Fietsen over tramsporen

Waar vandaan: Mobiliteit > Veilig Fietsen > Ken uw plaats op de weg > Fietsen over tramsporen

Fietsen over tramsporen

Fietsen over tramsporen is verraderlijk. Vooral bij regenweer zijn tramsporen – net zoals wegmarkeringen trouwens - glibberig en kunnen fietsers erop uitglijden.

Een tram heeft altijd voorrang, ook als er voorrangsborden staan die u voorrang verlenen.

Enkel aan verkeerslichten en bij een bevel van een bevoegd persoon (een agent bijvoorbeeld) moet de tram voorrang verlenen.

Als een tram (of een bus) links van u gestopt is om passagiers te laten in- of uitstappen, moet u vertragen en desnoods stoppen om deze voetgangers eerst door te laten.

Een gevaarsbord maakt u attent op plaatsen waar tramsporen de weg kruisen.

Vaak waarschuwt een enkel oranje knipperlicht de fietser dat er effectief een tram in aantocht is.

Op plaatsen waar tramsporen liggen, moeten fietsers extra voorzichtig zijn.

 

 

Fietsers kunnen, wanneer ze evenwijdig met de sporen fietsen, met hun wiel in het spoor geraken, het evenwicht verliezen en vallen.

Wanneer fietsers tramsporen moeten oversteken, rijden ze die best dwars (haaks) over.
En als laatste: tramsporen zijn glad, zeker bij regenweer. Fietsers vermijden dus best om op tramsporen te remmen.


 

Bron: Fietsersbond vzw