Waar vandaan: Culinair > Gezond eten > Voeding & het klimaat

Voeding en het klimaat


Voeding en het klimaat

Belgen brengen hun CO2-uitstoot voornamelijk in verband met energieproductie, verkeer en transport, zo blijkt uit een enquête van de federale overheid. Aan de CO2-uitstoot die gepaard gaat met onze voeding denkt men niet.
Zo is de consumptie van vlees wereldwijd verantwoordelijk voor één vijfde van de totale broeikasuitstoot. Dat is ongeveer evenveel als de transportsector! Uw eetpatroon aanpassen kan dus een effectieve manier zijn om uw impact op het klimaat te verminderen.

Energieverbruikcopywright Chris Martin BAHR/WWF-Canon
Voor de productie, het transport en de verwerking van levensmiddelen en grondstoffen is een grote hoeveelheid energie nodig. De energie die nodig is om één aluminium blikje te produceren, bijvoorbeeld, staat gelijk aan drie uur televisie kijken.
In de landbouw is er energie nodig voor het verbouwen van gewassen. Het transport per boot, vrachtwagen of vliegtuig kost ook veel energie. Voor het vervaardigen van allerlei nieuwe levensmiddelen in de voedingsmiddelenindustrie, en het conserveren en bewaren van voedsel is nu meer energie nodig dan vroeger.
Aan een hoog energieverbruik zijn twee belangrijke nadelen verbonden. In de eerste plaats worden voor de energieproductie meestal fossiele brandstoffen (kolen, olie en aardgas) gebruikt. Aangezien de hoeveelheid van deze energiereserves niet oneindig groot is, betekent dit dat deze voorraadhulpbron ooit uitgeput zal geraken. Het tweede en belangrijkste nadeel van het gebruik van fossiele brandstoffen is de uitstoot van koolstofdioxide. Dit is een broeikasgas, dat ervoor zorgt dat de aarde opwarmt.

Copywright Michel GUNTHER/WWF-Canon

Voedselkilometers
Het importeren van levensmiddelen over grote afstanden vergt veel energie. Om een onderscheid te maken op basis van die afgelegde afstand, is het mogelijk om de km.kg (kilometer.kilogram) van een product te berekenen. Een voorbeeld: een portie puree waarin 200 gram aardappelen zijn verwerkt, telt mee voor 2.000 (km) vermenigvuldigd met 0,2 (kg), dus 400 km.kg.
U kan ook nog verder gaan en niet alleen de afstand berekenen die de aardappel aflegt van veld tot bord, maar ook de afstand voor het vervoer van de hulpstoffen bij de teelt, zoals mest en brandstof. Voor aardappelen is dit verwaarloosbaar, voor vlees meestal niet.


VleesCopywright Andrew KERR/WWF-Canon
Zoals eerder gezegd is de consumptie van vlees wereldwijd verantwoordelijk voor één vijfde van de totale broeikasuitstoot. De belangrijkste verklaring voor de grote impact van vlees ligt in de “indirecte” productie. Er moet immers eerst veevoeder geproduceerd worden. Dit is een omweg ten opzicht van de “directe” productie van gewassen voor menselijke consumptie.
Bovendien heeft men voor de productie van vlees al snel vier keer het gewicht van het dier in veevoeder nodig. Dikwijls komt een derde van dat voeder van zeer ver, uit Brazilië bijvoorbeeld (12.000 km).
Door één vegetarische dag per week in te voeren, kan u al een groot verschil maken. Dit zou uw CO2-uitstoot al gevoelig doen dalen. En het vervangen van vlees is geen enkel probleem. Eieren, peulvruchten en noten zijn goede eiwitbronnen en dus een geschikt alternatief. Vegetariër worden, kan uw ecologische voetafdruk zelfs tot 1 ton per jaar verkleinen, als u ook uw consumptie van zuivelproducten vermindert.

Copywright WWF-Belgium

Groenten en fruit
Volgens de wereldgezondheidsorganisatie (WHO) moet het verbruik van groenten en fruit zich bevinden tussen 400 en 800 gr per dag (voor een volwassene). 400 gram vormt dus een absoluut minimum.
Meer groenten en fruit eten maakt het ook mogelijk om de kwaliteit van onze voeding te verbeteren. De noodzaak van groenten en fruit is dus duidelijk. Maar wij raden iedereen aan om te kiezen voor seizoensgebonden en lokale producten.

 

Kijk naar het seizoenCopywright Meg GAWLER/WWF-Canon
Producten van het seizoen zijn rijker in smaak en vitaminen dan fruit of groenten die kunstmatig gekweekt werden of uit verre landen ingevoerd worden. De kweek in serres vergroot de periode waarin men producten kan aanbieden maar deze methode verbruikt veel meer energie, net zoals producten die per vliegtuig worden getransporteerd.
In de verkoopspunten kan u vaak weinig informatie vinden over de seizoensgebondenheid van groenten en fruit. Producten die zich buiten het seizoen in de winkel bevinden, hebben een lange reisweg afgelegd of zijn in serres geproduceerd: twee belangrijke bronnen van energieconsumptie. Vermijd dus groenten en fruit van buiten het seizoen. Om u hiermee te helpen, bestaan er enkele kalenders die het fruit of de groenten van het seizoen duidelijk aangeven. Velt heeft o.a. een handige kalender online staan.  
Voor sommige producten zoals peren, appels en wortels wordt het seizoen verlengd tot in de winter en de lente. Deze producten worden opgeslagen in een koelruimte en zijn een alternatief voor groenten en fruit afkomstig van verafgelegen landen.

Copywright WWF-Belgium

Eet lokaal
De afkomst van een product staat vaak aangegeven, ofwel op een informatiebordje bij de producten die in bulk worden verkocht, ofwel op het etiket bij voorverpakte producten. Dit is een nuttige informatie voor iemand die een duurzame keuze wil maken.

Lokale producten hebben uiteraard geen lange reisweg achter de rug. Door de kortere afstanden wordt er minder energie verbruikt en dit leidt tot een verminderde CO2-uitstoot. Maar ook hun versheid en kwaliteit wordt hierdoor verzekerd.

Bron: WWF