Welke zijn de belangrijkste eigenschappen van resveratrol met betrekking tot ziekten?

Waar vandaan: Gezond Leven > Dossier Het krachtigste uit de natuur > Cardio > Eigenschappen van resveratrol

Welke zijn de belangrijkste eigenschappen van resveratrol met betrekking tot ziekten?

Cardiovasculaire effecten
Aangenomen wordt dat resveratrol anti-infecterende en ontstekingsremmende eigenschappen bezit, de HDL of "de goede" cholesterol doet toenemen en bijgevolg het risico op hartaandoeningen vermindert.

Resveratrol heeft bepaalde werkingen die de mogelijke cardiobeschermende effecten kunnen verklaren.

Zo remt resveratrol de oxidatie (het verbonden worden met zuurstof) van lipiden-eiwitten met lage dichtheid of LDL cholesterol. Cholesterol is een vetachtige, niet in water oplosbare stof, die belangrijk is voor de opbouw van celmembranen en voor de productie van bijnierschorshormonen en geslachtshormonen. Cholesterol wordt in het bloed vervoerd door eiwitproteïnen waarvan 75% door LDL, 20% in HDL en 5% in VLDL. Het LDL bepaalt dus merendeel het cholesterolgehalte in het bloed. Omdat LDL zich afzet in de wand van de slagaders wordt het ook wel eens “de slechte” cholesterol genoemd.

Dossier Vitaliteit - WijnUit verschillende studies blijkt dat resveratrol een doeltreffend antioxidant is waarbij het risico op coronaire hartziekte (CHZ) kan verminderen. Deze voordelen zijn duidelijk aan te tonen bij het mediterraan voedingspatroon dat rijk is aan veel verzadigde vetten en cholesterol. De mediterrane bevolking vertoont echter minder last van cardiovasculaire aandoeningen. Men spreekt daarom van de “Franse Paradox”. De verklaring hiervoor is de consumptie van rode wijn (2 glazen per dag).

Arteriosclerose of atherosclerose staat voor vaatvernauwing. In volksmond gebruikt men vaak de term “aderverkalking”.
Dit is niet helemaal correct want het betreft de slagader. Verder wordt er geen kalk afgezet maar wel cholesterol aan de binnenkant van de slagader.

Slagaderverkalking is een traag evoluerende aandoening. Hierbij zetten vetachtige stoffen zich af op de bloedvatwand. In een later stadium vormen zich plaques of met vet gevulde cellen alsook afzettingen van glad spierweefsel en kalk. Wanneer de plaque sterk vergroot is, bestaat het risico op scheuren en komt de inhoud vrij in de circulatiebaan. Deze bestanddelen kunnen elders in het lichaam een embolie veroorzaken. Een andere optie is dat de plaque het bloedvat afsluit. Er is dus steeds ernstige schade voor het achterliggende weefsel. Hoe meer LDL cholesterol hoe meer risico op arteriosclerose.
Afhankelijk van het soort LDL bestaat er eveneens meer kans op een trombose.

De nieuwe doelstellingen voor cardiovasculaire preventie streven naar een totaal cholesterol van < 190 mg/dl en LDL-cholesterol < 115 mg/dl. Voor risicopatiënten (diabetici en patiënten met klinisch bewezen cardiovasculaire ziekten of andere extreem hoge risicofactoren) zijn deze waarden nog strikter; een totaal cholesterol van < 175 mg/dl en streven naar < 155 mg/dl en LDL-cholesterol < 115 mg/dl en streven naar < 100 mg/dl.

 

Bron: Vitanza HQ

Auteur: Dr. ir. Eric De Maerteleire