet door de ouders worden vervoerd. In die gevallen mogen kinderen vanaf 3 jaar achterin worden vervoerd als ze met de gewone veiligheidsgordel zijn vastgeklikt. Let wel: het gaat steeds om uitzonderingen voor zeer specifieke gevallen. De algemene regel blijft de beste veiligheidswaarborg. Wijk er daarom zo min mogelijk van af.

Conclusie
Kinderen horen altijd op gepaste wijze te worden beveiligd in de auto. Tot 1,35 is een aangepast beveiligingsmiddel (kinderzitje of verhogingskussen) verplicht. Grotere kinderen hebben de keuze tussen de gewone gordel of een aangepast beveilingsmiddel.

Meer informatie

Meer informatie of tips over het vervoer van kinderen per wagen zijn te vinden in de folder “Kinderen in de auto? Klik ze vast!” en de brochure “Kinderen klikvast in de auto” van het BIVV. Deze publicaties zijn gratis verkrijgbaar op het nummer 02/244.15.11, en kunnen ook gedownload worden via de BIVV-website www.bivv.be (Publicaties en materiaal / Informatie).

Een paar vaak gestelde vragen…

Wanneer moet je overschakelen naar een "groter" zitje?

Voor de veiligheid van je kind is het aangeraden om zolang mogelijk een zitje van een lagere categorie te gebruiken. Schakel dus niet te snel over naar een "groter" zitje, maar wacht tot je kind het maximumgewicht van het zitje heeft bereikt, of tot het hoofdje over de rand van het zitje komt. Pas dan schakel je over naar een volgende categorie. Zo is je kind het best beschermd.

Waar moet je op letten bij de aankoop van een autozitje?
In ons land zijn alle bevestigingssystemen die vandaag in de winkel te koop zijn, goedgekeurd volgens de Europese veiligheidsnormen.

Vooraleer je een autozitje koopt, is het aan te raden om het uit te proberen in je wagen. In sommige auto's zijn de gordels te kort om een babyzitje correct vast te maken. Als dit zo is, kan je beter een ander model van zitje kopen (er bestaan modellen die minder gordellengte nodig hebben).
Let erop dat het zitje ook een goede zijdelingse bescherming biedt, vooral aan het hoofd.
Voor een kinderzitje (groep 1 van 9-18 kg) kies je bij voorkeur een zitje met een systeem om de gordel extra aan te spannen. Dit systeem zorgt ervoor dat de autostoel goed vastzit, wat veiliger is.

Hoe weet je of een zitje voldoet aan de geldende veiligheidsnorm?

Elk bevestigingssysteem dat verkocht wordt, moet een ECE label dragen. Je kunt dit terugvinden op het etiket op het zitje (een cirkel met "E" gevolgd door een cijfer). Dit bewijst dat het zitje is goedgekeurd volgens de Europese Veiligheidsnorm, ECE R44/04 (of 03).

Om te weten of een bevestigingssysteem nog recent genoeg is qua veiligheid, moet je  kijken naar het homologatienummer. Dit nummer (dat bestaat uit veel cijfers) vind je onderaan op het etiket. Het homologatienummer moet beginnen met 03 of 04 om te voldoen aan de meest recente veiligheidsvoorschriften.

Bron : VAB ism BIVV