Tijdens het fietsen

Waar vandaan: Mobiliteit > Veilig Fietsen > Tijdens het fietsen

Tijdens het fietsen

Kleding
Om te fietsen hoeft u geen speciale kledij aan te schaffen. Zorg er wel voor dat u op alle weersomstandigheden bent voorbereid.

Een paar praktische tips :

  • Vertrek niet te licht gekleed. De snelheid en de wind zorgen er immers voor dat het voor fietsers kouder aanvoelt dan de gemeten temperatuur. Meerdere dunne kledingstukken boven elkaar beschermen beter tegen de koude dan één dik kledingstuk.

  • De bovenste laag moet ondoorlaatbaar zijn voor wind en regen maar tegelijk ‘ademen’ zodat het zweet naar buiten kan. Plastiek- en nylonvesten zijn niet ideaal omdat ze het zweet vasthouden.

  • Bescherm uw voeten, handen, oren, neus, kin en wangen als het koud is. Dit zijn de plaatsen op het lichaam waar u het snelste en het meeste warmte verliest.

  • De onderste laag op de huid moet vocht doorgeven aan de volgende kledinglaag. Katoen is hierdoor minder geschikt. Het stapelt zweet op en kleeft aan het lichaam. Dit geeft een onaangenaam gevoel en leidt tot afkoeling. Nylon en polyester zijn een betere keuze.

  • Zorg voor een pet of zonnehoedje als u in de zon fietst. Smeer uw gezicht, nek, armen en benen in met een goede zonnecrème.

  • Kies vooral in de zomer voor lichtere kleuren. Ze absorberen minder warmte en u bent bovendien beter zichtbaar.

  • Vermijd loszittende kledij: die kan tussen uw ketting of spaken geraken.

Voeding
Fietsen kost energie. De energie nodig om 30 minuten te kunnen fietsen haalt u uit een gevarieerde en evenwichtige voeding. Eet regelmatig fruit en wees zuinig met vetten.

WEETJE

Wist u dat koolhydraten de beste energieleveranciers zijn? U vindt ze in brood, deegwaren, rijst, aardappelen en fruit.

Neem altijd een drinkbus of iets te drinken mee. Drink voldoende vóór u dorst krijgt want dan is het eigenlijk al te laat. Op een gewone dag is 1,5 liter drinken aanbevolen. Terwijl u fietst, moet uw vochtinname nog groter zijn. Water drinken verdient de voorkeur.

Het lichaam is de motor van de fietser. Wat u eet heeft een invloed op de fietsprestatie die u kan leveren.

Gedurende het leven verandert de lichamelijke situatie voortdurend. Als oudere fietser heeft u bijgevolg andere behoeften dan bijvoorbeeld een dertiger. Daarom is het belangrijk dat ook uw eet- en beweegpatroon mee evolueert. Om te bepalen welke eet- en beweeggewoonten goed voor u zijn, kan u beroep doen op de ‘actieve voedingsdriehoek’. Aan de hand hiervan kan u nagaan wat en hoeveel u best eet en welk bewegingsritme aangeraden is binnen een bepaalde leeftijdscategorie.

Om een idee te geven van wat dit concreet betekent, kijken we naar de voedingsaanbevelingen voor de leeftijdsgroep 60+.

Voedingsaanbevelingen voor de leeftijdsgroep 60+
Lichaamsbeweging (minimaal) 30 minuten
Water 1,5 liter
Aardappelen, gekookt
Brood, bruin
3 - 4 stuks
5 - 9 sneden
Groenten, vers/diepvries 300 g
Fruit, vers

2 - 3 stuks

Melkproducten (halfvol) en
calciumverrijkte sojaproducten
Kaas
4 glazen

1 - 2 sneden
Vlees, vis, eieren, vervangproducten (onbereid)
(ei: 1 x per week)
100 g

Smeervetten
Bereidingsvet

Dun smeren
10 g

Restgroep Niet nodig, matigen
Tabel: Praktische dagelijkse voedings- en beweegaanbevelingen ingedeeld volgens leeftijdsgroep – Uit Ontwerp Actieplan voeding en beweging 2008–2015.

 

Bron: Fietsersbond vzw