Waar vandaan: Geld en Werk > Goed doel natuurbehoud > Levende zee: Oneerlijke visserijakkoorden

Oneerlijke visserijakkoorden

Visserijakkoorden tussen ontwikkelingslanden en industrielanden krijgen als kritiek dat zij bijdragen tot de overbevissing en de rijke landen helpen om de arme landen te bestelen.

Al eeuwenlang trekken vissers naar verre wateren om te voorzien in hun behoeften. Al in 1575 visten Europese schepen op kabeljauw voor het Canadese Newfoundland (Canada).

Om hun visbevoorrading te beschermen, legden veel landen in de jaren 1970 een Exclusieve Economische Zone vast (EEZ), die zich 200 mijl voor hun kust uitstrekt. Buitenlandse schepen moeten met het land in kwestie onderhandelen om toegang tot deze zone te krijgen.

Industrielanden en handelsblokken als de Europese Unie onderhandelen visserijakkoorden met de landen in wier wateren ze willen vissen. In 2004 had de EU visserijakkoorden met 22 landen, voornamelijk ontwikkelingslanden (Mauritanië, Mozambique, Senegal, Ivoorkust, de Seychellen,…).

De regering die zijn wateren openstelt voor buitenlandse vissers, krijgt daarvoor een globale som toegekend. Goed onderhandelde visserijakkoorden kunnen zorgen voor deviezen en bijdragen tot een duurzame ontwikkeling van ontwikkelingslanden.

Toch is er veel kritiek op deze akkoorden omdat zij bijdragen tot de overbevissing, de voedselzekerheid in het gedrang brengen van het betrokken ontwikkelingsland, en de ontwikkeling beletten van de lokale visserij-industrieën. De industrielanden wordt verweten dat zij een te kleine som betalen om de toegang af te kopen tot zeer rijke visgronden. Bovendien besteden ze nauwelijks aandacht aan de illegale visserij die ook op hun schepen in verre wateren plaatsvindt.

Bron: WWF